Een dagje met de bus in de omgeving van Gyeongju
Vandaag een dagje met z'n allen in de bus op weg naar enkele bezienswaardigheden in de omgeving van Gyeongju. We moesten er op tijd voor uit ons bed. Dat ging moeizaam. Allebei hadden we niet bijster goed geslapen. Nicky niet omdat Ron zou liggen snurken en Ron niet omdat die steeds om moest draaien van Nicky. Voordat we de bus in gingen genoten we nog een keer van het uitgebreide ontbijtbuffet.
De eerste stop was net buiten Gyeongju bij de Seokkuram grot. Voordat we er waren dachten we echt dat we bij het grootste wereldwonder waren aangekomen. We hebben ongeveer 50 grote bussen geteld op de parkeerplaats bij de grot. Uit die bussen waren enkele duizenden joelende schoolkinderen gestapt die net als wij naar dit Unesco werelderfgoed kwamen kijken. We waren dan ook enigszins teleurgesteld toen we in een door mensen gemaakte grot enkel een granieten Boeddha zagen van 3,5 meter groot. Dat was alles! We waren er dan ook in zo'n twintig minuten weer weg. De volgende bestemming lag een dikke twee kilometer verderop en we besloten daar naar toe te lopen via een mooi pad door de bossen de berg af. Die volgende bestemming was de Bulguksa tempel. Deze tempel uit de achtse eeuw is een belangrijke tempel geweest tijdens het Shilla koninkrijk en nu nog staat ie in hoog aanzien. Dat was te merken aan het aantal bezoekers dat er op af was gekomen. Alle vijftig bussen die bij de Seokkuram grot hadden gestaan, zagen we hier terug. Ook hier dus weer erg veel luidruchtige Koreaantjes die allemaal hun drie zinnetjes Engels op je uit wilden proberen. De tempel zelf was wel erg mooi, mede ook door het vele groen in herfsttooi. Gedurende zo'n drie kwartier slenterden we over het tempelterrein en namen een paar stiekeme foto's. Stiekem omdat er eigenlijk niet gefotografeerd mocht worden, tenminste in de tempelgebouwen. Toch raar in een land waar baby's zowat worden geboren met een camera in hun hand en alles wordt gefotografeerd wat los en vast zit..
Toen we iedereen weer in de bus hadden zitten reden we naar een complex met allemaal pottenbakkerswinkeltjes. De koopwaar werd ook hier gemaakt. We kregen een demonstratie van een man op leeftijd en gezegd moet worden dat hij het pottenbakken deed lijken op iets heel eenvoudigs. Iets wat het beslist niet is. De man was er gewoon erg bedreven in. Natuurlijk is het de bedoeling dat je na zo'n demonstratie ook wat koopt. Dat deden we dan ook. Echter geen aardewerk maar een prachtig klein metalen beeldje van een Shilla-krijger voor in ons WC museum.
's Middags reden we naar de stad Pohang, het centrum van de Koreaanse staalindustrie. We lunchten in de bedrijfskantine van een staalbedrijf! Dat kan gewoon in Korea. De kantine was voorzien van een complete minimarkt, een boekwinkel en een sportzaak! Kom daar maar eens om in Nederland. In het winkeltje kochten we wat eten en nuttigden dat daar ter plaatse. Na de lunch ging Nicky shoppen in de sportzaak en kocht haar 300e rugzak :-) Na de lunch kregen we een rondleiding door het museum van de Posco fabriek. Dat is één van de grote jongens in Pohang en zelfs het 3e grootste staalbedrijf ter wereld. Een dame leidde ons door het museum waar we een onvoorstelbare hoeveelheid propaganda over ons heen kregen. Het leek wel of we in een communistisch land waren terecht gekomen. Voor ons had dit uitje echt niet gehoeven.
Na de Posco-show werden we weer naar ons hotel gereden. Omdat het nog vroeg was, liepen we een eindje langs het meer bij het hotel en deden wat inkopen.
We dineerden deze dag in een Koreaans restaurantje waar Nicky, tot haar grote opluchting, een schnitzel kon bestellen. Ron at er bibimbap, een typisch Koreaans gerecht van rijst met groenten en vlees. We zaten er nog een hele tijd na te tafelen om dat het er erg gezellig was.
