Via Cishan naar Meinong
Op deze laatste dag van oktober zit ons verblijf in Tainan er al weer op. We hebben wel het idee dat we de belangrijkste bezienswaardigheden hebben bekeken. Na het ontbijt verdwenen we twee etages onder de grond om onze auto op te halen. Via de autolift stonden we zo weer op straat. Wel vervelend als die lift eens kapot is. Dan zouden al die auto’s opgesloten staan. Gelukkig hadden wij daar geen last van en al snel reden we de drukke stad uit. Het was supergoed opletten geblazen omdat honderden kamikazepiloten op scooters je links en rechts voorbij suisden. Toch kwamen we zonder ongelukken de stad uit.
Deze dag hadden we maar een korte rit voor de boeg. Om niet al te vroeg op onze bestemming aan te komen, deden we het rustig aan. Al voor tienen zaten we buiten op een terrasje bij een rustplaats langs de snelweg aan de cappuccino. We zaten langs twee elektronische speeltoestellen voor kinderen waarvan er eentje een catchy deuntje speelde, maar toen we het liedje zo’n 30 keer hadden gehoord, gingen we er toch maar vandoor.
Het landschap waar we doorheen reden was erg apart en had wel wat weg van een maanlandschap. Vlijmscherpe kale pieken rezen uit de grond omhoog. Leuk om doorheen te rijden.
Onze volgende stop was in het stadje Cishan. Volgens ons boek over Taiwan waren hier straatjes te vinden waar je je in een speelfilmdecor waande. We weten niet welke speelfilm de schrijver bedoeld heeft, maar het moest beslist een lawaaierige en stinkende film zijn geweest. Het centrum van Cishan bleek druk. Druk met verkeer maar ook veel winkeltjes en restaurantjes. Een rustmomentje hadden we in de Tianhou Taoïstische tempel. In het stadje had men kennelijk nog maar weinig toeristen gezien want we waren een bezienswaardigheid. Overal waar we liepen werden we aangekeken. Dat ging allemaal wel op een vriendelijke manier. Men lachte naar ons of zwaaide zelfs. Een enkeling wist er zelfs “hello” uit te persen. Toen we eventjes stilstonden om te kijken hoe een man een soort van wafels aan het oprollen was, kregen we prompt allebei zo’n wafel toegestopt.
Onze lunch bestond deze dag weer uit Seven-Eleven etenswaren. Op een bankje in de schaduw in de nabijheid van een spatzuivere openbare toilet, aten we alles op.
Vanuit Cishan was het maar tien minuten rijden naar Meinong, onze bestemming van vandaag. We zouden er in een guesthouse verblijven. Het gebouw stond een heel eind uit het stadje en toen we het terrein opreden was daar in eerste instantie niemand. Even later kwam een vrouwtje aan lopen die letterlijk niet één woord Engels sprak. Wel verwachtte ze ons kennelijk want ze ging ons meteen voor naar onze kamer. Die was op zich nog niet zo onaardig. Wel ontbrak er toegang tot het internet; een doodzonde volgens Ron en goed voor het intrekken van alle sterren, voorzover aanwezig. We waren de enige gasten in het 0-sterren guesthouse en het vrouwtje zagen we daarna niet meer.
Wij besloten om eerst naar het nabij gelegen Hakka museum te gaan. De Hakka zijn een soort van Taiwanese aboriginals. Het museum was maar matig interessant want veel was enkel in het Chinees. Na het museum liepen we langs de oevers van Meinong Lake naar het centrum van het stadje. Daar vonden we een heuse supermarkt. De eerste die we in Taiwan hebben gevonden. Het assortiment was prima en we zagen veel ons bekende levensmiddelen terug. Wij kochten er drinken en Nicky vond er enigszins betaalbare Oolong thee.
Terwijl we op een pleintje in het stadje eventjes zaten te rusten, kwam er een vrouwtje op een fiets naar ons toe om een gesprek met ons aan te knopen. Haar Engels was niet erg goed ondanks dat de zei dat ze normaal gesproken in Californië woont, maar we konden elkaar verstaan. Daarna liepen we naar één van de stadspoorten die hier nog overeind staan voordat we terug naar het guesthouse liepen. Het liep al tegen het einde van de middag en we hadden verwacht dat we nu verwelkomt zouden worden door de eigenaar, maar er was wederom niemand te bekennen. Volgens onze informatie zou je kunnen dineren in het guesthouse maar ons werd al snel duidelijk dat dat vandaag niet ging gebeuren. Wij reden ‘s avonds daarom terug naar de supermarkt en haalden daar twee bakken noodles, een toetje en wat chips. Honger hebben we niet geleden, maar dit guesthouse is het minste overnachtingsadres tot nu toe in Taiwan. Gelukkig reizen we morgen weer verder. Wel bewezen we deze avond dat we ook zonder internet onszelf kunnen vermaken.
