Naar Portovenere en Monterosso per boot
Na het ontbijt werden we door het shuttlebusje naar de haven gebracht. Dat was al om acht uur, omdat latere ritjes met het busje al waren besproken. Gevolg was dat we een uurtje op de kade zaten te wachten totdat we op de boot konden. Een straf was dat echter niet. De temperatuur was nog aangenaam en er was volop leven bij al die bootjes.
De boot die ons naar Portovenere en langs de Cinque Terre zou varen werd bomvol geladen. Er bleven maar mensen de boot opkomen. Wij hadden zitplaatsen op het achterdek weten te bemachtigen maar honderden mensen moesten blijven staan. Als je er van uit gaat dat ons dagticket €25 euro kostte en dat dan vermenigvuldigd met pakweg 400 dan is het boottochtje voor de rederij uiterst rendabel geweest.
Het tochtje zelf was erg aangenaam. Zittend in het zonnetje gleden we de haven van La Spezia uit en langs kleurrijke kleinere plaatsjes tot dat we aanlegden in Portovenere. Dat is een prachtig plaatsje waar aan de haven smalle, hoge en vooral kleurrijke huizen staan. Het dorp is gebouwd tegen een steile helling en de straatjes parallel aan de haven liggen al weer veel hoger en zijn met trappen te bereiken. Behalve veel restaurantjes, cafeetjes en gelateria’s, zijn er ook veel winkeltjes met typische Italiaanse producten zoals pasta en olijfolie. De smalle steegjes zijn erg fotogeniek. Dat was zeker ook het oude romaanse kerkje, iets buiten het dorp boven op een rots. De gevel van het kerkje dateert vanuit de zesde eeuw.
Wij zouden Portovenere echter deze middag pas gaan bekijken en bleven op de boot zitten. Die koos het ruime sop en voer een paar honderd meter uit de kust langs de beroemde Cinque Terre, vijf dorpjes die boven op de rotsen zijn gebouwd en eeuwenlang alleen te voet of per boot bereikbaar waren. Ook nu kunnen er nog steeds geen auto’s komen en door het ontbreken van enige nieuwbouw, hebben de dorpjes hun oorspronkelijke karakter weten te behouden. Het enige niet oorspronkelijke waren deze dag de honderden toeristen die in het eerste dorpje Riomaggiore van boord gingen om het plaatsje te overspoelen. De boot kwam een meter hoger in het water te liggen toen alles van boord was. Wij hadden ook weer meer plek aan boord toen de boot weer de zee opging om naar het volgende dorpje te varen. Wij hadden besloten om deze dag naar het laatste dorpje Monterosso te varen.
Iets over elven konden wij van boord in Monterosso. Vanuit zee gezien vielen vooral de tientallen vrolijk gekleurde parasols die op het strand stonden op. Daaronder lagen tientallen mensen te bakken onder de bloedhete zon. Wij kozen er voor om het dorpje zelf te gaan bekijken. Al meteen kwamen we terecht in gezellige, maar o zo smalle steegjes. We keken binnen in een paar kerkjes waar, vanwege zondag, een mis gehouden werd en liepen langs de vele kleine winkeltjes die overduidelijk de vele toeristen wilden bedienen. Ook aan restaurantjes en terrasjes hier geen gebrek. We konden ons goed voorstellen dat zoveel mensen hier naar toe komen. Ondanks dat “men” Montorosso de minst mooie van de Cinque Terre vindt, vonden wij het er erg leuk. Dat beloofde wat voor de andere vier van de dorpjes.
Nadat we ook nog wat aan de rotsige kust hadden rond geslenterd, waar mensen hun handdoekje op de rotsen hadden gelegd om hier donkerbruin te bakken, liepen we weer naar het haventje voor de boot terug naar Portovenere. De overige dorpjes van de Cinque Terre kwamen morgen aan de beurt als we het pad langs die dorpjes zouden aflopen.
Iets over enen stonden we in Portovenere aan de kade en besloten we dat het tijd was voor een lunch. Aan mogelijkheden hier geen gebrek. De hele kade bestond tenslotte uit restaurantjes. Onder een grote parasol aten we een broodje en vulden we ons vloeistofniveau aan. Hier moet je blijven drinken want het was zeker 30 graden Celsius zo niet warmer. Weer uitgerust bekeken we daarna het plaatsje. Door de pittoreske smalle steegjes liepen we naar het romaanse kerkje op de rots en daarna naar het Castello. Vreemd was dat hier boven het stadje haast geen mens te zien was. Alles bleef kennelijk aan de kade hangen. Wel zo lekker want het waren wel erg veel mensen die vandaag hier op de been waren.
’s Middags zaten ook wij een hele poos aan de kade te kijken naar de belachelijk grote schepen die hier voor anker lagen en waarvan de eigenaren aan dek zaten te pronken met hun bezit. Ook keken we naar de mooie meisjes in kleine bikini’s die voor ons langs paradeerden en naar de gruwelijk lelijke kerels in van die mini zwembroeken. Nergens zie je zoveel kerels lopen te pronken met hun afzichtelijke lijf dan in Italië schijnt het. Speedo, de zwembroekenfabrikant doet hier ook erg goede zaken evenals de sportscholen en de leveranciers van anabolen steroïden.
Rood verbrand van de zon namen we aan het einde van de middag de boot terug naar La Spezia. Al lopend door de stad kwamen we uit bij een processie met communicantjes. Hier zie je dat het katholicisme nog leeft. Er liepen tal van nonnetjes mee en talloze mensen sloten al biddend achteraan. In La Spezia hadden we deze avond wat moeite met het vinden van een restaurantje dat al open was op het “vroege” tijdstip van zeven uur. Italianen eten veel later hun diner. Uiteindelijk vonden we een pizzaboer met terrasje die open was en aten we voor weinig een lekkere pizza. Nadat we terug naar het hotel waren gelopen, was de puf er voor deze dag uit en lagen we al vroeg in bed.
