Van Kyoto naar Tokyo
Vandaag een lange reisdag. Vanuit de oude hoofdstad zouden we met een bus naar de huidige hoofdstad Tokyo reizen. We reisden niet met de hele groep, sterker nog we waren maar met vijven in de bus. De rest van de groep had een duur ticket gekocht voor de shinkansen, de snelle trein. Wij vonden honderd euro voor een treinritje naar Tokyo teveel geld en hadden besloten om gewoon met de bus (waarvoor we al hadden betaald) te reizen. Behalve vijf man van de groep reisde ook Remco met de bus mee. Omdat het een gecharterde bus was, hadden we alle ruimte.
We hadden 500 kilometer voor de boeg en we zouden er een kleine acht uur over doen. Daarom vertrokken we al om half acht vanuit het hotel. De reisgenoten die met de shinkansen reisden konden uitslapen. Zij hoefden pas tegen half tien met de trein mee en zouden al voor het middaguur in Tokyo zijn. Wij reden met onze bus via de snelweg. Daardoor schoot het goed op. Helaas regende het in het begin maar al snel werd het droog en begon de zon zelfs te schijnen. We vermaakten ons onderweg met wat praten en we keken de gemaakte foto’s terug. Dat waren er ondertussen al heel wat.
Een paar keer stopte de chauffeur op een grote parkeerplaats en konden we even de benen strekken. Op één zo’n parkeerplaats stond een drankenautomaat die was opengewerkt waardoor je precies kon zien wat er allemaal gebeurde nadat je geld had ingeworpen en je keus had gemaakt. Dat was heel mooi om te zien. In een soort van wegrestaurant kochten we onderweg onze lunch waarna het weer verder ging richting Tokyo.
Ongeveer op drie kwart van de route stopten we weer op een parkeerplaats. Nu niet om te eten of te drinken maar om de Mount Fuji te bewonderen. De meest beroemde berg van Japan lag er prachtig bij en door het ontbreken van wolken was zelfs de besneeuwde top helemaal zichtbaar. De bijna perfecte kegelvorm is maar liefst 3776 meter hoog waardoor die top niet vaak te zien is, maar wij hadden geluk.
Halverwege de middag bereikten we de stadsgrenzen van Tokyo. De bebouwing werd steeds dichter en overal liepen snelwegen als adres door een heel groot lijf. Knap hoe de chauffeur de weg witst te vinden in die wirwar van snelwegen. We reden meer dan een uur door Tokyo voordat we op onze bestemming aankwamen. Dat was het Suigetsu Ohgaiso hotel nabij het Uenopark, iets ten noorden van het centrum van de metropool.
We namen onze intrek in het hotel waarbij het opviel dat de toegangsdeur wel heel laag was voor mensen van onze lengte. Niet dat wij zo groot zijn. We twijfelden er zelfs aan of Japannertjes rechtop door de deur konden. Het kan goed zijn dat men de hoogte met opzet zo laag heeft gemaakt zodat mensen gedwongen worden hun hoofd te buigen als ze binnen komen, hetgeen in Japan als beleefd wordt beschouwd.
Remco nam ons daarna mee voor een korte rondleiding door de buurt. Via allerlei kleine straatjes waar amper een auto door kon, kwamen we met een omweg in het grote Uneopark uit. In het voorjaar is het hier een waar gekkenhuis als de bomen in bloesem staan. Nu was het er een stuk rustiger. In het park liggen drie musea maar die bezochten we niet.
Na de wandeling gingen wij er met z’n tweeën op uit. We hadden honger en zochten een leuk restaurantje. Dat was hier in Ueno geen enkel probleem. In dit erg drukke deel van de stad wemelde het van de restaurants. Wij vonden een klein sushitentje waar de sushichef het lekkers voor je neus vers klaar maakte. Het werd leuk toen Ron een poging deed om in het japans wat groentensushi voor Nicky probeerde bestellen. Hoewel het beslist niet perfect zal hebben geklonken werd het wel begrepen en de sushichef en een paar Japanse gasten grijnsden van oor tot oor om die kale westerling die z’n best deed Japans te praten.
Na het diner slenterden we nog geruime tijd door het stadsdeel en vergaapten ons aan alle neonreclame en kleine winkeltjes die voor ons heel erg obscure spulletjes verkochten.
Reacties