Pieterpad, 10e etappe
We sliepen heerlijk in hotel Wildthout. Daardoor werden we wellicht ook pas laat wakker. Dat gaf echter niks. We hadden vandaag alle tijd. We konden toch niet voor drie uur in het hotel in Hellendoorn terecht. We ontbeten op ons gemak en stopten heel wat voedsel naar binnen. Niet alleen gaf dat meteen energie voor de 10e etappe, we hoefden dan ook niet zo uitgebreid te lunchen en dat scheelde weer wat geld. Dat Pieterpad is al duur genoeg.
Omstreeks half tien liepen we het hotel uit, terug naar Ommen om daar het pad verder te gaan volgen. Het weer zat niet mee. Ja, het was droog, maar ook gruwelijk mistig. Van het centrum van Ommen hebben we niks gezien. Te mistig en op deze zondagmorgen was er ook geen hond op straat. We besloten meteen aan de wandeling te beginnen. Dat betekende een stuk terug lopen in de richting waar we vandaan kwamen. Na een kilometertje waren we de bebouwde kom van Ommen uit en liepen we langs fraaie huizen en boerderijen en velden die toch wel iets moois hadden in de dichte mist. Het gaf het uitzicht iets spookachtigs. Na het gehucht Besthmen begonnen de bossen en ging het zandpad omhoog, de Besthmenerberg op. Op de top stond een vuurtoren die te beklimmen was, maar dat had geen zin vanwege de mist.
Na het bos kwam de route langs het riviertje de Beneden Regge te lopen. Hier stonden prachtige huizen. Het leek ons wel wat hier te wonen. Dat meer mensen het een mooie omgeving vinden was te merken aan de verschillende wandelpaden en horeca die hier was. Wij namen echter nog geen tijd voor een bak koffie en liepen door. Niet veel verder kwamen we weer in de bossen te lopen. Dat begon op een fraai fietspad maar ging over in een pad met los zand. Ook stegen we. Langzaam maar zeker beklommen we de 77,9 meter hoge Archemerberg. De hellingen van deze heuvel op de hei hadden flink last van erosie. Ook op het pad naar boven moesten we door flinke geulen die het wegstromende water had achter gelaten. Op de top van de heuvel zou je normaal gesproken een mooi uitzicht gehad hebben over de omgeving, maar wij zagen amper iets. De mist wilde maar niet wijken. We bleven door de bossen lopen maar die waren wel mooi. Het was voornamelijk loofbos en onderweg kwamen we nog wat bezienswaardigheden tegen zoals de grootste kei in Nederland. Die lag midden in de bossen en was inderdaad gigantisch. Ook stopten we regelmatig voor de paddestoelen die we onderweg tegen kwamen. Het waren er minder dan we hadden gedacht.
Tegen de tijd dat we het dorpje Lemele naderden hadden we wel zin in een kop koffie maar er wachtte ons een teleurstelling. Alle horeca in het dorp was dicht en er was niks te krijgen. We vermoedden een streng christelijke reden voor dit alles en liepen daarom maar door. Het landschap werd nu wat meer open en we liepen langs veel akkers af. Op een bankje bij het Overijssels kanaal pauzeerden we en aten wat. Het pad was af en toe slecht, zeker op plaatsen waar boeren met hun tractoren diepe sporen in het zandpad hadden achter gelaten. Na de akkers kwamen de bossen weer. Ook dit waren mooie loofbossen. Gelukkig was de mist opgetrokken en kwam zelfs de zon tevoorschijn. Dat liep toch een stuk fijner.
Rond een uur of half vier naderden we Hellendoorn. In het centrum van dit dorp zaten de 21 kilometers van deze etappe erop. Dat centrum zag er op zich leuk uit en omdat we nog steeds geen koffie hadden gedronken, hadden we wel zin een in kop. Ook hier was echter alles gesloten. Er zat voor ons niks anders op dan naar het hotel te gaan waar we een kamer hadden geboekt. Gelukkig was hier de bar wel open en konden we eindelijk genieten van een drankje. Omdat het wat vroeg was om naar de kamer te gaan, namen we nog een paar drankjes in de bar. Vooral het bokbier smaakte heerlijk.
De kamer was prima en na een douche voelden we ons weer als herboren. ’s Avonds aten we ook in het hotel, hoewel de restaurants in het dorp open zouden moeten zijn volgens de receptionist. Dat riskeerden we niet en bovendien was het wel zo makkelijk om na het diner die paar meter naar je kamer te kunnen waggelen. Het eten smaakte ons prima. Morgen gaan we nog een dagje Pieterpadderen (is dat een woord?). Dan gaat de tocht naar Holten op de grens van Overijssel en Gelderland.
Reacties