De Internationale wandeltocht, dag 1
Deze dag stond de eerste dag van de International Two Days Happiness March op het programma. Dat is een tweedaagse wandeltocht die onderdeel uitmaakt van de serie IML wandelingen. Wij zijn lid van de IML en omdat we toch in de buurt waren, hadden we ons ingeschreven voor deze sportieve tocht.
We wilden bijtijds van start en daarom stonden we vroeg op. Het ontbijt in het hotel was nagenoeg geheel Chinees. Voor de rest was er alleen wat brood met jam. Wij kozen toch voor deze laatste optie omdat ‘s morgens om zeven uur een warme Chinese maaltijd wegwerken niet helemaal ons ding is. Omdat we ons hotel goed hadden gekozen was de reis naar het startpunt in een buitenwijk van Taipei een eitje. We liepen in vijf minuten naar het centraal station en namen daar een rechtstreekse metro naar het startpunt. Er waren veel andere wandelaars met dezelfde gedachte en daarom was de metro erg druk. Veel mensen droegen het groene T-shirt dat je bij inschrijving van deze tocht kreeg. Wel leuk want zo kon je elke wandelaar herkennen. We vonden na een paar haltes toch nog een zitplaatsje. Rond een uur of acht waren we bij het startpunt op een groot sportveld voor een school. Daar stonden honderden mensen zich te rekken en te strekken onder leiding van een instructeur. Wij hadden daar geen tijd voor want we moesten ons nog melden en betalen voor de tocht. Na wat vragen werd ons het juiste kraampje gewezen en daar stonden we keurig op een grote lijst. Na betaling kregen ook wij zo’n groen T-shirt alsmede een stempelkaart en nog wat dingetjes zoals een veel te klein paar sokken.
Nadat het eerste stempeltje op onze startkaart was gezet, konden we vertrekken. Het was toen pas half negen. Omdat er niet zoveel westerse mensen meededen, vielen we nogal op. Daarom werd ons bij het verlaten van het sportveld ook meteen een microfoon onder onze neuzen gestoken en werd ons gevraagd wat te zeggen. Nadat we iedereen een fijne wandeling hadden gewenst begonnen we aan de eerste etappe. De eerste kilometers liepen we door de stad en omdat de paadjes smal waren en de Taiwanezen niet doorliepen, lag het tempo laag. Gelukkig werd de route breder en werd het lopersveld uit elkaar getrokken zodat het fijner wandelen was. De route stond zeer duidelijk aangegeven en bij elk bordje stond ook nog eens een vrijwilliger. We werden overal hartelijk begroet. Wat een vriendelijkheid overal.
Na een paar kilometer door de stad kwamen we in een gebied met natuurlijke zwavelbronnen. Hier stikte het van de spahotels maar de geur van rotte eieren was niet bepaald aangenaam. Het traject ging nu ook omhoog en even moesten we flink klimmen. Omdat het wat benauwd weer was, was het zweten geblazen. Eenmaal buiten de stad liepen we langs nog veel meer zwavelbronnen. Hier moesten we ook geruime tijd trappen af lopen wat minder fijn was.
Toen de kortere afstanden van de route waren werd het heerlijk rustig wandelen door de buitenwijken van Taipei. Toch was de route niet overal even mooi. Af en toe liepen we door een industriegebied of langs een drukke doorgaande weg waar we bij elke kruising keilang moesten wachten op die stomme stoplichten. We hielden het droog tot op zo’n twee kilometer voor de finish toen we een licht buitje kregen te verwerken. Gelukkig hadden we parapluutjes bij ons.
Om kwart voor één waren we weer terug op het sportveld en zat de eerste etappe er al op. We hadden 21,5 km gelopen. Na het afstempelen werden we als VIP’s behandeld. Anders dan de Taiwanese lopers kregen we een lunchpakket compleet met fruit en blikken bier wat we in een speciale tent allemaal konden nuttigen. Wij hadden ook wel het vermoeden dat wij veel meer betaald hadden voor de wandeling dan de Taiwanezen maar de verzorging was dan ook meer dan prima. Geruime tijd zaten we in de tent en kletsen wat met andere lopers.
Tegen tweeën vonden we het welletjes en namen een drukke metro terug naar het centraal station. Daar aangekomen konden we de juiste uitgang niet vinden waardoor we prompt aan de verkeerde kant weer boven de grond kwamen en we nog eens 1,1 km naar het hotel moesten lopen. Daar sprongen we onder de douche en deden een dutje.
