De Orkney eilanden
Voor vandaag hadden we tickets gekocht voor een dagexcursie naar de Orkney eilanden. We wilden eerst met de camper naar die eilanden rijden, maar de overtocht met zo’n groot bakbeest was erg duur. De excursie was ook niet goedkoop, maar we werden naar alle bezienswaardigheden op de eilanden gereden en kregen bij alles uitleg. We stonden vandaag wat eerder op omdat we al om uiterlijk half negen bij de boot in het haventje moesten zijn. Er gingen veel mensen met de excursie mee, maar gelukkig zouden we niet allemaal in dezelfde bus komen te zitten. Wij kozen voor de overtocht voor een plekje op het bovendek. Hoewel bewolkt, was het weer prima en zo konden we nog wat zien. De overtocht duurde 40 minuten.
Op één van de Orkney eilanden aangekomen, stond daar een grote bus op ons te wachten. De bus zat, op één plekje na, helemaal vol. Kevin de chauffeur was van de eilanden en bleek niet alleen een vaardige chauffeur, maar ook een dosis droge humor te hebben. Hij vertelde waar we zoal aan voorbij reden of naartoe gingen en dat deed hij prima. Vanuit de bus hadden we goed zicht op het veelel groene landschap met saaie huisjes en boerderijen en konden en passant nog wat foto’s maken of filmen.
De eerste bezienswaardigheid waren de zogenaamde Churchill Barriers, gedurende WOII gebouwd om de Engelse vloot van de Duitsers te redden. Die barriers vormden nu de verbindingen tussen enkele eilanden. Er waren zoveel barriers gebouwd dat we, voor we het wisten, al vier eilanden hadden doorkruist.
Scapa Flow is de tweede grootste natuurlijke haven van Europa en speelde ook een belangrijke rol gedurende WOII. Hier hadden de Britten een groot deel van hun vloot liggen. Dat wisten de Duitsers natuurlijk en zij wisten enkele schepen tot zinken te brengen. Op hun beurt wisten de Engelsen ook Duitse schepen en onderzeeërs te laten zinken. Resultaat was dat Scapa Flow vol ligt met scheepswrakken. Sommigen staken gedeeltelijk boven water uit. Veel duikers komen op de scheepswrakken af. Wij hielden het bij fotograferen en filmen.
Kirkwall is de grootste en tevens hoofdplaats van de Orkney eilanden. Hier werden we uit de bus gezet en konden we de stad op eigen gelegenheid verkennen. We begonnen met een bezoek aan de prachtige St. Magnus kathedraal uit de 12e eeuw. St. Magnus ligt er zelf begraven en ook wat beroemdheden van de Orkney eilanden vonden er hun laatste rustplaats. Het was erg sfeervol in de kathedraal, mede door een keigoeie pianist die er speelde. Na de kathedraal bekeken we de ruïnes van het bisschoppelijk paleis en een paleis van de graaf. Hoewel ruïnes waren ze toch de moeite waard. Ook deze bouwsels dateren uit de 12e eeuw, maar hebben het er minder goed van af gebracht als de kathedraal.
Als winkelstad is Kirkwall geen echte aanrader. Er is wel een winkelstraat, maar daar waren we al snel door heen gewandeld. Leuker vonden we de haven. Daar is altijd wat te doen en het is er meestal erg kleurrijk. Zo ook in Kirkwall. In een koffiebarretje kochten we een cappuccino en wat scones voor de lunch voordat we terug naar de bus moesten.
Van Kirkwall reden we naar Stromness, de tweede stad op de Orkney’s. Deze plaats heeft ook een flinke haven. Schepen met voertuigen van het vaste land komen hier aan. Stromness kent een redelijk saaie en grijze hoofdstraat die we op en neer liepen nadat we onze lunch naar binnen hadden gewerkt op een bankje op een pleintje. Goed nieuws was dat de bewolking open brak en het prachtig weer werd.
Vanuit Stromness werden we naar Skara Brae gereden. Skara Brae is een goed geconserveerd prehistorisch dorp van ongeveer 3100 voor Christus. In 1850 zorgden een storm er voor dat het dorpje bloot kwam te liggen waarna het verder werd uitgegraven. Tegenwoordig staat het op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het was prachtig om te zien dat de mensen zich wapenden tegen de altijd waaiende wind door zich half in te graven. Niet alleen de huizen, maar ook de “straten" lagen half onder de grond. Er veel is bewaard gebleven zodat nu duidelijk is hoe de mensen uit het Neoliticum leefden.
Vlakbij Skara Brae ligt Skaill House, een 17e eeuws landhuis dat compleet met interieur bewaard is gebleven. We vonden Skara Brae interessanter, maar dit was ook niet verkeerd voor een kort bezoek.
Heel mooi vonden we de Ring of Brodgar. Net als Stonehenge, is dit een steencirkel en wordt gedateerd tussen 2500 en 2000 voor Christus. 36 stenen staan er in een cirkel. We mochten het terrein zelf niet betreden, maar konden er wel omheen lopen. Omdat de stenen nogal fors zijn, zagen wel alles even goed. Niemand weet wat de betekenis van zo’n steencirkel is en hoe de mensen uit die tijd het voor elkaar hebben gekregen om die stenen rechtop te zetten. Ook de Ring of Brodgar staat op de werelderfgoedlijst van Unesco.
De laatste excursie voor vandaag was naar de Italiaanse kerk. Italiaanse krijgsgevangenen bouwden in 1943 een nissenhut om tot een kerk. Kennelijk was er een heel getalenteerde schilder onder de krijgsgevangen. De binnenkant van de kerk is prachtig door die man beschilderd. Er wordt zelfs een vergelijking gemaakt met sommige kerken in het Vaticaan.