Morgen vertrekken we naar de tweede stad in het land, Busan. De weersvoorspelling is minder goed. Hopelijk valt het allemaal mee.
De eerste stop was net buiten Gyeongju bij de Seokkuram grot. Voordat we er waren dachten we echt dat we bij het grootste wereldwonder waren aangekomen. We hebben ongeveer 50 grote bussen geteld op de parkeerplaats bij de grot. Uit die bussen waren enkele duizenden joelende schoolkinderen gestapt die net als wij naar dit Unesco werelderfgoed kwamen kijken. We waren dan ook enigszins teleurgesteld toen we in een door mensen gemaakte grot enkel een granieten Boeddha zagen van 3,5 meter groot. Dat was alles! We waren er dan ook in zo'n twintig minuten weer weg. De volgende bestemming lag een dikke twee kilometer verderop en we besloten daar naar toe te lopen via een mooi pad door de bossen de berg af. Die volgende bestemming was de Bulguksa tempel. Deze tempel uit de achtse eeuw is een belangrijke tempel geweest tijdens het Shilla koninkrijk en nu nog staat ie in hoog aanzien. Dat was te merken aan het aantal bezoekers dat er op af was gekomen. Alle vijftig bussen die bij de Seokkuram grot hadden gestaan, zagen we hier terug. Ook hier dus weer erg veel luidruchtige Koreaantjes die allemaal hun drie zinnetjes Engels op je uit wilden proberen. De tempel zelf was wel erg mooi, mede ook door het vele groen in herfsttooi. Gedurende zo'n drie kwartier slenterden we over het tempelterrein en namen een paar stiekeme foto's. Stiekem omdat er eigenlijk niet gefotografeerd mocht worden, tenminste in de tempelgebouwen. Toch raar in een land waar baby's zowat worden geboren met een camera in hun hand en alles wordt gefotografeerd wat los en vast zit..
Toen we iedereen weer in de bus hadden zitten reden we naar een complex met allemaal pottenbakkerswinkeltjes. De koopwaar werd ook hier gemaakt. We kregen een demonstratie van een man op leeftijd en gezegd moet worden dat hij het pottenbakken deed lijken op iets heel eenvoudigs. Iets wat het beslist niet is. De man was er gewoon erg bedreven in. Natuurlijk is het de bedoeling dat je na zo'n demonstratie ook wat koopt. Dat deden we dan ook. Echter geen aardewerk maar een prachtig klein metalen beeldje van een Shilla-krijger voor in ons WC museum.
's Middags reden we naar de stad Pohang, het centrum van de Koreaanse staalindustrie. We lunchten in de bedrijfskantine van een staalbedrijf! Dat kan gewoon in Korea. De kantine was voorzien van een complete minimarkt, een boekwinkel en een sportzaak! Kom daar maar eens om in Nederland. In het winkeltje kochten we wat eten en nuttigden dat daar ter plaatse. Na de lunch ging Nicky shoppen in de sportzaak en kocht haar 300e rugzak :-) Na de lunch kregen we een rondleiding door het museum van de Posco fabriek. Dat is één van de grote jongens in Pohang en zelfs het 3e grootste staalbedrijf ter wereld. Een dame leidde ons door het museum waar we een onvoorstelbare hoeveelheid propaganda over ons heen kregen. Het leek wel of we in een communistisch land waren terecht gekomen. Voor ons had dit uitje echt niet gehoeven.
Na de Posco-show werden we weer naar ons hotel gereden. Omdat het nog vroeg was, liepen we een eindje langs het meer bij het hotel en deden wat inkopen.
We dineerden deze dag in een Koreaans restaurantje waar Nicky, tot haar grote opluchting, een schnitzel kon bestellen. Ron at er bibimbap, een typisch Koreaans gerecht van rijst met groenten en vlees. We zaten er nog een hele tijd na te tafelen om dat het er erg gezellig was.
Morgen vertrekken we naar de tweede stad in het land, Busan. De weersvoorspelling is minder goed. Hopelijk valt het allemaal mee.
Reacties