Jasper en omstreken
Wat een verschil in weer deze dag. De zon scheen eens voor de verandering. Tijd om de bezienswaardigheden rond Jasper te gaan bezoeken. Om half tien reden we eerst naar een uitzichtpunt waar we zicht hadden op de bergen rondom het plaatsje waaronder Mount Pyramid. We kunnen ons voorstellen waarom zoveel mensen hier naar toe komen, want er was er prachtig.
Een paar kilometer verderop lag de Maligne Canyon. De Maligne rivier heeft hier een canyon van zo’n 55 meter uit de rotsen gesleten. De canyon is maar een paar meter breed. Er waren samen met ons nog veel andere toeristen op het spektakel afgekomen. Toch was er voldoende gelegenheid om dit natuurgeweld rustig te bekijken.
Langs de Maligne Lake Road reden we langs het prachtige Medicine Lake naar Maligne Lake. Dit was een toeristenval eerste klas. Het was er gruwelijk druk en we voelden ons echte jonkies. De gemiddelde leeftijd van de bezoekers bleek ongeveer 120 jaar te zijn. Iedereen komt hier voor een boottocht naar het mysterieuze Spirit Island. Wij ook dus. Na een lunch scheepten we, samen met zo’n veertig anderen in, in een bootje dat ons in drie kwartier over het meer naar Spirit Island bracht. De zon liet het tijdens dit tochtje wat afweten. Spirit Island is het meest gefotografeerde eiland van Canada terwijl het niet eens een eiland is, maar een landtong. Blijft dat de bomen op het groene stukje in het turkooizen kleurig water met de Rocky Mountains op de achtergrond, een prachtig plaatje opleverde. Er werden heel wat foto’s gemaakt, ook door ons. Op de terugweg, stopten we bij Medicine Lake waar we een vijftal berggeiten troffen die gewillig op de foto gingen terwijl ze onverstoorbaar door graasden.
Weer terug in Jasper was het eerst tijd voor wat boodschappen. We vonden een kleine supermarkt waar we al onze inkopen deden. Na een stop bij de liquor store voor Ron’s broodnodige alcohol en wat vocht voor ons campertje, reden we naar de Jasper Tramway. Om 16.45 uur werden we door het gondeltje zo’n 936 meter de hoogte in getrokken naar een station op Mount Whistler. Bij dat station hebben we een hele tijd staan kijken naar een marmot. Nicky heeft heel wat pogingen gedaan om het beest in de lens te laten kijken, maar daar wilde de marmot niet aan meewerken. Restte ons nog de klim naar de top van Mount Whistler. Dat betekende een hoogteverschil van 180 meter overbruggen. Op zich niet zo veel, maar het ging wel erg stijl. Bikkels als we zijn, haalden we de top hoewel we wel harder hijgden als een stoomlocomotief. Op een hoogte van 2365 meter, zaten we boven de boomgrens tussen de alpine begroeiing en de laatste resten sneeuw. Het uitzicht over Jasper en wijde omgeving was de klim meer dan waard. We konden zelfs Mount Robson zien liggen die zo’n 70 kilometer verderop lag. Na de afdaling werden we door het gondeltje weer naar beneden gebracht waar het met 23 graden toch een stuk aangenamer was dan boven op de berg.
Pas laat waren we weer terug op de camping. Bij het dumpstation leegden we de vuilwatertanks en vulden we de schoonwatertank. Daarna hebben we eerst gegeten voordat we de douches weer opzochten. Dit keer zonder plattegrond. Na wat potjes Yahtzee was het om een uur of half elf bedtijd.
Reacties