Tokyo dag 2

Deze dag stonden we belachelijk vroeg al naast ons bed. We zouden namelijk naar de veiling en vismarkt van Tsukiji gaan en de hoogtepunten van deze groothandelsmarkt vinden tussen 05.00u en 06.30u plaats. Al om 04.00u ging de wekker. We ontbeten niet in het hotel omdat dat eenvoudigweg nog niet kon op dit onmenselijke tijdstip. We zouden laten na ons bezoek aan Tsukiji ergens gaan ontbijten. De metro bracht ons in no time naar de oevers van de Sumida rivier en in de buurt van de vismarkt waar we om kwart over vijf aan kwamen. Bij de veiling konden we als toeristen niet aanwezig zijn. Remco waarschuwde ons dat de handelaren het sowieso niet zo op toeristen hadden omdat die voortdurend in de weg liepen en drukte ons op het hart om discreet te werk te gaan met het rondkijken en nemen van foto’s.
Met deze raadgeving in het achterhoofd slenterden we de gigantische hallen in. Daar was het inderdaad een drukte van belang. Overal waren handelaren de vis die ze gekocht hadden aan het prepareren. We zagen hoe gigantische, diepgevroren, tonijnen met lintzagen in stukken werden gezaagd nadat ze met een soort van pikhouweel naar hun plaats waren gesleept. Anders danig de rest van Japan, werden we hier inderdaad minder vriendelijk aangekeken. Discreet namen we onze foto’s en zorgden ervoor dat we zeker niet in de weg liepen. Het was een mooi gezicht om te zien hoe de vis werd klaar gemaakt om te eindigen als sushi hapje.
Op de nabij gelegen markt worden 400 soorten vis en zeevruchten verkocht. We keken met belangstelling naar inktvissen in felrode kleur en beesten waarvan we het bestaan niet hadden vermoed, laat staan dat we ze ooit hadden gezien. Hier konden we wel op ons gemak rondstruinen en foto’s maken. Dat deden we dan ook volop.
Tegen een uur of acht hadden we het wel gezien. De drukte op de markt begon al af te nemen en het was onderhand tijd voor een ontbijt. We vonden een klein restaurantje nabij de markt en aten er een Japans ontbijt. Hier zagen we wat smetvrees met iemand kan doen. Ondanks dat Japan het meest schone land ter wereld is, zat er een vrouw die zichzelf helemaal in plastic had ingepakt. Ook zij had iets te eten besteld maar er ging een heel ritueel van reiniging van alle spullen waarmee gegeten moest worden aan vooraf. Fascinerend om te zien maar we hadden best medelijden met de vrouw.
Nadat de groep weer compleet was stapten we weer op de metro om af te reizen naar de wijk Ryogoku. Deze wijk is bekend om z’n sumo-scholen. Remco wilde proberen of hij ons mee kon nemen naar een training van deze vadsige worstelaars die in Japan een status van idool kunnen hebben. We liepen langs een aantal trainingsruimtes maar nergens was men aan het trainen. Pech dus.
Wij besloten de groep te verlaten en er weer met z’n tweeën op uit te trekken. We waren vlakbij de Sumida rivier en daar gingen we eerst kijken naar een opvallend gebouw. Dat betrof de Asahi Beer Hall; het hoofdkantoor van de beroemdste Japanse bierbrouwer. Het gebouw is ontworpen door de beroemde Franse architect en ontwerper Philippe Starck. Starck wist het gebouw opvallend te maken door er een gigantische gouden vlam op te laten monteren; de Flamme d’Or.
Daarna liepen we naar de Senso-ji tempel. Het is een Boeddhistische tempel en dateert al uit 628. De tempel zelf vonden we mooi en we keken er dan ook een tijd rond, maar we hadden deze reis al heel wat tempels gezien en deze was er eentje in het rijtje. Veel leuker, hoe banaal het ook klinkt, waren de honderden kleine marktkraampjes voor de tempel. Er werden hele aparte spulletjes verkocht en we zochten nog naar een souvenirtje om mee naar Nederland te nemen. Ron vond dat souvenirtje in de vorm van een baseballcap met voorop een Japans opschrift. De kriebels betekende zoveel als „de geweldige” volgens de verkoopsters. Toen we er toch waren aten we een kleinigheid bij een stalletje op de markt bij wijze van lunch.
De rest van de middag waren te vinden in de wijk Akihabara. Akihabara is de electronicawijk van Tokyo. Japanners zijn wereldleiders in het fabriceren van elektronische spulletjes en we verwachtten dat we daarom nieuwe en interessante spullen zouden kunnen vinden voor een zacht prijsje. Om in de wijk een electronicawarenhuis te vinden was niet zo moeilijk. Het duurde niet lang of we stonden midden tussen vijf verdiepingen hebbedingetjes. Je kon het zo gek niet bedenken of het was er. Ron keek er z’n ogen uit en had er makkelijk een dag door kunnen brengen. Opvallend was dat de prijzen helemaal niet lager waren dan in Nederland. Sterker, ze waren hoger dan bij ons. Dat maakte het voor Ron wat makkelijker om niks te kopen.
’s Avonds aten we in de buurt van ons hotel in een restaurantje. Leuk was dat de eigenaar erg goed engels sprak. Hij had dan ook een paar jaar in de Verenigde Staten gewoond. De man had kennelijk tijd genoeg en we praatten een hele tijd met de man over koetjes en kalfjes. De man vond het kennelijk ook aangenaam want toen hij even weg was geweest, kwam hij terug met twee bekertjes van lakwerk die hij ons cadeau deed. Hoezo stijve Japanners? Weer terug in het hotel sliepen we voorlopig voor de laatste keer in een Japans bed. Morgen zouden we al weer terug vliegen naar huis.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23