De boot die ons naar Portovenere en langs de Cinque Terre zou varen werd bomvol geladen. Er bleven maar mensen de boot opkomen. Wij hadden zitplaatsen op het achterdek weten te bemachtigen maar honderden mensen moesten blijven staan. Als je er van uit gaat dat ons dagticket €25 euro kostte en dat dan vermenigvuldigd met pakweg 400 dan is het boottochtje voor de rederij uiterst rendabel geweest.
Het tochtje zelf was erg aangenaam. Zittend in het zonnetje gleden we de haven van La Spezia uit en langs kleurrijke kleinere plaatsjes tot dat we aanlegden in Portovenere. Dat is een prachtig plaatsje waar aan de haven smalle, hoge en vooral kleurrijke huizen staan. Het dorp is gebouwd tegen een steile helling en de straatjes parallel aan de haven liggen al weer veel hoger en zijn met trappen te bereiken. Behalve veel restaurantjes, cafeetjes en gelateria’s, zijn er ook veel winkeltjes met typische Italiaanse producten zoals pasta en olijfolie. De smalle steegjes zijn erg fotogeniek. Dat was zeker ook het oude romaanse kerkje, iets buiten het dorp boven op een rots. De gevel van het kerkje dateert vanuit de zesde eeuw.
Wij zouden Portovenere echter deze middag pas gaan bekijken en bleven op de boot zitten. Die koos het ruime sop en voer een paar honderd meter uit de kust langs de beroemde Cinque Terre, vijf dorpjes die boven op de rotsen zijn gebouwd en eeuwenlang alleen te voet of per boot bereikbaar waren. Ook nu kunnen er nog steeds geen auto’s komen en door het ontbreken van enige nieuwbouw, hebben de dorpjes hun oorspronkelijke karakter weten te behouden. Het enige niet oorspronkelijke waren deze dag de honderden toeristen die in het eerste dorpje Riomaggiore van boord gingen om het plaatsje te overspoelen. De boot kwam een meter hoger in het water te liggen toen alles van boord was. Wij hadden ook weer meer plek aan boord toen de boot weer de zee opging om naar het volgende dorpje te varen. Wij hadden besloten om deze dag naar het laatste dorpje Monterosso te varen.
Iets over elven konden wij van boord in Monterosso. Vanuit zee gezien vielen vooral de tientallen vrolijk gekleurde parasols die op het strand stonden op. Daaronder lagen tientallen mensen te bakken onder de bloedhete zon. Wij kozen er voor om het dorpje zelf te gaan bekijken. Al meteen kwamen we terecht in gezellige, maar o zo smalle steegjes. We keken binnen in een paar kerkjes waar, vanwege zondag, een mis gehouden werd en liepen langs de vele kleine winkeltjes die overduidelijk de vele toeristen wilden bedienen. Ook aan restaurantjes en terrasjes hier geen gebrek. We konden ons goed voorstellen dat zoveel mensen hier naar toe komen. Ondanks dat “men” Montorosso de minst mooie van de Cinque Terre vindt, vonden wij het er erg leuk. Dat beloofde wat voor de andere vier van de dorpjes.
Nadat we ook nog wat aan de rotsige kust hadden rond geslenterd, waar mensen hun handdoekje op de rotsen hadden gelegd om hier donkerbruin te bakken, liepen we weer naar het haventje voor de boot terug naar Portovenere. De overige dorpjes van de Cinque Terre kwamen morgen aan de beurt als we het pad langs die dorpjes zouden aflopen.
Iets over enen stonden we in Portovenere aan de kade en besloten we dat het tijd was voor een lunch. Aan mogelijkheden hier geen gebrek. De hele kade bestond tenslotte uit restaurantjes. Onder een grote parasol aten we een broodje en vulden we ons vloeistofniveau aan. Hier moet je blijven drinken want het was zeker 30 graden Celsius zo niet warmer. Weer uitgerust bekeken we daarna het plaatsje. Door de pittoreske smalle steegjes liepen we naar het romaanse kerkje op de rots en daarna naar het Castello. Vreemd was dat hier boven het stadje haast geen mens te zien was. Alles bleef kennelijk aan de kade hangen. Wel zo lekker want het waren wel erg veel mensen die vandaag hier op de been waren.
’s Middags zaten ook wij een hele poos aan de kade te kijken naar de belachelijk grote schepen die hier voor anker lagen en waarvan de eigenaren aan dek zaten te pronken met hun bezit. Ook keken we naar de mooie meisjes in kleine bikini’s die voor ons langs paradeerden en naar de gruwelijk lelijke kerels in van die mini zwembroeken. Nergens zie je zoveel kerels lopen te pronken met hun afzichtelijke lijf dan in Italië schijnt het. Speedo, de zwembroekenfabrikant doet hier ook erg goede zaken evenals de sportscholen en de leveranciers van anabolen steroïden.
Rood verbrand van de zon namen we aan het einde van de middag de boot terug naar La Spezia. Al lopend door de stad kwamen we uit bij een processie met communicantjes. Hier zie je dat het katholicisme nog leeft. Er liepen tal van nonnetjes mee en talloze mensen sloten al biddend achteraan. In La Spezia hadden we deze avond wat moeite met het vinden van een restaurantje dat al open was op het “vroege” tijdstip van zeven uur. Italianen eten veel later hun diner. Uiteindelijk vonden we een pizzaboer met terrasje die open was en aten we voor weinig een lekkere pizza. Nadat we terug naar het hotel waren gelopen, was de puf er voor deze dag uit en lagen we al vroeg in bed.
Reacties