‘s Avonds aten we in een tentje in de buurt en brachten we nog een bezoekje aan Starbucks. De rest van de avond waren we op ons kamer te vinden en gingen we vroeg slapen want morgen is er weer een etappe.
We wilden bijtijds van start en daarom stonden we vroeg op. Het ontbijt in het hotel was nagenoeg geheel Chinees. Voor de rest was er alleen wat brood met jam. Wij kozen toch voor deze laatste optie omdat ‘s morgens om zeven uur een warme Chinese maaltijd wegwerken niet helemaal ons ding is. Omdat we ons hotel goed hadden gekozen was de reis naar het startpunt in een buitenwijk van Taipei een eitje. We liepen in vijf minuten naar het centraal station en namen daar een rechtstreekse metro naar het startpunt. Er waren veel andere wandelaars met dezelfde gedachte en daarom was de metro erg druk. Veel mensen droegen het groene T-shirt dat je bij inschrijving van deze tocht kreeg. Wel leuk want zo kon je elke wandelaar herkennen. We vonden na een paar haltes toch nog een zitplaatsje. Rond een uur of acht waren we bij het startpunt op een groot sportveld voor een school. Daar stonden honderden mensen zich te rekken en te strekken onder leiding van een instructeur. Wij hadden daar geen tijd voor want we moesten ons nog melden en betalen voor de tocht. Na wat vragen werd ons het juiste kraampje gewezen en daar stonden we keurig op een grote lijst. Na betaling kregen ook wij zo’n groen T-shirt alsmede een stempelkaart en nog wat dingetjes zoals een veel te klein paar sokken.
Nadat het eerste stempeltje op onze startkaart was gezet, konden we vertrekken. Het was toen pas half negen. Omdat er niet zoveel westerse mensen meededen, vielen we nogal op. Daarom werd ons bij het verlaten van het sportveld ook meteen een microfoon onder onze neuzen gestoken en werd ons gevraagd wat te zeggen. Nadat we iedereen een fijne wandeling hadden gewenst begonnen we aan de eerste etappe. De eerste kilometers liepen we door de stad en omdat de paadjes smal waren en de Taiwanezen niet doorliepen, lag het tempo laag. Gelukkig werd de route breder en werd het lopersveld uit elkaar getrokken zodat het fijner wandelen was. De route stond zeer duidelijk aangegeven en bij elk bordje stond ook nog eens een vrijwilliger. We werden overal hartelijk begroet. Wat een vriendelijkheid overal.
Na een paar kilometer door de stad kwamen we in een gebied met natuurlijke zwavelbronnen. Hier stikte het van de spahotels maar de geur van rotte eieren was niet bepaald aangenaam. Het traject ging nu ook omhoog en even moesten we flink klimmen. Omdat het wat benauwd weer was, was het zweten geblazen. Eenmaal buiten de stad liepen we langs nog veel meer zwavelbronnen. Hier moesten we ook geruime tijd trappen af lopen wat minder fijn was.
Toen de kortere afstanden van de route waren werd het heerlijk rustig wandelen door de buitenwijken van Taipei. Toch was de route niet overal even mooi. Af en toe liepen we door een industriegebied of langs een drukke doorgaande weg waar we bij elke kruising keilang moesten wachten op die stomme stoplichten. We hielden het droog tot op zo’n twee kilometer voor de finish toen we een licht buitje kregen te verwerken. Gelukkig hadden we parapluutjes bij ons.
Om kwart voor één waren we weer terug op het sportveld en zat de eerste etappe er al op. We hadden 21,5 km gelopen. Na het afstempelen werden we als VIP’s behandeld. Anders dan de Taiwanese lopers kregen we een lunchpakket compleet met fruit en blikken bier wat we in een speciale tent allemaal konden nuttigen. Wij hadden ook wel het vermoeden dat wij veel meer betaald hadden voor de wandeling dan de Taiwanezen maar de verzorging was dan ook meer dan prima. Geruime tijd zaten we in de tent en kletsen wat met andere lopers.
Tegen tweeën vonden we het welletjes en namen een drukke metro terug naar het centraal station. Daar aangekomen konden we de juiste uitgang niet vinden waardoor we prompt aan de verkeerde kant weer boven de grond kwamen en we nog eens 1,1 km naar het hotel moesten lopen. Daar sprongen we onder de douche en deden een dutje.
‘s Avonds aten we in een tentje in de buurt en brachten we nog een bezoekje aan Starbucks. De rest van de avond waren we op ons kamer te vinden en gingen we vroeg slapen want morgen is er weer een etappe.
Reacties