Om half zes werden we afgeleverd in het haventje bij de boot die ons weer naar John o’ Groats bracht. De zee was ruw, maar we hadden beiden gelukkig geen last van zeeziekte. Omdat we zo laat terug bij onze camper waren, aten we een uitsmijter als diner. Daarna waren we heel lang bezig met onze foto’s en filmpjes en dit blogstuk.
Op één van de Orkney eilanden aangekomen, stond daar een grote bus op ons te wachten. De bus zat, op één plekje na, helemaal vol. Kevin de chauffeur was van de eilanden en bleek niet alleen een vaardige chauffeur, maar ook een dosis droge humor te hebben. Hij vertelde waar we zoal aan voorbij reden of naartoe gingen en dat deed hij prima. Vanuit de bus hadden we goed zicht op het veelel groene landschap met saaie huisjes en boerderijen en konden en passant nog wat foto’s maken of filmen.
De eerste bezienswaardigheid waren de zogenaamde Churchill Barriers, gedurende WOII gebouwd om de Engelse vloot van de Duitsers te redden. Die barriers vormden nu de verbindingen tussen enkele eilanden. Er waren zoveel barriers gebouwd dat we, voor we het wisten, al vier eilanden hadden doorkruist.
Scapa Flow is de tweede grootste natuurlijke haven van Europa en speelde ook een belangrijke rol gedurende WOII. Hier hadden de Britten een groot deel van hun vloot liggen. Dat wisten de Duitsers natuurlijk en zij wisten enkele schepen tot zinken te brengen. Op hun beurt wisten de Engelsen ook Duitse schepen en onderzeeërs te laten zinken. Resultaat was dat Scapa Flow vol ligt met scheepswrakken. Sommigen staken gedeeltelijk boven water uit. Veel duikers komen op de scheepswrakken af. Wij hielden het bij fotograferen en filmen.
Kirkwall is de grootste en tevens hoofdplaats van de Orkney eilanden. Hier werden we uit de bus gezet en konden we de stad op eigen gelegenheid verkennen. We begonnen met een bezoek aan de prachtige St. Magnus kathedraal uit de 12e eeuw. St. Magnus ligt er zelf begraven en ook wat beroemdheden van de Orkney eilanden vonden er hun laatste rustplaats. Het was erg sfeervol in de kathedraal, mede door een keigoeie pianist die er speelde. Na de kathedraal bekeken we de ruïnes van het bisschoppelijk paleis en een paleis van de graaf. Hoewel ruïnes waren ze toch de moeite waard. Ook deze bouwsels dateren uit de 12e eeuw, maar hebben het er minder goed van af gebracht als de kathedraal.
Als winkelstad is Kirkwall geen echte aanrader. Er is wel een winkelstraat, maar daar waren we al snel door heen gewandeld. Leuker vonden we de haven. Daar is altijd wat te doen en het is er meestal erg kleurrijk. Zo ook in Kirkwall. In een koffiebarretje kochten we een cappuccino en wat scones voor de lunch voordat we terug naar de bus moesten.
Van Kirkwall reden we naar Stromness, de tweede stad op de Orkney’s. Deze plaats heeft ook een flinke haven. Schepen met voertuigen van het vaste land komen hier aan. Stromness kent een redelijk saaie en grijze hoofdstraat die we op en neer liepen nadat we onze lunch naar binnen hadden gewerkt op een bankje op een pleintje. Goed nieuws was dat de bewolking open brak en het prachtig weer werd.
Vanuit Stromness werden we naar Skara Brae gereden. Skara Brae is een goed geconserveerd prehistorisch dorp van ongeveer 3100 voor Christus. In 1850 zorgden een storm er voor dat het dorpje bloot kwam te liggen waarna het verder werd uitgegraven. Tegenwoordig staat het op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het was prachtig om te zien dat de mensen zich wapenden tegen de altijd waaiende wind door zich half in te graven. Niet alleen de huizen, maar ook de “straten" lagen half onder de grond. Er veel is bewaard gebleven zodat nu duidelijk is hoe de mensen uit het Neoliticum leefden.
Vlakbij Skara Brae ligt Skaill House, een 17e eeuws landhuis dat compleet met interieur bewaard is gebleven. We vonden Skara Brae interessanter, maar dit was ook niet verkeerd voor een kort bezoek.
Heel mooi vonden we de Ring of Brodgar. Net als Stonehenge, is dit een steencirkel en wordt gedateerd tussen 2500 en 2000 voor Christus. 36 stenen staan er in een cirkel. We mochten het terrein zelf niet betreden, maar konden er wel omheen lopen. Omdat de stenen nogal fors zijn, zagen wel alles even goed. Niemand weet wat de betekenis van zo’n steencirkel is en hoe de mensen uit die tijd het voor elkaar hebben gekregen om die stenen rechtop te zetten. Ook de Ring of Brodgar staat op de werelderfgoedlijst van Unesco.
De laatste excursie voor vandaag was naar de Italiaanse kerk. Italiaanse krijgsgevangenen bouwden in 1943 een nissenhut om tot een kerk. Kennelijk was er een heel getalenteerde schilder onder de krijgsgevangen. De binnenkant van de kerk is prachtig door die man beschilderd. Er wordt zelfs een vergelijking gemaakt met sommige kerken in het Vaticaan.
Om half zes werden we afgeleverd in het haventje bij de boot die ons weer naar John o’ Groats bracht. De zee was ruw, maar we hadden beiden gelukkig geen last van zeeziekte. Omdat we zo laat terug bij onze camper waren, aten we een uitsmijter als diner. Daarna waren we heel lang bezig met onze foto’s en filmpjes en dit blogstuk.
Reacties