Beppu - Matsuyama
De eieren zijn een ware verkoophit. We hadden de afgelopen week al aardig wat vulkanische kracht in Japan gezien en hoewel het erg leuk was om langs de diverse poelen te lopen, raakten we een beetje gewend aan al dat natuurgeweld. Hoe verwend kan je zijn. Toch vermaakten we ons prima in het park. Dat kwam ook door de aanwezigheid van een grote kas met daarin een vijver met de grootste waterlelie’s ter wereld; de Victoria Amazonica. Hoewel hier niet zo groot, kunnen deze waterlelie’s een doorsnede van 3 meter bereiken. Ze kunnen ook een gewicht van 20kg hebben en er worden wel eens kinderen op z’n waterlelie gezet bij wijze van attractie. Dat gebeurde hier niet maar de lelie’s waren prachtig, temeer omdat ze in bloei stonden. De bloemen hadden de meest fantastische kleuren en we waren dan ook een hele tijd druk met het fotograferen van die bloemen.
Onze volgende stop was in Usuki. Daar heb je een grot met daarin tientallen stenen Boeddhabeelden. Voor Japan is dat uniek omdat in dit land veruit de meeste Boeddhabeelden van hout of metaal zijn. De plek is dan ook een nationaal monument in Japan. Dat betekent automatisch veel toeristen en op de grote parkeerplaats stonden dan ook al veel bussen toen wij daar aan kwamen. Toch viel het in het park wel mee met de drukte omdat het een groot park is. In circa 30 minuten liepen we langs de vele Boeddha’s. Omdat wij al veel in Azië gereisd hebben, waren de beelden voor ons niet zo speciaal maar daar dachten de Japanners anders over. Er werd veel gefotografeerd en anderen aanbaden de beelden. Menig wierookstokje werd op een altaartje verbrand.
Vlakbij de Boeddha’s in Usuki lagen wat rijstvelden en dat was voor Remco een gelegenheid de groep wat te vertellen over de rijstcultuur in dit land. Daarna reden we naar de haven vlakbij Beppu in Oita om daar de wachten op de ferry die ons naar het volgende eiland te brengen; Shikoku. We waren wat vroeg maar wachten was geen straf. Het was heerlijk weer en in de haven was genoeg te doen om je te vermaken. Toen de ferry lag aangemeerd en de boeg omhoog was gescharnierd zodat de voertuigen aan boord konden rijden, namen we afscheid van onze chauffeur omdat de bus niet mee zou gaan naar Shikoku.
De overtocht duurde zo’n vier uur en gedurende die tijd waren we druk met rondkijken, kletsen en we keken wat foto’s die we hadden gemaakt, terug. Tegen de tijd dat we in Yawatahama op Shikoku aankwamen begon de zon al in de zee te zakken. Dat deed ze wel op een hele mooie manier. Er was geen wolkje aan de lucht waardoor de bol vuurrood was toen die het water „raakte”. Er werden heel wat foto’s gemaakt.
Een busrit bracht ons naar het station in Matsuyama. Ons hotel, Kajiwara, lag op zo’n 100 meter van het treinstation vandaan. Onze kamer in dit hotel was zo klein dat de twee eenpersoonsbedden niet naast elkaar konden staan. In plaats daarvan stonden ze met de hoofdeinden tegen elkaar en was er verder nauwelijks plaats voor onze tassen. Lang bleven we echter niet op de kamer want het was etenstijd en we waren wel toe aan wat eten. Het was even zoeken naar een geschikt restaurantje. We liepen eerst naar het treinstation terug met de bedoeling daar wat te kopen, maar we vonden niks geschikts. In een klein winkelcentrum vonden we op een gegevens moment een klein restaurantje waar ze zogenaamde okonomiyaki verkochten. Dat zijn hartige pannenkoeken die ons heerlijk smaakten. Met een voldaan gevoel doken we deze avond dan ook ons bed in.
Reacties