Deze dag hadden we maar een korte rit voor de boeg. Om niet al te vroeg op onze bestemming aan te komen, deden we het rustig aan. Al voor tienen zaten we buiten op een terrasje bij een rustplaats langs de snelweg aan de cappuccino. We zaten langs twee elektronische speeltoestellen voor kinderen waarvan er eentje een catchy deuntje speelde, maar toen we het liedje zo’n 30 keer hadden gehoord, gingen we er toch maar vandoor.
Het landschap waar we doorheen reden was erg apart en had wel wat weg van een maanlandschap. Vlijmscherpe kale pieken rezen uit de grond omhoog. Leuk om doorheen te rijden.
Onze volgende stop was in het stadje Cishan. Volgens ons boek over Taiwan waren hier straatjes te vinden waar je je in een speelfilmdecor waande. We weten niet welke speelfilm de schrijver bedoeld heeft, maar het moest beslist een lawaaierige en stinkende film zijn geweest. Het centrum van Cishan bleek druk. Druk met verkeer maar ook veel winkeltjes en restaurantjes. Een rustmomentje hadden we in de Tianhou Taoïstische tempel. In het stadje had men kennelijk nog maar weinig toeristen gezien want we waren een bezienswaardigheid. Overal waar we liepen werden we aangekeken. Dat ging allemaal wel op een vriendelijke manier. Men lachte naar ons of zwaaide zelfs. Een enkeling wist er zelfs “hello” uit te persen. Toen we eventjes stilstonden om te kijken hoe een man een soort van wafels aan het oprollen was, kregen we prompt allebei zo’n wafel toegestopt.
Onze lunch bestond deze dag weer uit Seven-Eleven etenswaren. Op een bankje in de schaduw in de nabijheid van een spatzuivere openbare toilet, aten we alles op.
Vanuit Cishan was het maar tien minuten rijden naar Meinong, onze bestemming van vandaag. We zouden er in een guesthouse verblijven. Het gebouw stond een heel eind uit het stadje en toen we het terrein opreden was daar in eerste instantie niemand. Even later kwam een vrouwtje aan lopen die letterlijk niet één woord Engels sprak. Wel verwachtte ze ons kennelijk want ze ging ons meteen voor naar onze kamer. Die was op zich nog niet zo onaardig. Wel ontbrak er toegang tot het internet; een doodzonde volgens Ron en goed voor het intrekken van alle sterren, voorzover aanwezig. We waren de enige gasten in het 0-sterren guesthouse en het vrouwtje zagen we daarna niet meer.
Wij besloten om eerst naar het nabij gelegen Hakka museum te gaan. De Hakka zijn een soort van Taiwanese aboriginals. Het museum was maar matig interessant want veel was enkel in het Chinees. Na het museum liepen we langs de oevers van Meinong Lake naar het centrum van het stadje. Daar vonden we een heuse supermarkt. De eerste die we in Taiwan hebben gevonden. Het assortiment was prima en we zagen veel ons bekende levensmiddelen terug. Wij kochten er drinken en Nicky vond er enigszins betaalbare Oolong thee.
Terwijl we op een pleintje in het stadje eventjes zaten te rusten, kwam er een vrouwtje op een fiets naar ons toe om een gesprek met ons aan te knopen. Haar Engels was niet erg goed ondanks dat de zei dat ze normaal gesproken in Californië woont, maar we konden elkaar verstaan. Daarna liepen we naar één van de stadspoorten die hier nog overeind staan voordat we terug naar het guesthouse liepen. Het liep al tegen het einde van de middag en we hadden verwacht dat we nu verwelkomt zouden worden door de eigenaar, maar er was wederom niemand te bekennen. Volgens onze informatie zou je kunnen dineren in het guesthouse maar ons werd al snel duidelijk dat dat vandaag niet ging gebeuren. Wij reden ‘s avonds daarom terug naar de supermarkt en haalden daar twee bakken noodles, een toetje en wat chips. Honger hebben we niet geleden, maar dit guesthouse is het minste overnachtingsadres tot nu toe in Taiwan. Gelukkig reizen we morgen weer verder. Wel bewezen we deze avond dat we ook zonder internet onszelf kunnen vermaken.
Reacties