Pieterpad, 17e etappe
Na een prima nacht en dito ontbijt in het hotel stonden we al om half tien buiten en konden we beginnen aan de 17e etappe, die naar Groesbeek. Ruim 20 kilometer hadden we voor de boeg. Hoewel de hemel helemaal dicht zat met bewolking was het wel droog. Wel was het kouder dan gisteren, maar daar waren we op gekleed. In Millingen was het nog rustig op deze vroege zondagmorgen. Behalve wat kwebbeltantes op een pleintje waren er nog weinig mensen op straat. Millingen is niet zo heel groot en nadat we wat foto’s hadden gemaakt, voornamelijk van de kerk, liepen we het dorp uit richting Duitse grens. De grens tussen Nederland en Duitsland is hier grillig en we wisselden regelmatig van land. We waren blij dat het tijdperk van grenscontroles achter ons ligt. Anders waren we veel tijd kwijt geweest aan paspoortcontroles. We liepen voornamelijk langs kale akkers met grove, omgeploegde kleigrond en weilanden. Af en toe zagen we een boerderij op een heuse terp. Kennelijk heeft het water van de Rijn in het verleden de bouwers hiertoe toch toe genoodzaakt. Af en toe konden we op een verharde weg lopen maar ook liepen we regelmatig door de klei waardoor onze schoenen er al snel niet meer uit zagen.
Langs boerderijen en velden liepen we in de richting van het dorpje Leuth. Net voor het dorp staat daar Hoeve Plezenburg, een grote boerderij op een terp. De staat van onderhoud liet jammer genoeg te wensen over. Op oude foto’s is het al geen mooie boerderij, maar met het kapotte stucwerk is het helemaal geen mooi pand meer. Toch is het een rijksmonument, dus we hopen dat het eerdaags wordt opgeknapt. Op een hoge paal in een weiland zagen we een ooievaarsnest met daarin twee van deze prachtige vogels. We deden ons best om de beesten mooi op de foto te krijgen hetgeen redelijk gelukt is. Via een boomgaard en een wandeling door een paar weilanden, liepen we Duitsland weer in. De grens wordt hier gevormd door een brugje over een brede sloot en een heuse slagboom. Hoewel die omlaag was, was het een koud kunstje om daar langs af te lopen. Ook bij het plaatsje Zyfflich zagen we een ooievaar op een nest zitten. Nadat we op het dorpsplein wat hadden gegeten liepen we weer richting Nederland. Toen we het Wylermeer waren overgestoken kwamen we aan in Beek. Daar beklommen we de ons bekende Duivelsberg. Hoewel de klim best pittig was, zeker met de drassige grond, was de beloning boven op de top er ook naar. Daar ligt namelijk een leuk restaurant waar het erg druk was. Toch vonden we er nog een plaatsje en aten en dronken we er wat.
Weer bijgekomen vervolgenden we onze route. We liepen geruime tijd door loofbossen en klommen en daalden voortdurend. Het pad was vaak modderig maar onze schoenen waren al zo vies dat we daar niet veel meer om gaven. Door onze eerdere wandelingen door deze streek herkenden we heel wat op dit deel van de route. Zo liepen we achter de Canadese begraafplaats door en kruisten we de beroemde Zevenheuvelenweg die we zo goed kennen van de Vierdaagse van Nijmegen.
Tegen half drie liepen we Groesbeek binnen en maakten daar nog wat foto’s voordat we onze auto weer op zochten. Nadat we een paar kilo klei onder onze schoenen vandaan hadden gehaald reden we in ruim drie kwartier weer naar huis. Vanaf nu loopt de route van het Pieterpad zo dicht bij ons huis dat we geen hotelovernachtingen meer nodig hebben en makkelijk een dagje op en neer kunnen rijden. Groot voordeel is dat we nu kunnen wachten met lopen tot het lekker weer is zodat we, als het goed is, de rest van het Pieterpad in prachtig weer kunnen lopen.
Reacties