Seoraksan Nationaal Park

Dankzij het zachte bed eindelijk weer eens goed geslapen. Dat was maar goed ook want deze dag beloofde een fysiek zware dag te worden. We zijn gaan wandelen in het Seoraksan Nationaal park vlakbij Sokcho. Het was stralend weer en de bomen hier hebben momenteel de mooiste herfstkleuren die je je kunt wensen. We hadden er dan ook gruwelijk veel zin in. Na het ontbijt namen de de bus naar het park. Het openbaar vervoer in Korea kost echt maar een schijntje. Voor omgerekend 66 eurocent werden we netjes naar het park gereden. Nou ja …. netjes? De chauffeur reed als een regelrechte maniak, hij trok zeer snel op en remde steeds bruusk. Stops onderweg duurden niet langer dan 5 seconden. Omdat we moesten staan en we dus aan de riemen hingen, hadden onze armen voor deze dag al genoeg training gehad.

Het park zag er inderdaad prachtig uit met al die bomen in hun herfsttooi. Vooraan in het park stond nog een 14,5 meter hoge Boeddha die natuurlijk op de foto moest. Gelukkig poseerde hij geduldig :-) Iets verder op vonden we nog de prachtige Shinheungsa tempel. De kleuren op de muren van deze tempel kwamen extra mooi over in het herfstlicht.
Daarna was het tijd voor wat actie. We liepen een route die ons naar de Biseondae rots leidde, een ferme brok steen hoog boven een rivier. Het pad hier naartoe was verhard en nagenoeg vlak. Het was dan ook een prettig wandelingetje waarbij we onderweg enkele eekhoorns fotografeerden. Voorbij de rots was het gedaan met de pret. De tocht naar de Geumganggul grot was zeer zwaar. Op de kaart stond dat het slechts 600 meter was, maar men was vergeten er bij te zetten dat die 600 meter verticaal waren. Het pad lag bezaaid met grote keien en was gruwelijk steil. Ook door de warmte, werkten we ons compleet in het zweet om boven te komen. Het allerlaatste stuk bestond uit trappen maar zo hoog en steil dat Ron z’n hoogtevrees toch om de hoek kwam kijken. Bikkel als hij is, klom ie toch naar boven. De grot zelf stelde niks voor, maar het ging om de prestatie van de klim. De afdaling was, zoals verwacht, ook zwaar en we waren moe maar ook heel blij toen we weer beneden stonden. Daar aten we wat bij een kraampje.
’s Middags liepen we een tweede trail. Deze zou ons naar de Biryong watervallen brengen. Ook hier was het pad aanvankelijk goed te belopen maar werd het zwaarder naar het einde toe. Nadat we een tijdje bij de waterval hadden gezeten, liepen we terug naar de parkeerplaats en pakten de bus terug naar Sokcho. Ondanks dat we deze dag slechts 12 kilometer hadden gelopen, was het door de hoogteverschillen en de kwaliteit van de paden, toch een zware maar mooie dag in het park geworden.
In het hotel fristen we ons op voordat we samen met nog een ander stel gingen eten in een klein restaurantje in de buurt van het hotel. We vonden dat we voor deze dag genoeg hadden gelopen. We aten uitstekend voor een paar euro en waren op tijd op de hotelkamer terug om nog aan dit blog te werken. Morgen gaan we naar een Noord Koreaanse onderzeeër.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23