Met je kont in een binnenband

De hele nacht hadden we de regen op het dak van onze lodge horen vallen. Toen we wakker werden regende het pijpenstelen. Jammer, maar niet zo erg want we zouden hoe dan ook nat gaan worden deze morgen. Om 08.15 uur werden we verwacht bij een "Black water rafting excursie". Dat is niks anders dan met je kont in een binnenband over een ondergrondse rivier dobberen. We kregen een wetsuit aangemeten en guitige witte plastic laarsjes. Met twaalven ging het daarna in een busje naar de gloeiwormgrotten even buiten Waitomo. Daar moesten we eerst oefenen. Eerst hoe we een zogenaamde "eel" of paling moesten vormen. Daarbij zit je in de binnenband en houd je de voeten van je achterligger vast. Zodoende vorm je een soort van ketting en voorkom je dat iedereen afdrijft tijdens het dobberen op de rivier. Omdat we ondergronds ook een paar keer van een watervalletje moesten springen, moest ook dat geoefend worden. Eén voor één moesten we achterwaarts met onze binnenband in een rivier met ijskoud water springen. Toen iedereen dat had overleefd, gingen we de grotten in. Langzaam daalden we af in de grot waarbij we geregeld een stukje moesten "varen" in onze binnenband. De gidsen maakten af en toe foto's. Een eigen camera meenemen was niet mogelijk vanwege veiligheidsrisico's. Een extra atractie in de grotten waren de miljoenen glimwormen. Dat zijn de larven van een insect dat door een chemische reactie licht geeft. Hoewel de grot pikkedonker was, zagen we aan het plafond talloze lichtjes branden. Heel apart. Gedurende een uur klommen en klauterden en dreven we door het grottenstelsel om al drijvend weer buiten de grotten te geraken. Een prachtige excursie die wel een beetje koud was, maar dat werd goed gemaakt door een warme douche en een warme kop soep. Hoewel een beetje prijzig kochten we de CD met de gemaakte foto's omdat we er toch wel leuk op stonden, vonden we zelf dan toch.
Om half twaalf reden we in de stromende regen in een kleine twee uur naar Rotorua, de stad van een hoop vulkanische activiteiten. Toen we in Rotorua bij ons hotel aan kwamen, bleken de kamers nog niet schoon gemaakt te zijn en vroeg men ons een uur later terug te komen. We reden daarom maar terug naar het centrum van de stad om te gaan lunchen. We aten in een onvervalste Ierse pub onze lunch en liepen vervolgens naar het Kuirai-park. Daar lagen tal van kleinere en iets grotere poeltjes waarin de ene keer water kookte en de andere keer grijze modder omhoog borrelde. Steeds kwam er een hoop stoom vanaf en stonk het onveranderlijk naar sulfer. In het park had men ook een paar baden gemaakt waar je met je voetjes in een heerlijk warmwaterbad kon poedelen. Natuurlijk moest dat uitgeprobeerd worden. Best lekker met dit rotweer, hoewel de regen inmiddels was gestopt.
Bij Starbucks kwamen we aan de nodige hoeveelheid cafeïne en deden we daarna wat boodschappen in een giga-supermarkt.
Het was al vijf uur geweest toen we incheckten in ons hotel. Eerst baalden we een beetje omdat het hotel zo'n drie kilometer buiten het centrum ligt, maar toen we het uitzicht vanuit onze kamer zagen, waren we helemaal blij. We keken uit op het Whakarewarewa Thermal Park met daarin de beroemde Pohutu geiser. We hadden een eersteklas uitzicht op de geiser die één à twee keer per uur spuit tot wel een meter of 30 hoog.
Tegen zevenen reden we weer naar de stad om een bezoek te brengen aan het beroemde en meest gefotografeerde gebouw van Nieuw Zeeland, het badhuis, nu museum. Dit zeer opvallende gebouw in Tudorstijl staat daar al meer dan een eeuw heel erg mooi te wezen. We dineerden in een Italiaans restaurant waar Ron de beroemde Nieuw Zeelandse groene mosselen uitprobeerde. Erg lekker maar ook erg veel. Tot laat waren we daarna nog bezig met onze dagelijkse routine van foto's uitzoeken en bewerken en een blogstukje schrijven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23