Via Himeji naar Kyoto
Om half negen was iedereen wakker en uitgegeten waarna we in de bus stapten en onderweg gingen naar Kyoto. Deze dag zou een reisdag worden. Hoewel we eerst zouden stoppen in Himeji was het daarna nog een flink eind rijden naar Kyoto. In totaal moesten we vandaag ruim 300 kilometer rijden. Gelukkig zijn de Japanse wegen uitstekend. Alleen hopen op weinig files.
Het grootste stuk snelweg reden we ’s morgens op weg naar Himeji. Deze stad is vooral een bezoek waard vanwege z’n kasteel, de Shirasagi-jo ofwel het Witte Reigerkasteel. Algemeen wordt dit kasteel als het mooiste in Japan beschouwd en het staat sinds 1993 op de Unesco erfgoedlijst. Het kasteel dateert van 1609 en is bovenop een heuvel gebouwd. Met z’n witte muren en sierlijk gevormde daken is het inderdaad een plaatje. Nog voordat we uit de bus waren gestapt hadden we al een paar foto’s gemaakt. Het kasteel heeft een aantal oorlogen overleefd waaronder de Tweede Wereldoorlog. Zowat heel Himeji werd toen verwoest maar het kasteel liep geen schrammetje op. Gelukkig maar want nu konden we volop genieten van dit feodale bouwwerk. Wel stonden er bij een aantal gebouwen op het complex een aantal steigers waarop bouwvakkers bezig waren met een restauratie, maar dat kon de pret niet drukken.
Het weer werkte weer prima mee. Een fijn zonnetje stond aan een strakblauwe hemel. Bij het kasteel is een mooie tuin. Opvallend waren de glad geschoren naaldbomen die eruit zagen als grote bonsaibomen. Veel bomen hadden hun herfsttooi maar heel apart was dat er nog bomen in bloesem stonden. Wij snapten er niks van maar genoten van dit cadeautje en namen veel foto’s.
Nadat we een kaartje gekocht hadden konden we dichterbij het immense bouwwerk komen. In de tuin liepen een aantal personen in klederdracht rond en je kon met hen op de foto. Ron was inmiddels al zo verjapanst dat hij op de foto ging met een geisha en een samurai. Braaf poseerden ze evenals de Japanse adelvrouw die in een handkar werd voortgetrokken. Toen ze zagen dat Ron een foto wilde nemen, stopten ze en bleven braaf staan totdat hij uit gefotografeerd was. Niet alleen acteurs liepen er in mooie kostuums rond. Er liepen ook bezoekers in prachtige kimono’s rond. Ook zij poseerden braaf als we vroegen of we een foto van ze mochten maken. De meesten vonden het een eer als ze op de foto mochten en dankbaar werd er geknikt en gebogen.
Het interieur van het prachtige kasteel stelde wat teleur. Het kasteel was grotendeels leeg. In enkele ruimtes stonden vitrines met beelden en de obligate wapenuitrustingen van samurai’s, maar verder was het niet gemeubileerd.
Tegen de tijd dat we vonden dat we het kasteel goed hadden gezien was het al dik lunchtijd. Op een groot veld tegenover het kasteel was een soort van braderie gaande. Net als in Nederland werden er oude ambachten gedemonstreerd. Thuis vinden we dat niet interessant meer omdat we zoiets al teveel hebben gezien, maar hier was het toch wel mooi om te zien hoe Japanse ambachtslieden hun vak verstonden. Op de braderie vonden ook wat te eten bij één van de vele eetstalletjes die er stonden.
Na de lunch was het nog ruim honderd kilometer rijden naar Kyoto. Het was druk op de snelweg waardoor we niet zo snel konden rijden als we hadden gewild. Pas aan het einde van de middag namen we onze intrek in het Palace Side Hotel, midden in de stad en pal naast het Keizerlijk paleis. De kamers waren, zoals steeds in Japan, klein maar geriefelijk.
Aan het begin van de avond nam Remco de groep mee Kyoto in voor een eerste indruk van deze grote stad. Dat we in een grote stad belandt waren werd ons duidelijk toen Remco ons het centraal station liet zien. Nog nooit zagen we een zo groot en indrukwekkend treinstation als hier. Onder de gigantische moderne overkapping van staal en glas was niet alleen een groot treinstation maar ook een winkelcentrum met weet ik hoeveel verdiepingen. Het zag er allemaal schitterend uit. Vooral omdat het donker was en de Japanners al een voorschot hadden genomen op de kersttijd was alles prachtig verlicht.
Na de rondleiding van Remco gingen wij er met z’n tweeën op uit. We slenterden door wat winkelstraten in het centrum en waren druk met foto’s nemen van kleurrijk uitgelichte etalages en pachinkohallen. Deze avond vonden we in één van de vele winkelcentra een klein Japans restaurantje (die hier gewoon "restaurant" worden genoemd natuurlijk) en aten er een grote kom Udon noodels voordat we terug gingen naar het hotel.
Reacties