Villagewalk Lake Bunyonyi
Afgelopen nacht beroerd geslapen vanwege het smalle bedje waarin we lagen. Natuurlijk trok Nicky, zoals altijd, alle dekens naar zich toe. Bovendien had een mug haar uiterste best gedaan om ons te steken. Er had geen klamboe boven het bed gehangen en 's nachts hadden we haar al horen zoemen. 's Ochtends bleek dat we allebei diverse keren waren gestoken. Gelukkig was de ochtenddouche lekker warm.
Na het ontbijt maakten we kennis met
Bosko, een local, die ons zou meenemen op een zogenaamde villagewalk.
We hadden al heel wat wilde dieren in Uganda gezien, maar nog
nauwelijks contact gemaakt met de mensen in dit prachtige land. Daar
wilde we wat verandering in brengen en hadden we de avond ervoor deze
wandeling geregeld. Alleen Nicky en ik gingen mee. De rest van de
groep wilde toch liever bij de beesten blijven. De wandeling begon
met een pittig klimmetje de heuvel op over een uiterst smal en
glibberig paadje. Eenmaal een eind op de helling hadden we een nog
mooier uitzicht over de omgeving dan dat we in de lodge al hadden. De
eerste woning die we bezochten was Bosko's eigen huis. Om daar te
komen moesten we halsbrekende toeren uithalen over een zeer steil
pad. Maar goed dat wij hier niet elke dag enkele keren op en neer
hoeven. Bosko's huis was nog niet zo oud. Hij had het zelf gebouwd
van hout, modder en het had een blinkend golfplaten dak. Het huis was
nog niet helemaal af. Zo was hij nog aan het sparen voor een dak op
zijn keuken, voor vloertegels en voor een watertank. Nu moest hij
dagelijks naar beneden naar het meer om daar 30 liter water te halen
in jerrycans. Erg zwaar werk, gezien de steile helling die hij steeds
af en op moet. Zijn oudste dochter van 4 jaar oud gaat steeds met hem
mee en draagt inmiddels 3 liter water op haar hoofdje. Zo'n watertank
kost vanaf 250.000 shilling (ongeveer 85 euro). Eenmaal in het bezit
van zo'n tank zou hij regenwater op kunnen vangen en niet steeds naar
het meer moeten lopen. We maakten kennis met zijn vrouw die druk
bezig was met het wassen van schoenen. We mochten ook in zijn woning
kijken. Daar was niet veel van waarde of het moeten de grote stapels
kleding zijn die we zagen. Er was ook geen elektriciteit in het
huisje. Alles werd verlicht met olielampen waardoor de muren al
donker waren uitgeslagen. De inrichting verbaasde ons een beetje. In
de keuken stond hoegenaamd geen meubilair terwijl de hele woonkamer
volgestapeld stond met stoelen en banken en overal lagen of hingen
kleren. Een grote Ikea-kast zou hier geen overbodige luxe zijn.
Bosko vertelde ook over sommige
gewoontes hier in Uganda. Hij zelf was opgegroeid bij een tante nadat
zijn eigen ouders waren gestorven. Toen zijn tante in 2010 stierf,
bleef haar huisje leeg achter. Haar eigen kinderen woonden ergens
anders en hoefden het huisje niet. Bosko mocht er echter niet gaan
wonen omdat hij geen natuurlijk kind van de vrouw was. Resultaat was
dat het huisje van tante nu leeg stond en hij een eigen woning had
moeten bouwen!
De volgende stop maakten we een eindje
verderop bij het huisje van een 85-jarig vrouwtje. Dat was daar wel
lachen geblazen want het vrouwtje was nog erg bij de pinken en had er
goede zin in. Toen ze ons zag moest ze ons eerst omhelzen en
betasten. Ze vond dat we er goed uitzagen; we waren groot en dik.
