Fietsen over de Kibi vlakte
Vandaag vroeg uit de veren want er stond heel wat op het programma. We zouden gaan fietsen over de Kibi vlakte, een in Japan zeldzame vlakte met rijstvelden, dorpjes en tempels. Door de vlakte loopt tussen de steden Soja en Okayama een 15 km lang fietspad. Eerst moesten we echter in Soja zien te komen. Dat bleek niet zo moeilijk want er rijdt een trein vanaf Kurashiki naar Soja. Op het station stonden verschillende futuristische shinkansentreinen maar daarmee zouden wij niet reizen. Remco leidde ons een lokaal boemeltje in waarmee en in no time in Soja. Bij het station huurden we allemaal een fiets. Of liever gezegd fietsje want de rijwielen waren nogal klein voor ons postuur. Een tijdje waren we bezig met het verstellen van de sturen en de zadels zodat we niet steeds met onze knieën tegen het stuur zouden komen. Voor op de fietsjes prijkte een mandje waar onze rugzakjes in verdwenen.
Remco nam de hele groep mee naar een tempeltje in Soja; de Machikado local hall. In de tempel was een ceremonie aan de gang. Van buiten af hoorden we de trommels. Het bleek een soort van privé ceremonie te zijn voor een gezin. Vader, moeder en twee kinderen zaten op lage bankjes terwijl een priester op een grote trom aan het slaan was. Het jongetje vond het blijkbaar niks want hij hield z’n vingers in z’n oren. Toen de ceremonie voorbij was had de priester tijd voor ons en hij leidde ons door de tempel. Op tafels stonden tal van offergaven, variërend van papieren slingers tot pakjes koeken of flesjes drank. Aan de muren tegen het plafond hingen houten panelen met beeltenissen. De tempel stelde eigenlijk niet zoveel voor maar het was de priester die het mooi maakte. Hij nam alle tijd voor ons en poseerde zelfs voor de grote trom.
Hierna was het tijd om te gaan fietsen. Remco liet ons alleen en Nicky en ik fietsten met een aantal Belgen het stadje uit. Vrijwel meteen fietsten we tussen de rijstvelden. Daar konden we kijken hoe de rijst geoogst werd. Niks geen rijen van voorover gebukte mensen, maar 1 man op een soort van tractor die in no time een hele akker van alle rijst ontdeed. Het enige handwerk dat we zagen was het stapelen van het hooi op staken zodat het kon drogen.
De eerste tempel waar we aan voorbij fietsten was de Bitchu Koku Bunji tempel. Eén van de gebouwen was een pagode met vijf daken. Het bleek de laatste gebouwde pagode in Japan te zijn en stamt uit 1844. Vooral met een veld van bloemen op de voorgrond, vormde de pagode een dankbaar foto-onderwerp. Mooier vonden we nog de constructie van de houten pagode. Alle delen paste zo mooi in elkaar dat er geen enkele spijker in het bouwwerk zat.
Hoewel het fietspad duidelijk was, raakten we onderweg toch een keer verdwaald. De ene helft van de groep wist het fietspad wel te volgen, de andere helft vergiste zich een beetje en reed een heel eind om. Toch vonden we elkaar na een half uurtje weer bij de grootste torii die we tot dan toe hadden gezien. De Saijo Inari Torii is maar liefst 28 meter hoog en er loopt een weg onderdoor. Het is de 4e grootste torii in Japan.
Vlakbij de torii stopten we bij het Saiji Inari Shrine, Voordat we de tempels gingen bekijken lunchten we op een bankje. We hadden de avond ervoor voor de lunch gezorgd en Ron had weer een o bento gekocht. Lekker in het zonnetje aten we ons eten op. Terwijl we daar zo zaten kwam er een priester naar ons toe gelopen en ons duidelijk probeerde te maken dat we daar weg moesten. Wat bleek? We zaten op een plek waar men zegeningen uitvoert en er stond weer een ceremonie op stapel. Toen we dat eenmaal hadden begrepen gingen we op een ander bankje zitten waar vandaan we eerste rang zaten voor die ceremonie. Het bleek te gaan om een autozegening. Twee stellen die een nieuwe auto hadden gekocht wilden het blik laten zegenen zodat er veilig mee gereden kon worden. De auto’s werden naast elkaar geparkeerd en alle deuren en de kofferbak werden open gezet. De priester begon vervolgens na de nodige gebeden de auto’s te bewieroken. De eigenaars stonden er devoot bij.
Na dit tafereel bekeken we op ons gemak de tempelgebouwen. Mooi was dat er veel actie was. In de grote hal was een ceremonie aan de gang en we konden die onopgemerkt gadeslaan en fotograferen en filmen. Buiten waren veel mensen bezig met offeren. Er stonden tal van ijzeren ketels met zandt erin. In dat zand werden wierookstokjes gestoken die een heerlijke geur over het hele terrein verspreidden. Overal werden offergaven bij altaartjes achter gelaten. Mooi was een houten beeld van een ezel in een kooi. Voor die kooi lagen wortels bij wijze van offer. Op het terrein was vee te zien. Indrukwekkend waren de grote muren met daaraan niks dan houten plankjes met daarop wensen en gebeden. Ook de tuin met verschillende torii was mooi.
Vanuit het Saiji Inari Shrine was het maar een klein stukje fietsen naar Okayama. Dat was wel gevaarlijk fietsen. Fietspaden zijn relatief onbekend in Japan en de vele auto’s reden rakelings langs onze fietsjes. Het was dan ook goed uitkijken. Bij het treinstation van Okayama leverden we onze huurfietsen weer in en namen de lokale trein naar Kurashiki terug. Daar hadden we nog wat tijd en daarom liepen we eerst naar een overdekt winkelcentrum voor een lekkere cappuccino bij Starbucks. Vanuit het winkelcentrum was het maar een korte wandeling naar het Bikan gebied. Het Bikan gebied is het oude historische centrum van de stad. Het was er erg leuk toeven. Aan weerszijden van een riviertje stonden gerestaureerde pakhuizen en andere gebouwen die nu dienst deden als winkeltjes. Het was er heel groen en in de schemer kwamen de lampionnen bij de winkels heel gezellig over. Nicky werd er een tijdje lang gevolgd door een Japanner. Uiteindelijk bleek het een man te zijn die graag met die grote blanke toerist in contact kwam, maar hij was kennelijk erg verlegen want toen hij ons eindelijk durfde aan te spreken, kwam hij niet verder dan het vragen van de tijd.
Het was al donker toen we na een eenvoudig diner naar het hotel terug slenterden waar we druk waren met de vele foto’s onder het genot van een Japans biertje.
Reacties