Fietsen op Bali


Voor deze dag hadden we een fietsexcursie geboekt die ons het grootste deel van de dag bezig zou houden. Ontbijt en lunch zaten bij de excursie inbegrepen en daarom aten we in het hotel ‘s morgens alleen wat stukjes banaan. Om half acht werden we opgehaald en werden we in een minibusje in een uur tijd naar een restaurant nabij de vulkaan Mount Batur gebracht. Het terras van het restaurant had een geweldig uitzicht op de vulkaan. Die zag er ruig uit. De helling waar wij tegenaan keken lag nog helemaal bezaaid met lava, afkomstig van de laatste grote uitbarsting in 1963.
In het restaurant ontbeten we met o.a. zwarte rijstepap met kokosmelk. Het spul zag er niet uit maar smaakte heerlijk. Na het ontbijt werden we door de organisator naar een tuin meegenomen die vol stond met allerlei vruchten en kruiden. We hadden echter een paar dagen geleden al zo’n tuin bezocht en daarom interesseerden wij ons niet zo veel voor de uitleg van August, onze sympathieke gids voor deze dag. Wel interessant was het verhaal rondom de beroemde Luwak koffie. Luwak koffie is de duurste koffie ter wereld. Civetkatten krijgen koffiebonen te eten die vervolgens vier à vijf uur in de maag van het beest fermenteren. Vervolgens poept het beest de bonen uit en van deze bonen wordt de Luwak koffie gemaakt. Een erg onsmakelijk verhaal maar het moet gezegd worden dat deze koffiebonen heerlijk roken. Luwak koffie wordt ook wel Catpoo-chino (kattenpoep-chino) genoemd naar voorbeeld van de bekende cappuccino. We kregen de koffie niet te proeven. Waarschijnlijk was die te duur om zo weg te geven.
Tegen tienen konden we onze mountainbikes uitkiezen. De fietsen waren beslist niet nieuw maar waren technisch wel in orde. Nadat de versnellingen waren uitgeprobeerd, de banden ware opgepompt en we een helmpke hadden opgezet, kon de tocht van 23 kilometer door het Balinese landschap beginnen. Het zou een erg gemakkelijke fietstocht worden want 95% van de tocht ging bergafwaarts. Het meeste werk hadden we nog met remmen. Met een flinke vaart rolden we door het prachtige Balinese landschap waar rijstvelden en tempels de overhand hadden. Nog nergens zagen we zoveel tempels als hier. Bij elke woning was een tempel gebouwd. Soms niet meer als een soort van vogelhuisje op een pedestal, maar vaak ook een behoorlijk complex van offerplaatsen. Ook mooi om te zien waren de versieringen van bamboe die langs de weg stonden vanwege Kuningan, één van de belangrijkste feestdagen op Bali.
In één van de dorpjes die we passeerden stopten we bij het huis van een Balinese familie. Huis is eigenlijk geen goed woord wan het zijn verschillende gebouwen op een omheind terrein waar een hele familie woont. Zo was er een aparte keuken, diverse slaapgebouwen  en een gemeenschappelijke ruimte waarin geleefd werd. We waren duidelijk bij een wat armere familie en het was er vies en smerig. De huistempel was echter van volwassen formaat.
Na een weer een eindje afdalen waarbij er behoorlijke snelheden werden bereikt stopten we even later bij een rijstveld om daar wat uitleg te krijgen van August. Het meest bezienswaardig was echter een dorp waar en volop het Kuningan-feest aan het vieren was. Het was er een drukte van belang en iedereen was op z’n paasbest gekleed. De mannen allemaal in het traditioneel wit en de vrouwen waren wat kleurrijker. Wat opviel was dat iedereen zo vriendelijk tegen ons was. Zoals trouwens overal in dit prachtige land. We hebben na drie en een halve week nog niet één onvriendelijke Indonesiër ontmoet.
Lekker naar beneden rollend brachten we nog een bezoek aan een houtsnijwerkplaats waar prachtige deuren en kozijnen werden gemaakt waar men twee à drie maanden werk aan had. Omgerekend naar euro’s kostte zo’n deur met kozijn 800 euro wat absoluut geen geld is voor al dat moois. Alleen jammer dat je zoiets naar Nederland moet zie te krijgen en de bewonersvereniging niet blij zal zijn met zo’n fraai bewerkte voordeur.
Na drie uur rollen waren we het eindpunt van de tocht aangekomen en werden met de minibus naar een plek gebracht voor de lunch die ook inclusief was. Met een volle maag werden we daarna in een uurtje tijd weer naar Ubud gebracht. Terug in het hotel doken we meteen het water in van het zwembad om wat af te koelen. Het was ver boven de 30 graden en de zon brandde onbarmhartig.
Na nog wat luieren op de kamer gingen we ‘s avonds eten bij de Three Monkeys, een beregezellig open restaurant vlakbij ons hotel. Hier aten we heerlijk en hadden we echt dat vakantiegevoel. De juiste sfeer, het goede eten en drinken en het gezelschap van elkaar. Kon zo elke dag maar zijn. Morgen hebben we een dag zonder programma en gaan we eens shoppen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23