Nog meer passen
Alweer de laatste hele dag in de Dolomieten. Tuurlijk genoten we na een prima nachtrust van het uitgebreide ontbijtbuffet en hadden we gedurende het ontbijt tal van opmerkingen en pleziertjes over de overduidelijke Italiaanse ober. Hij was het prototype Italiaan; vies bruin en iets te galant tegen alles wat vrouw was. Hij sprak alleen Italiaans waardoor hij niet veel tegen ons durfde te zeggen. Vriendelijk was hij echter wel.
Vandaag hadden we voor de lunch afgesproken met vrienden die ook in de Dolomieten verbleven. Tot die tijd gingen we nog wat passen rijden. Ron kon maar geen genoeg krijgen van al die bochtjes. We reden eerst weer naar Canazei waar we het eerste deel van de Sella pas op reden om daarna de Pordoi pas weer op te rijden in de richting van Arabba. Tot aan de top van de Pordoi pas zaten we achter een paar slome Italianen die niet hard durfden te rijden, maar daarna hadden we de weg min of meer voor onszelf en konden we in eigen tempo de vele haarspeldbochten nemen. Wel apart dat wij, als Nederlanders die niet gewend zijn aan passen rijden, veel beter rijden dan de Italianen die dit toch dagelijks doen.
In Arabba reden we de Campolongo pas op. Die was beduidend minder druk hoewel hier ook veel fietsers met motorrijders waren. Bij het plaatsje Corvara stopten we en genoten we van het fantastische uitzicht op de hoge pieken die het plaatsje omringen. Ook het plaatsje zelf was aangenaam mooi.
We vervolgden onze rit over de Gardena pas die niet onder deed voor de Campolongo. Wat is het overdonderend mooi hier. Met enige regelmaat zetten we de auto aan de kant om beter te kunnen genieten van de omgeving. De Gardena pas ging over in de Sella pas. Die kenden we omdat we afgelopen zaterdag over die pas het gebied waren binnen gereden.
Op de top van de Sella pas was het erg druk. We hadden gedacht in het voorseizoen te zitten, maar daar was hier weinig van te merken. Op de pas ontmoetten we Rob. Met hem en zijn vriendin hadden we daar afgesproken. Rob was met de fiets vanuit Wolkenstein komen rijden. Dat was hem niet aan te zien. Om onze auto daar kwijt te kunnen was een probleem. Het was er zo druk dat we moesten zoeken naar een gratis parkeerplek. Betaald parkeren kon maar dat kostte €5 en dat vertikten we. Uiteindelijk konden we ons Peugeootje 500 meter verderop in de berm kwijt.
Vervolgens ontmoetten we ook Mirjam die te voet aan kwam lopen en gezamenlijk vielen we neer op een gezellig terras. We hadden heel wat bij te praten tijdens de lunch die dan ook lang duurde.
‘s Middags wandelden we nog wat op de Sella pas en pakten toen de auto weer om de Val de San Nicola te gaan bekijken. Dat is een weinig bekende en doodlopende vallei ten oosten van Pozza di Fassa. Het smalle weggetje voerde ons door bossen naar een prachtige verscholen vallei met wat huisjes en een prachtig uitzicht op weer andere bergtoppen. Hier liepen we wat rond voordat we terug reden naar ons hotel.
Daar relaxten we wat en gingen ‘s avonds weer eten in ons favoriete restaurant Tobia. Deze keer aten we buiten omdat het heerlijk weer was. Ook onze favoriete serveerster was er weer. We aten heerlijk. Eenmaal weer in het hotel aangekomen, pakten we onze spullen weer in de koffers omdat we morgen weer naar Nederland rijden.
Reacties