Een dagje rondkijken in Metz
In de voorbereiding voor dit weekendje weg hadden we op het internet al gelezen dat de Franse stad Metz een leuke bestemming voor een dag moest zijn. Zo vind je er één van de grootste kathedralen in Frankrijk en ook zijn er nog veel middeleeuwse bouwsels te bewonderen. Omdat de stad maar zo’n 60 kilometer van Saarbrücken ligt konden we er snel naartoe rijden. Onze keuze voor Metz was dan ook niet zo’n rare.
Deze dag begon met een uitstekend ontbijt in het hotel waarna we in de auto stapten en voor de snelste route kozen die het navigatiesysteem in de auto aan gaf. Die liep via een snelweg rechtstreeks naar Metz. Halverwege de route stonden we echter geruime tijd stil voor een tolpoort. De bestuurster van één van de auto’s voor ons vond het nodig om het tolbedrag van 4 euro veertig met allemaal kleine muntjes te betalen zodat ze een paar minuten bezig was met muntjes inwerpen. Hoogst irritant! Toen we uiteindelijk weer door konden rijden moesten we constateren dat de Fransen het tolgeld niet besteden aan het onderhoud van de snelwegen want dat was maar een opgelapt stuk asfalt. Gelukkig was Metz niet ver meer en konden we na wat verkeerd te zijn gereden onze auto parkeren in een grote parkeergarage in het centrum van de stad.
Uit de parkeergarage komen bleek nog niet zo eenvoudig. We konden eenvoudigweg de uitgang niet vinden. Toen we die dan uiteindelijk toch vonden, kwamen we uit in een groot winkelcentrum in het centrum van de stad vlakbij de kathedraal Saint Etienne. In de straatjes rondom de kathedraal was een markt, maar wij gingen voor de derde grootste kerk in Frankrijk. Het schip is ruim 41 meter hoog en het bouwsel dateert uit de 14e eeuw. De moeite van het bekijken waard dus. Wat we vooral mooi vonden waren de vele gebrandschilderde ramen. Ons volgende bezoekje was aan de plaatselijke VVV die in en mooi pand zaten aan de Place d’Armes. Men sprak er Engels en we kregen een handig boekje mee met daarin 5 wandelingen door de stad. Hiermee konden we de rest van de dag vooruit.
Gewapend met boekje en camera slenterden we door de gezellige straatjes en kwamen zo bij allerlei bezienswaardigheden uit waaronder een watermolen, het statige operagebouw en de Temple Neuf, een grote kerk op een eilandje in de Moezel of Moselle zoals de rivier hier genoemd wordt. Wat verder uit het centrum liepen we voorbij aan het Palais de Justice, het Arsenaal, het Palais du Gouveneur en de Chapelle des Tempeliers. Hoewel het zwaar bewolkt was, was het lekker weer om door de stad te slenteren en al die mooie gebouwen te bekijken.
Nadat we zo een paar uur door de stad hadden gelopen dronken we bij een MacDonalds een lekkere cappuccino om daarna weer verder te gaan. Via het grote treinstation liepe we naar het meest opvallende moderne gebouw in de stad, het Centre Pompidou. Net als in Parijs is dat hier een museum voor moderen kunst.
Weer terug in het centrum kwamen we uit op de Place St. Louis met z’n opvallende bogengalerij en even verderop zagen we de Porte des Allemands, een oude stadspoort die hier al vele honderden jaren staat. Van al dat lopen wordt je toch stiekem moe en we rustten wat uit bij een bakker in het centrum vlakbij de kathedraal. Om daar aan eten en drinken te komen viel niet mee. Eerst moest je daar in een andere hoek van de zaak gebak bestellen. Pas toen ze dat kwamen brengen werd je gevraagd wat je wilde drinken. Dat ging allemaal in rap Frans wat we geen van tweeën verstonden. Uiteindelijk hebben we er toch ieder een gebakje en een drankje gedronken terwijl onze voeten konden rusten.
Weer wat opgefrist slenterden we daarna nog door de Marché Couvert, een overdekte hal met allerlei zaakjes met verse spulletjes. Heerlijk om te zien en te ruiken, behalve dan de visboer. Tegen het einde van de middag vonden we dat we het wel gezien hadden. Waren we eerst van plan om hier te dineren, nu kozen we ervoor om naar Saarbrücken te rijden om daar te gaan eten.
In Saarbrücken bekeken we eerst nog een groot overdekt winkelcentrum waar we nog niet waren geweest voordat we ons meldden bij restaurant “Am Stiefel”, één van de oudste restaurants in de stad en tevens een brouwerij. We hadden niet gereserveerd maar toch vond men een tafeltje voor ons, zolang we maar voor half acht weer weg waren. Nou dat moesten we redden. In het restaurant serveerde men degelijke Duitse kost en we aten er heerlijk voor weinig geld. Ook het ter plekke gebrouwen bier smaakte voortreffelijk. Echt een tent om terug te komen ware het niet dat dit al weer de laatste avond van dit weekendje weg was.
‘s Avonds verbleven we op onze hotelkamer waar we druk waren met de vele foto’s en het verwerken van alle indrukken.
Reacties