Op weg naar Ubud
Vandaag een reisdag maar niet zo eentje waarbij we de hele dag in de bus moeten zitten. Gelukkig maar want deze reis hebben we eigenlijk al te veel in een bus gezeten naar onze zin. Vandaag gaan we naar Ubud, de cultuurhoofdstad van Bali. Vandaag is een bijzondere dag voor de hindoe’s op Bali. Het is namelijk Kuningan, één van de drie belangrijkste feestdagen van het jaar. In het hotel was iedereen feestelijk gekleed waarbij de mannen allemaal in het wit waren gekleed en de vrouwen nog mooier waren dan ze normaal gesproken al zijn door hun feestelijk kledij en extra aandacht voor hun uiterlijk. Toen de bus bij het hotel vertrok zagen we overal mensen met offergaven die ze naar één van de triljoenbiljoen tempels hier op Bali brachten om hun voorouders te vereren.
Al na een half uurtje rijden stopte de bus om ons de gelegenheid te geven om de Gitgit waterval te kunnen bekijken. Om die te kunnen zien moesten we flink wat trappen naar beneden klimmen. Het was echter de moeite. Met een verval van 40 meter is het de hoogste waterval van Bali. Er waren zo vroeg nog maar weinig mensen dus we hadden het rijk bijna voor onszelf. Bijna, want ook hier was een tempeltje waar Balinezen druk doende waren met offeren. Met een beetje discretie lukte het ons om mooie foto’s te maken van deze mensen. We gingen zozeer op in het bekijken van deze mensen dat de waterval er een beetje bij inschoot.
Tijdens de gang naar boven op weg naar de bus kochten we nog wat souvenirtjes. Ron kocht voor 30.000 rupiah (2,50 euro) een T-shirt en voor een euro meer was Nicky de eigenaresse van twee potten tijgerbalsem.
Een half uurtje rijden bracht ons bij de tweede stop op deze dag. We waren de bergen ingereden totdat we bij het Beratanmeer uitkwamen. Daarin ligt de zogenaamde watertempel ofwel Ulun Danu Beratan. Dat is een Hindoetempel die erg veel bezoekers trekt vanwege het feit dat de diverse gebouwen op eilandjes in het meer liggen. De waterstand van het meer was echter laag omdat hier de regentijd nog moet beginnen en daarom lagen de tempels tijdelijk op het droge. Zoals het een hindoetempel betaamt was alles zeer kleurrijk en daardoor erg fotogeniek. We liepen gedurende ongeveer drie kwartier tussen de tempels door. De eigenlijke heiligdommen mochten we niet betreden, da’s voorbehouden aan hindoe’s die er komen om te bidden.
We zaten nog maar net weer in de bus toen die al weer stopte. Dit keer bij een marktje in het plaatsje Candi Kuning. Op het eerste gezicht betrof het een normale groente- en fruitmarkt, maar we waren de bus nog niet uit of we werden overvallen door souvenirverkopers. Toen we eens goed keken bleek dat alleen de buitenste rijen van de markt groente- en fruitstalletjes waren en alle andere kramen helemaal vol stonden met allerhande prullaria. Omdat we geen interesse hadden in souvenirshopping keken we wat rond en maakten we her en der wat foto’s. Vooral de vrouwen met grote bakken met maïskolven op hun hoofd zagen er wel leuk uit.
Lunchen deden we deze dag in een restaurant dat een terras had dat uitkeek op een paar fantastisch mooie groene rijstvelden. Na nog eens anderhalf uur in de bus reden we Ubud binnen. Ubud is de culturele hoofdstad van Bali met tal van musea maar ook galerieën, winkels en restaurantjes. Het is een echt toeristenplaatsje maar wel eentje met een leuke uitstraling. We gaan hier drie nachten verblijven. Ons hotel zijn de Sri Bungalows, midden in het centrum van het stadje. Aan de voorkant zag het hotel er niet uit, maar achter die wat mindere façade ligt een prachtige tuin met leuke bungalowtjes en een zwembad. Wij namen onze intrek in één van die bungalows.
Omdat het nog vroeg was gingen we meteen het stadje verkennen. Ron werd gek van de vele leuke winkeltjes met prachtige beeldjes. We moesten toch echt een dagje reserveren voor wat winkelen.
Wij kwamen al snel uit bij het zogenaamde “Monkey Forest”, een park met een oerwoud uitstraling waarin honderden apen, allemaal makaken, leven. Voor 20.000 rupiah kochten we een kaartje en gingen we aapjes kijken. De meeste apen trokken zich niks van ons aan en deden wat apen zoal plegen te doen, voornamelijk elkaar vlooien. Toch was er één aap die een Engelse dame van haar bril beroofde en met het ding hoog in een boom ging zitten spelen. Dat de vrouw haar bril kwijt was, was ook wel haar eigen schuld. Het mens liep de hele tijd met haar handtas wagenwijd open door de tuin waardoor ze een makkelijke prooi was voor de eerste de beste puberaap die wel in was voor een geintje. Wij kwamen na een uurtje met al onze spullen uit het apenbos en dronken wat in een gezellig barretje.
‘s Avonds, net toen we wilden gaan eten, gingen de hemelsluizen open en niet zo’n beetje ook. Eerst besloten we te wachten tot de regen ophield, maar dat gebeurde niet. We pakten daarom maar onze paraplu’s en kozen een restaurantje dicht bij ons hotel uit voor het diner. We kwamen uit bij een restaurant die pizza’s beloofde die in een houtoven zouden zijn gebakken. Dat bleek helemaal geen slechte keus want de pizza’s waren heerlijk. De regen bleef met bakken uit de lucht vallen en toen we klaar waren met eten en besloten om toch maar in de regen naar het hotel terug te lopen, bleek dat de straat een heuse rivier was geworden. Gelukkig droegen we allebei onze Teva’s die wel tegen wat nattigheid kunnen. Pas laat op de avond hield de regen op. Wij lagen toen al op bed. Op bed en niet in bed want het was nog steeds gruwelijk warm.
Reacties