Hattem

Ondanks dat we al ons hele leven in Nederland leven, hebben we nog lang niet alles van ons landje gezien. Er zijn zelfs plaatsen die je beslist gezien moet hebben maar waar wij nog niet geweest zijn. Voorbeelden zijn de Hanzesteden in Overijssel. Deze steden waren vanaf de 14e eeuw onderdeel van een samenwerkingsorganisatie van kooplieden, voornamelijk in Duitsland, maar ook in Nederland. Deze steden kwamen door de handel tot volle bloei wat dan weer te zien is aan de prachtige gebouwen die nog vaak in die steden te vinden zijn. We besloten voor ons decemberuitje een hotel in Zwolle te boeken en van daar uit een aantal van die Hanzesteden te bezoeken, waaronder Zwolle zelf.
Een hotel was online snel gevonden. Hotel Lumen nabij het voetbalstadion van PEC Zwolle zag er op de plaatjes erg mooi uit. Wel ietsje uit het centrum van de stad maar met voldoende parkeergelegenheid.
Het risico van een uitje in december is dat het weer niet altijd mee zit. De voorspellingen waren in ieder geval niet goed. Met name in het weekend zou er veel regen vallen. Dat is geen goed scenario voor een aantal dagen sightseeing. Daarom viel het ons mee toen het droog was toen we op zaterdag van huis vertrokken. We hadden besloten dat we eerst naar Hattem zouden gaan. Dit stadje in de kop van Gelderland was behalve een Hanzestad ook een vestingstadje en delen van die vesting staan nog overeind, waaronder de prachtige Dijkpoort. Een verdere zoektocht op internet had ons voldoende redenen gegeven om hier een middag door te brengen.
Na een rit van een kleine twee uur, parkeerden we de auto nabij de jachthaven en liepen zo het stadje in waarbij de al genoemde Dijkpoort het eerste monument was wat we tegen kwamen. Over de dijk met allerlei leuke maar kleine en oude huisjes liepen we naar molen De Fortuin. Die was nog gesloten waarna we via de Kerkstraat naar de Markt liepen. Ook hier zagen we veel oude en prachtige panden. Wel jammer is dat je in Hattem nog bijna overal met je auto mag komen waardoor we vaak aan de kant moesten voor zo’n voertuig. Op de Markt vielen vooral het raadhuis en de Grote of Andreaskerk op. Al slenterend door het stadje kwamen we ook langs het bakkerijmuseum dat we lieten voor wat het was en het prachtige woonhuis van Herman Daendels, een gouverneur generaal van Nederlands Indië in de 18e eeuw. Ook het kerkplein was mooi waarna we weer op de Markt kwamen. Daar was het inmiddels een stuk drukker geworden doordat er een slipjacht zou starten. Er waren tientallen jagers in rode jacquetten op paarden en evenzovele dolenthousiaste honden. Op het balkon van het raadhuis stonden hoornblazers te spelen. Al met al een leuk extraatje.
We bleven op de Markt totdat de jagers weg waren waarna we lunchten in café-restaurant Banka waar het binnen erg gezellig was en waar we lekker aten. Na de lunch liepen we nog een rondje door het stadje waarna we uitkwamen bij het Anton Pieck museum en het Voerman museum. We hadden onze museumjaarkaarten bij ons en we besloten de beide musea te bezoeken, ook al was het nog steeds droog. 
Anton Pieck kennen we allemaal van zijn werk voor de Efteling, maar hier hing ook ander werk van de meester, ook al herken je wel zijn beroemde tekenstijl in bijna al zijn tekeningen en schilderijen. Alleen zijn oudste werk heeft een wat andere stijl. Al met al een leuk museum om te bezoeken.
Het Voerman museum gaat over Hattem en zijn bewoners. Het museum zit in een aantal herenhuizen waardoor het veel kamertjes en gangetjes heeft. Overal hangt kunst aan de muur. Het was er niet druk waardoor we rustig konden rondkijken. Vooral het werk van vader en zoon Voerman, de naamgevers van het museum, kon ons wel bekoren.
Na een paar uurtje in Hattem reden we naar Zwolle naar ons hotel. Daar werden we hartelijk ontvangen en mochten we zelfs een kadootje uit de kerstboom pakken. Onze kamer was modern ingericht en van alle gemakken voorzien. Toch bleven we er niet lang omdat we ook nog wat van Zwolle wilden zien. Om in het centrum te komen moesten we 2,5 kilometer wandelen. Dat was echter geen straf. De route liep langs een mooie molen en een rustige woonbuurt. Toen we het centrum naderden zagen we dat Zwolle ook ooit een vestingstad was want het centrum is omgeven door water en her en der staan nog resten van de stadsmuren. Het was inmiddels donker waardoor het licht van de vele winkels en de vele kerstversieringen extra opvielen. We wisten van het bestaan van een grote boekhandel in een oude kerk en die zochten we op. Zo kwamen we uit bij Waanders in de Broeren. De Broeren is de oude kerk. We keken onze ogen uit in deze zaak. Niet vanwege de gigantische hoeveelheid boeken maar de entourage. Een boekhandel en een kerk gaan kennelijk prima samen.
Inmiddels was het etenstijd geworden en in de omgeving van de Markt en de Melkmarkt zochten we naar een geschikt restaurantje. Veel zaken zaten afgeladen vol. Ook in sushirestaurant Itoshii was het druk, maar daar hadden ze nog een tafeltje voor ons over. Het nadeel van een “all you can eat” concept is dat je al snel teveel eet en dat was dan ook wat gebeurde. Met meer dan volle magen liepen we terug naar ons hotel waar we ’s avonds niet veel meer deden dan uitbuiken. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23