Naar Taman Negara
Deze dag stond in het teken van onze verplaatsing van Kuala Lumpur naar Taman Negara. Een reisdag dus. Al om acht uur 's morgens werden we uit ons hotel opgepikt door een busje die ons twee straten verderop, naar een reisbureautje, bracht. Tegen inlevering van twee vouchers mochten we een half uur later plaats nemen in een iets grotere bus samen met nog een tiental andere personen. In drie uur tijd werden we naar Kuala Tembeling gereden. Onderweg viel er weinig spannends te beleven. Het landschap was mooi groen, maar verder zagen we weinig activiteit langs de mooie vierbaans snelweg.
In Kuala Tembeling werden we gedropt in een restaurantje annex reisbureautje. Hier werden de formaliteiten voor toegang tot het Taman Negara NP geregeld. Opvallend was dat we ieder 5 Ringitt moesten betalen om een camera mee te kunnen nemen. De toegang van 1 Ringitt voor het park viel daarentegen weer alles mee. Daarna kon er geluncht worden. Daar hadden we alle tijd voor want het busje dat ons naar de boot zou brengen, kwam pas twee uur later. Al die tijd zaten we dus in dat restaurantje een beetje te lezen. We hadden dus niet zo vroeg uit Kuala Lumpur hoeven te vertrekken. Vervolgens dus nog zo'n 20 minuten naar de boot. Daar kregen we onze permits voor het park uitgereikt waarna we plaats konden nemen in een lange smalle boot, voorzien van een dakje tegen de zon. Op de bodem van de boot lag een kussentje, maar dat ding was zo dun dat we al na een kwartier pijn in onze kont kregen. En we moesten nog bijna drie uur in die boot. De oevers langs de rivier waren dicht begroeid en Ron zag al snel een aap. Dat beloofde wat voor onderweg, maar dat viel tegen. We zagen geen wild meer, of je moet de koeien, die her en der graasden, wild noemen.
Pas tegen zessen arriveerden we in Taman Negara. Nog nog wat uitleg van een gids, werden wij naar ons resort gevaren, dat aan de andere kant van de rivier lag. Door het ontbreken van een brug in het oerwoud, waren we dus afhankelijk van een bootje. Ons resort lag boven op een steile oever en dat betekende de zware tassen een paar trappen opzeulen. Geen fijn karwei in die tropische hitte. Bleek, toen we boven waren, men onze tassen op had willen halen, maar we waren er dus al.
Een bijzonder fijne constatering was dat ons chalet voor de komende drie nachten er heel erg fraai uitzag. We hadden de beschikking over een huisje met een grote kamer die van alle gemakken was voorzien. Het hele resort ademde luxe uit en dat midden in de rimboe!
's Avonds aten we in het gezellige restaurant van het resort. De prijzen van het eten vielen alles mee, maar die van alcoholhoudende dranken beslist niet. Zelfs voor Nederlandse prijzen was een blikje bier aan de dure kant. 's Nachts sliepen we met het heerlijke tropische geluid van cycaden al snel in.
In Kuala Tembeling werden we gedropt in een restaurantje annex reisbureautje. Hier werden de formaliteiten voor toegang tot het Taman Negara NP geregeld. Opvallend was dat we ieder 5 Ringitt moesten betalen om een camera mee te kunnen nemen. De toegang van 1 Ringitt voor het park viel daarentegen weer alles mee. Daarna kon er geluncht worden. Daar hadden we alle tijd voor want het busje dat ons naar de boot zou brengen, kwam pas twee uur later. Al die tijd zaten we dus in dat restaurantje een beetje te lezen. We hadden dus niet zo vroeg uit Kuala Lumpur hoeven te vertrekken. Vervolgens dus nog zo'n 20 minuten naar de boot. Daar kregen we onze permits voor het park uitgereikt waarna we plaats konden nemen in een lange smalle boot, voorzien van een dakje tegen de zon. Op de bodem van de boot lag een kussentje, maar dat ding was zo dun dat we al na een kwartier pijn in onze kont kregen. En we moesten nog bijna drie uur in die boot. De oevers langs de rivier waren dicht begroeid en Ron zag al snel een aap. Dat beloofde wat voor onderweg, maar dat viel tegen. We zagen geen wild meer, of je moet de koeien, die her en der graasden, wild noemen.
Pas tegen zessen arriveerden we in Taman Negara. Nog nog wat uitleg van een gids, werden wij naar ons resort gevaren, dat aan de andere kant van de rivier lag. Door het ontbreken van een brug in het oerwoud, waren we dus afhankelijk van een bootje. Ons resort lag boven op een steile oever en dat betekende de zware tassen een paar trappen opzeulen. Geen fijn karwei in die tropische hitte. Bleek, toen we boven waren, men onze tassen op had willen halen, maar we waren er dus al.
Een bijzonder fijne constatering was dat ons chalet voor de komende drie nachten er heel erg fraai uitzag. We hadden de beschikking over een huisje met een grote kamer die van alle gemakken was voorzien. Het hele resort ademde luxe uit en dat midden in de rimboe!
's Avonds aten we in het gezellige restaurant van het resort. De prijzen van het eten vielen alles mee, maar die van alcoholhoudende dranken beslist niet. Zelfs voor Nederlandse prijzen was een blikje bier aan de dure kant. 's Nachts sliepen we met het heerlijke tropische geluid van cycaden al snel in.
Reacties