Op zoek naar de schoenbekooievaar
Deze dag waren we heel erg vroeg weer wakker (04.55u) voor een excursie. Ontbijten zo vroeg is geen succes en met moeite werkten een bananenpannenkoek of wat toast met jam weg. In het pikkedonker reden we daarna met de jeep met James en Vicky mee voor de anderhalf uur durende trip naar het Mabamba moeras. De reden voor deze vroege tocht was het vinden van de zeer zeldzame shoebill, of schoenbekooievaar in het Nederlands, een beest zo lelijk dat ie weer mooi wordt. De bek van het beest heeft inderdaad veel weg van een schoen. We reden een heel eind het traject dat we gisteren ook hadden gereden en dat betekende weer “African massage”.
Ineens
stopte de auto en werd er in het Ugandees overlegd door James en
Vicky en moesten we uitstappen. Niet om daar in de boten te gaan,
maar om vervolgens bijna een uur over diezelfde weg te moeten lopen
naar de boten! Vicky wilde niet dat we eerder aankwamen dan de gids,
maar wij namen het haar wel kwalijk want het was ondertussen
behoorlijk warm geworden.
Uiteindelijk zijn we, eenmaal bij het moeras, in twee boten gestapt die werden geroeid door locals. Eerst voeren we door een ruime vaargeul waar we veel vogels zaten zitten die we op ons gemak konden fotograferen, maar op een gegeven moment voeren we door zeer smalle watertjes die vol zaten met papyrus en waterlelies. Hier konden we echter nog varen omdat het water daar diep genoeg voor was. Op een gegeven moment werd het water echter zo ondiep dat de gids uit moest stappen om de boot vlot te duwen/trekken. Het was zeer zwaar werk voor de roeiers en de gids. Karel, één van de Tsjechen stapte ook uit en samen zorgden ze ervoor dat we op een plek kwamen van waaruit we één van de negen shoebills zagen die er in dit moeras leven. In heel Uganda leven maar zo'n 200 shoebills, dus we hadden geluk dat we er eentje zagen. Het grappige beest dat solitair leeft, bleef al die tijd rustig zitten en wij stonden op zo’n 20 meter in onze bootjes te fotograferen.
Uiteindelijk zijn we, eenmaal bij het moeras, in twee boten gestapt die werden geroeid door locals. Eerst voeren we door een ruime vaargeul waar we veel vogels zaten zitten die we op ons gemak konden fotograferen, maar op een gegeven moment voeren we door zeer smalle watertjes die vol zaten met papyrus en waterlelies. Hier konden we echter nog varen omdat het water daar diep genoeg voor was. Op een gegeven moment werd het water echter zo ondiep dat de gids uit moest stappen om de boot vlot te duwen/trekken. Het was zeer zwaar werk voor de roeiers en de gids. Karel, één van de Tsjechen stapte ook uit en samen zorgden ze ervoor dat we op een plek kwamen van waaruit we één van de negen shoebills zagen die er in dit moeras leven. In heel Uganda leven maar zo'n 200 shoebills, dus we hadden geluk dat we er eentje zagen. Het grappige beest dat solitair leeft, bleef al die tijd rustig zitten en wij stonden op zo’n 20 meter in onze bootjes te fotograferen.
De weg terug was weer hard werken voor
de bemanning vanwege het ondiepe water. De Tsjechen hielpen echter
dapper mee. Om kwart voor elf waren we weer terug bij de jeep en was
het weer anderhalf uur hobbelen, terug naar het guesthouse in
Entebbe.
De rest van de middag hebben we geluierd in de tuin van het guesthouse. Nicky was er druk met de vele vogels die er zaten. Elk afzonderlijk beest moest en zou op de foto. Ron was druk met foto’s op de computer zetten. Daarnaast hebben we veel gelezen en ge-internet en wat bijgeslapen.
Vanwege de 50e Onafhankelijkheidsdag van Uganda werd er een vliegtuigshow georganiseerd en dat ging niet geheel ongemerkt aan ons voorbij. Gedurende een uur vlogen er ’s middags straaljagers boven het guesthouse met gigantisch veel herrie tot gevolg. Eén keer dachten we zelfs dat een straaljager binnen kwam vliegen, zo laag vloog dat ding. Alle ruiten trilden in hun sponningen en de vogels waar Nicky naar op zoek was, waren nergens meer te bekennen.
Om vier uur namen we afscheid genomen van de Tsjechen die een dag eerder naar huis vlogen dan wij. Gelukkig hadden wij nog een dag om wat bij te komen van alle avonturen. Nu waren we nog maar het zessen. We leken de tien kleine negertjes wel.
Om 18.30 uur was er weer een diner in de tuin waarna we in de daar en op de kamer nog wat hebben gerelaxt.
De rest van de middag hebben we geluierd in de tuin van het guesthouse. Nicky was er druk met de vele vogels die er zaten. Elk afzonderlijk beest moest en zou op de foto. Ron was druk met foto’s op de computer zetten. Daarnaast hebben we veel gelezen en ge-internet en wat bijgeslapen.
Vanwege de 50e Onafhankelijkheidsdag van Uganda werd er een vliegtuigshow georganiseerd en dat ging niet geheel ongemerkt aan ons voorbij. Gedurende een uur vlogen er ’s middags straaljagers boven het guesthouse met gigantisch veel herrie tot gevolg. Eén keer dachten we zelfs dat een straaljager binnen kwam vliegen, zo laag vloog dat ding. Alle ruiten trilden in hun sponningen en de vogels waar Nicky naar op zoek was, waren nergens meer te bekennen.
Om vier uur namen we afscheid genomen van de Tsjechen die een dag eerder naar huis vlogen dan wij. Gelukkig hadden wij nog een dag om wat bij te komen van alle avonturen. Nu waren we nog maar het zessen. We leken de tien kleine negertjes wel.
Om 18.30 uur was er weer een diner in de tuin waarna we in de daar en op de kamer nog wat hebben gerelaxt.
Reacties