Een dagje van uitzichten
Na weer een prima nacht en dito ontbijt vertrokken we om negen uur voor een uitzichtpunt op drie van de hoogste toppen op Madeira. Om bij die plek, de Ribeiro Frio, te komen zaten we een klein uur in de bus die zich met veel gehijg en gepuf een weg omhoog zocht. De hemel was strakblauw en dat was precies wat we nodig hadden want alleen bij een onbewolkte hemel zouden we de drie toppen te zien krijgen. Toen we er waren, bleek dat we niet bepaald de enigen waren. Er stonden al diverse bussen geparkeerd en het was te raden waar al die passagiers waren. Juist ja, op de Balcões zoals het platform zelf heet. Om er te komen, moesten we nog een eindje langs een levada en door een prachtig bebost gebied lopen.
Het uitzicht op de bergtoppen was inderdaad de moeite van de reis en de wandeling waard. Niet gehinderd door enig wolkendek hadden we een onbelemmerd uitzicht op de grillige toppen. Nadat we daar genoeg hadden gezien, deden we op de terugweg naar de bus een prachtig gelegen koffiebarretje aan. Daarna reden we dwars door het binnenland van Madeira naar het noorden om uit te komen bij het plaatsje Faial. Daar stopten er om te genieten van een felblauwe zee en rotsen die nagenoeg loodrecht uit die zee omhoog rezen. Men had er ook twee uitkijkplatforms met een glazen vloer gebouwd. Staande op zo’n platform keek je zo op de golven die op de rotskust kapot sloegen.
Van Faial reden we vervolgens naar de plaats Santana, beroemd om z’n kleurrijke huisjes in de vorm van een “A”. Voordat we die huisjes bekeken, deden we eerst boodschappen in een supermarkt en kochten daar wat spulletjes voor de lunch. De huisjes waren leuk, maar eigenlijk vonden we Santana maar één grote touristtrap. Wel vonden we er in een winkeltje hele leuke en typische Madeiraanse hoedjes. Voor €6 per stuk kochten we ieder zo’n hoedje.
Vanuit Santana reden we weer zuidwaarts om te stoppen in het plaatsje Porto da Cruz. Nog steeds was de lucht prachtig blauw, maar wij bezochten er eerst een rumfabriek. Daar werd het suikerriet door middel van een oude stoommachine geperst tot sap. Leuk om te zien en zeker hoe het personeel de koppige stoommachine aan de gang hield. Weer buiten liepen we een korte wandeling om een rots heen en hadden we een mooi uitzicht op de typisch gevormde rotsen op het uiterste oosten van het eiland.
Toen we weer in de bus zaten reden we terug naar het zuiden. Hier hadden we nog een stop bij één van de twee zandstranden op Madeira. Een laatste stop was bij een groot Jezusbeeld die uitkeek over de zee voordat we terug reden naar ons luxe hotel. Omstreeks vijf uur waren we daar. Omdat we nog geen tijd hadden gevonden om het hotel en de grote tuin eromheen te bekijken, deden we dat nu.
Om zeven uur schoven we weer aan voor het diner. Deze keer was er live muziek en de viergangenmaaltijd smaakte weer prima. Omdat het zo gezellig was aan tafel, zaten we er tot kwart over negen. Daarna moest dit stukje nog geschreven worden. Vakantie vieren is hard werken.
Het uitzicht op de bergtoppen was inderdaad de moeite van de reis en de wandeling waard. Niet gehinderd door enig wolkendek hadden we een onbelemmerd uitzicht op de grillige toppen. Nadat we daar genoeg hadden gezien, deden we op de terugweg naar de bus een prachtig gelegen koffiebarretje aan. Daarna reden we dwars door het binnenland van Madeira naar het noorden om uit te komen bij het plaatsje Faial. Daar stopten er om te genieten van een felblauwe zee en rotsen die nagenoeg loodrecht uit die zee omhoog rezen. Men had er ook twee uitkijkplatforms met een glazen vloer gebouwd. Staande op zo’n platform keek je zo op de golven die op de rotskust kapot sloegen.
Van Faial reden we vervolgens naar de plaats Santana, beroemd om z’n kleurrijke huisjes in de vorm van een “A”. Voordat we die huisjes bekeken, deden we eerst boodschappen in een supermarkt en kochten daar wat spulletjes voor de lunch. De huisjes waren leuk, maar eigenlijk vonden we Santana maar één grote touristtrap. Wel vonden we er in een winkeltje hele leuke en typische Madeiraanse hoedjes. Voor €6 per stuk kochten we ieder zo’n hoedje.
Vanuit Santana reden we weer zuidwaarts om te stoppen in het plaatsje Porto da Cruz. Nog steeds was de lucht prachtig blauw, maar wij bezochten er eerst een rumfabriek. Daar werd het suikerriet door middel van een oude stoommachine geperst tot sap. Leuk om te zien en zeker hoe het personeel de koppige stoommachine aan de gang hield. Weer buiten liepen we een korte wandeling om een rots heen en hadden we een mooi uitzicht op de typisch gevormde rotsen op het uiterste oosten van het eiland.
Toen we weer in de bus zaten reden we terug naar het zuiden. Hier hadden we nog een stop bij één van de twee zandstranden op Madeira. Een laatste stop was bij een groot Jezusbeeld die uitkeek over de zee voordat we terug reden naar ons luxe hotel. Omstreeks vijf uur waren we daar. Omdat we nog geen tijd hadden gevonden om het hotel en de grote tuin eromheen te bekijken, deden we dat nu.
Om zeven uur schoven we weer aan voor het diner. Deze keer was er live muziek en de viergangenmaaltijd smaakte weer prima. Omdat het zo gezellig was aan tafel, zaten we er tot kwart over negen. Daarna moest dit stukje nog geschreven worden. Vakantie vieren is hard werken.
Reacties