Vooral Ron z'n buik kon haar goedkeuring wegdragen. Het vrouwtje liet
ons zien hoe ze wat geld verdiend door zaadjes te vermalen. Van die
zaadjes maken de Ugandezen een pap die vaak als ontbijt naar binnen
wordt gewerkt. Met een steen in haar hand plette ze de zaadjes op een
soort van vijzel. Haar ging het goed af. Nicky moest het ook
proberen, tenslotte was dit vrouwenwerk. Nicky kostte het aanzienlijk
meer moeite om de zaadjes klein te krijgen. Al die tijd had het
vrouwtje de grootste lol. Wij ook overigens. Een andere bron van
inkomsten was het handwerk dat ze verkocht. Wij vonden de gevlochten
schaaltjes maar niks maar konden het niet maken om niks te kopen.
Daarom kochten we het kleinste schaaltje dat we konden vinden.
Vrouwtje blij, wij blij.
Volgende stop was bij een school voor
kleine weesjes, the Little Angels. Pal aan het water was een
schooltje met drie klasjes. Zodra we in één van de klassen kwamen
begon de hele bups van meer dan 20 ukkies van 5, 6, 7 jaar oud te
zingen en moesten we in de bankjes gaan zitten en woonden we op die
manier een les bij. Dat ging allemaal zingend en al spelend leren de
kinderen zo woordjes en sommen. We zaten ruim een half uur in de klas
en al die tijd hebben de ukkies gezongen. Mooi was het om te zien hoe
de kinderen door elkaar worden gestimuleerd om goed mee te doen.
Steeds als een kind een goed antwoord had gegeven, zong de rest van
de klas hem of haar toe met de woorden “You are so good and
precious”. Nicky moest ook nog even voor onderwijzeres spelen.
Zodra de uitkomst van de sommen die ze op het bord schreef boven het
getal 10 kwamen, werd het voor de klas te moeilijk. Ze hebben dus nog
een lange weg te gaan. Het was wel heel erg leuk om dit zo eens
gezien te hebben. Natuurlijk was er na afloop een “verplichte”
donatie, maar we gaven graag wat geld zodat deze kinderen hun
opvoeding konden genieten. Aan het einde van de wandeling keken we
nog even binnen bij een lokale artshop, maar daar vonden we niks van
onze gading. Het zou sowieso nog lastig worden om leuke souvenirs te
vinden in Uganda. Het is er nu eenmaal (nog) niet toeristisch.
Terug in de lodge aten we een sandwich
voordat we 's middags door een prachtig landschap naar het stadje
Kisiro reden. Kisoro ligt vlakbij de grenzen met Congo en Rwanda en
is de uitvalsbasis voor de gorillatrekkings. Wij zouden morgen naar
de berggorilla's op zoek gaan. Tot die tijd genoten we van de rit
door het landschap. Overal waar kinderen ons zagen, riepen ze
“Mzungu” wat “blanke” betekent. Dat is niet onaardig bedoeld,
maar meer als groet. Toch zie ik het ons nog niet doen in Nederland;
“neger” roepen naar elke donker gekleurde medemens. Wij namen er
in ieder geval geen aanstoot aan en zwaaide steeds vrolijk terug. Vlak voor Kisoro reden we voorbij aan een vluchtelingenkamp van de VN voor mensen die Congo zijn ontvlucht. Leuker was dat de weg dwars over een landingsbaan liep. Je zal maar landen met je vliegtuigje en steekt er zomaar een auto over. Dat zoiets nooit fout gaat.
Omstreeks 15.00 uur arriveerden we in
Kisoro bij het Travellers Rest, een prachtig hotel waar ook de
wereldberoemde gorilla-onderzoekster Dian Fossey vaak verbleef. Dit
was het mooiste onderkomen tot nu toe met leuke en ruime kamers
rondom een mooie tuin. Het hoofdgebouw had een koloniale inrichting
en overal hing of stond Afrikaanse kunst. Het mooie was dat we hier
vier nachten zouden verblijven. Buiten op de veranda dronken we wat
toen hotelhond Sushi Ron z'n glas omgooide. Meteen kreeg hij een
nieuw pilsje aangereikt.
Na een dutje zijn we gaan dineren. Dit keer was het hoofdgerecht steeds in buffetvorm.
We zijn vroeg gaan slapen in verband met de zware gorillatrekking van morgen.
Na een dutje zijn we gaan dineren. Dit keer was het hoofdgerecht steeds in buffetvorm.
We zijn vroeg gaan slapen in verband met de zware gorillatrekking van morgen.
Reacties