De Grossglockner Hochalpenstrasse
En gelukkig was het mooi weer toen we deze morgen wakker werden en een lodderig oog naar buiten wierpen. Dat betekende dat ons plan om de Grossglockner Hochalpenstrasse te gaan rijden kon doorgaan. Een rit over deze pas is alleen leuk als je alle bergtoppen kunt zien liggen. Na het ontbijt reden we via Saalfelden en Zell am See naar het dorpje Fusch. Even verderop kochten we voor €37,50 een toegangsbewijs en kon de pret beginnen.
Het was druk op de pas maar dat hadden we kunnen weten. We zitten tenslotte midden in het hoogseizoen en ondanks dat er vanwege de pandemie veel mensen in hun eigen land blijven, zijn er kennelijk toch ook veel die wel de grens over durven. Kijk naar onszelf. Toch was het goed te doen. Als we achter één of andere sukkel zaten, stopten we gewoon even bij een uitzichtpunt zodat we daar dan vanaf waren.
Doordat er zoveel mooie uitzichtpunten waren, schoten we maar langzaam op. Dat gaf echter niks. We hadden tenslotte de hele dag. Om de route vast te leggen hadden we een smartphone in een beugel achter de voorruit geplakt. Middels timelapse opnamen bleef de lengte van de film binnen de perken.
Zo ongeveer halverwege de route reden we naar het Haus Alpine Naturschau, een terras op een bergtop met een smalle bochtige en vooral steile weg er naartoe. Echter was het daarboven zo druk dat we een half uur vast hebben gestaan. Ron had geen zin meer om helemaal naar boven door te rijden en bij de eerste beste gelegenheid tot keren, deed hij dat zodat we onze route richting de Grossglockner weer konden vervolgen.
Stilletjes hadden we nog gehoopt op wat sneeuwbergen, maar die waren alleen nabij de toppen van de bergen te vinden. Op of langs de weg was alles allang gesmolten. Nog diverse keren stopten we. Bij een prachtig bergmeer maakten we een wandeltocht langs mooie watervallen met beneden het ijsblauwe meer en verderop in de achtergrond enkele sneeuwvlaktes.
Zo tegen twee uur kwamen we aan bij de Kaiser-Franz-Josefs-Höhe, het eindpunt van de route. De auto verdween in een grote parkeergarage en wij hadden daarna een prachtig uitzicht op Oostenrijks hoogste berg, de Grossglockner. De gletsjer onder aan de berg was wel een stuk kleiner dan de laatste keer dat we hier waren. Dat was in 2006, maar toen waren we daar begin juni. Wellicht dat dat scheelt. Ook was het er deze keer aanmerkelijk drukker.
Nadat we een uurtje daar boven hadden doorgebracht, besloten we terug te rijden. We hadden immers nog een etappe van de Alternatieve Vierdaagse te lopen. Daar kozen we Zell am See voor uit. Nadat we daar de auto hadden geparkeerd, liepen we onze etappe langs de Zeller See. Aan de oevers lagen massa’s mensen te zonnen. Sommigen waagden zich in het water. Iets meer dan een uur waren we kwijt aan onze wandeling waarna we terug reden naar Fieberbrunn. Daar waren we net op tijd voor het journaal van zes uur en het diner van half zeven.
We hebben een fantastische dag achter de rug en hoewel de auto het zware werk heeft verricht, waren we toch allebei best wel moe. Op tijd naar bed dus.
Het was druk op de pas maar dat hadden we kunnen weten. We zitten tenslotte midden in het hoogseizoen en ondanks dat er vanwege de pandemie veel mensen in hun eigen land blijven, zijn er kennelijk toch ook veel die wel de grens over durven. Kijk naar onszelf. Toch was het goed te doen. Als we achter één of andere sukkel zaten, stopten we gewoon even bij een uitzichtpunt zodat we daar dan vanaf waren.
Doordat er zoveel mooie uitzichtpunten waren, schoten we maar langzaam op. Dat gaf echter niks. We hadden tenslotte de hele dag. Om de route vast te leggen hadden we een smartphone in een beugel achter de voorruit geplakt. Middels timelapse opnamen bleef de lengte van de film binnen de perken.
Zo ongeveer halverwege de route reden we naar het Haus Alpine Naturschau, een terras op een bergtop met een smalle bochtige en vooral steile weg er naartoe. Echter was het daarboven zo druk dat we een half uur vast hebben gestaan. Ron had geen zin meer om helemaal naar boven door te rijden en bij de eerste beste gelegenheid tot keren, deed hij dat zodat we onze route richting de Grossglockner weer konden vervolgen.
Stilletjes hadden we nog gehoopt op wat sneeuwbergen, maar die waren alleen nabij de toppen van de bergen te vinden. Op of langs de weg was alles allang gesmolten. Nog diverse keren stopten we. Bij een prachtig bergmeer maakten we een wandeltocht langs mooie watervallen met beneden het ijsblauwe meer en verderop in de achtergrond enkele sneeuwvlaktes.
Zo tegen twee uur kwamen we aan bij de Kaiser-Franz-Josefs-Höhe, het eindpunt van de route. De auto verdween in een grote parkeergarage en wij hadden daarna een prachtig uitzicht op Oostenrijks hoogste berg, de Grossglockner. De gletsjer onder aan de berg was wel een stuk kleiner dan de laatste keer dat we hier waren. Dat was in 2006, maar toen waren we daar begin juni. Wellicht dat dat scheelt. Ook was het er deze keer aanmerkelijk drukker.
Nadat we een uurtje daar boven hadden doorgebracht, besloten we terug te rijden. We hadden immers nog een etappe van de Alternatieve Vierdaagse te lopen. Daar kozen we Zell am See voor uit. Nadat we daar de auto hadden geparkeerd, liepen we onze etappe langs de Zeller See. Aan de oevers lagen massa’s mensen te zonnen. Sommigen waagden zich in het water. Iets meer dan een uur waren we kwijt aan onze wandeling waarna we terug reden naar Fieberbrunn. Daar waren we net op tijd voor het journaal van zes uur en het diner van half zeven.
We hebben een fantastische dag achter de rug en hoewel de auto het zware werk heeft verricht, waren we toch allebei best wel moe. Op tijd naar bed dus.
Reacties