Nagasaki - Shimabara - Kumamoto - Aso

Vandaag een reisdag. Vandaar dat we in de ryokan wat ontbeten en al om haf acht in het busje zaten. Deze dag zouden we het eiland Kyushu verlaten en naar de Amakusa eilanden varen. Onderweg stonden echter diverse stops op het programma.
De eerste stop was al na zo’n veertig kilometer in het plaatsje Unzen. Daar bevinden zich de Jigoku Hotsprings die deel uitmaken van het oudste nationale park in Japan. Jigoku is Japans voor „hel" en wij konden ons daar wel iets bij voorstellen. Het hele plaatsje is vergeven van stomende zwavelbronnen. Het stonk er dan ook behoorlijk. Lopend op houten vlonders liepen we door het terrein waarbij we er wel voor waakten om niet van die vlonders te geraken, bang om te verbranden. Dat de stoom die uit de grond kwam heet is, bleek wel toen we een ketel met water op zo’n stoompijp zagen staan. Het water kookte in minder dan geen tijd. De Japanners maakten handig gebruik van al die natuurlijke warmte en in het dorp waren verschillende onsen oftewel Japanse warmwaterbaden. Daar kwamen weer veel autochtonen op af. Met bussen tegelijk kwamen ze naar hier om te baden. Wij hielden het hier bij rondkijken omdat we nog een hele reis voor de boeg hadden.
Tegen het middaguur kwamen we aan in de havenplaats Shimabara. Hier zouden we de ferry naar Kumamoto nemen, maar we waren wat vroeg. Dat gaf ons de tijd om eens rond te neuzen in een Japanse supermarkt om daar de lunch te kopen. Natuurlijk zagen we in de winkel spullen die ons bekend voor kwamen maar er waren meer goederen die we niet kenden dan wel. We hielden het voor wat betreft onze lunch lekker veilig. Nicky kocht was broodjes en Ron koos weer voor een heerlijk gevulde o Bento. Voor drinken hoef je in Japan nooit ver te zoeken. Op elke hoek van de straat staan automaten met zowel warme als koude dranken. En ondanks al het Japans op die apparaten hadden we er ieder zo een drankje uit gehaald.
Toen de ferry vertrok namen we plaats op het achterdek van de boot. Zodoende hadden we een mooi uitzicht op het eiland Kyushu en met name op Mount Unzen, een actieve vulkaan die in 1991 voor het laatst haar krachten heeft laten zien. Het uitzicht was prachtig en we vergaten bijna te eten. Gedurende de overtocht die een klein uur duurde vonden we toch tijd om onze lunch weg te werken.
In Kumamoto stapten we in een andere bus met een andere chauffeur en reden naar het Suizenji Park. Suizenji is een Japanse tuin en wij kregen ruim de tijd om die te bekijken. De tuin dateert uit 1636 en is opgezet door een samurai genaamd Hosokawa Tadatoshi. Zoals alle Japanse tuinen was ook deze perfect onderhouden. 
De belangrijkste attractie was een verkleinde weergave van Mount Fuji. In de tuin was het niet alleen bloem en plant wat de klok sloeg. Men had er ook wat tempeltjes in gebouwd en op verschillende plaatsen zagen we de bekende Japanse torii, de rode poorten. Ook was er ruimte voor reflectie. Je kon een houten plankje kopen en hierop een wens schrijven in de hoop dat die uitkwam natuurlijk.
Buiten de tuin stikte het van de souvenirsverkopers maar tot nu toe hadden we nog weinig moois gezien dat paste in onze verzameling. We hadden echter nog twee weken om iets te vinden, dus maakten we ons niet druk.Aan het einde van de middag reden we naar het plaatsje Aso. Daar namen we onze intrek in een ryokan. Deze was echter wat groter en onpersoonlijker dan die in Nagasaki maar onze kamer was prima en we zouden vast weer lekker slapen op de futons en tatamimatten.
Voor het diner gingen we met de hele groep naar een restaurantje om daarna naar een heuse onsen te gaan. Je kunt niet in Japan zijn geweest zonder een onsen te hebben bezocht. Remco nam ons mee naar één van de grotere onsen in Aso. Baden doe je in Japan sekse gescheiden. Jammer want nu konden we niet samen badderen. Nadat we ons hadden uitgekleed kregen we van een vrouw een spons en zeep aangereikt en was het de bedoeling dat je je eerst grondig waste voordat je in de baden ging. Je kon daartoe plaats nemen op een laag plastic stoeltje en er werd goed op je gelet of je jezelf wel goed schoon boende voordat je te water ging. 
Eenmaal schoon kon je dan plaatsnemen in verschillende baden met water variërend van ijskoud tot bijna-niet-te-hebben-warm. Het was heerlijk ontspannend en vooral de afwisseling van de baden was lekker. De Japanse badgasten keken maar raar op van al die westerlingen en moesten er maar weinig van hebben. Als we met een man of drie in een bad stapten, gingen de Japanners in een ander bad zitten. Toeristen zijn hier kennelijk een nog niet geheel bekend verschijnsel of men voelde zich minderwaardig bij het zien van die grote piemels :)
Na een uurtje badderen waren we helemaal rozig. Tijdens het wachten totdat iedereen weer aangekleed was, konden we bij de receptie even op het internet zodat we onze e-mail konden checken. Geen nieuws is goed nieuws en dat bleek het geval.
Het zal duidelijk zijn dat we deze nacht heerlijk sliepen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23