Onze eerste vierdaagse van Nijmegen
Elk jaar, zo halverwege juli, besteden de verschillende televisiezenders volop aandacht aan het grootste wandelevenement ter wereld; de vierdaagse van Nijmegen. Gedurende het evenement worden wandelaars gevolgd en zijn er sfeerbeelden te zien van de locaties langs het parcours. Nicky en ik volgen deze uitzendingen al een aantal jaren met grote belangstelling en meer dan eens hebben we elkaar aangekeken waarbij dan de opmerking werd gemaakt dat we toch eens een keer mee moesten gaan doen aan die vierdaagse. Vorig jaar hadden we weer zo'n moment waarbij meteen de opmerking volgde dat we wel steeds onze intenties om mee te doen uitspraken, maar er nooit naar handelden. Daar moest een eind aan komen en gezamenlijk besloten we dat we er in 2013 bij zouden zijn, als wandelaar.
Nu wandelden we wel vaker en afstanden tot zo'n 15 kilometer waren voor ons geen enkel probleem, echter de vierdaagse van Nijmegen verlangt een wandeltocht van 40 kilometer per dag van je en dat dan vier keer achter elkaar! Da's andere koek en daar is toch de nodige training voor nodig.
In de herfst van 2012 vonden we op het internet een mooie wandeling van zo'n 23 kilometer in en rondom Geldrop; een mooi begin om onze conditie op te bouwen. We liepen deze tocht op een zonnige zondagmiddag. We genoten van het wandelen maar waren toch allebei erg blij toen we aan het einde van die middag weer bij onze auto terug waren en eindelijk weer konden gaan zitten. Onze voeten lieten duidelijk merken nog niet gewend te zijn aan dergelijke afstanden. Tijdens enkele weekeinden daarna maakten we nog een aantal keren een wandeltocht van boven de 20 kilometer per uur en merkten dat het steeds beter ging. Tijdens de ellenlange winter van 2012/2013 namen we voor het eerst deel aan georganiseerde wandeltochten.
Wandelvereniging OLAT organiseerde de zogenaamde Winterserie. Die georganiseerde wandelingen van zo'n 15 à 25 kilometer lang bevielen ons erg goed. Behalve dat de routes mooi waren en prima waren uitgepijld, was de sfeer onder de honderden wandelaars erg goed. Ook de verzorging onderweg was nieuw voor ons. Het is erg fijn als je halverwege de tocht kunt genieten van een lekker warme beker koffie of soep. Het wandelvirus kreeg ons steeds meer te pakken.
Ons plan om deel te nemen aan de Nijmeegse vierdaags kende echter nog één obstakel. Vanwege het grote aantal inschrijvingen vindt er jaarlijks een loting plaats onder de mensen die voor het eerst aan dit evenement willen gaan deelnemen. Elk jaar vallen zo'n kleine 5000 mensen hierdoor buiten de boot. Wij wilden zo snel als mogelijk zeker zijn van een startbewijs zodat we niet voor niets aan het trainen waren. Wachten op een gunstige loting was voor ons geen optie. Die vond immers pas in april plaats.
Van de zus van Ron die een ervaren vierdaagse loopster is, hoorden we van het bestaan van de Via Vierdaagse; een trainingsprogramma voor mensen die nog nooit aan de vierdaagse hebben deelgenomen. Het mooie van deelnemen aan dit programma is het gegarandeerde startbewijs voor de vierdaagse. Voor 1500 mensen is er jaarlijks plaats in dat programma. Op de website hadden we gelezen dat we vanaf 4 februari ons konden aanmelden en om zeker te zijn van deelname had Ron ons die dag 's morgens om 06.00 uur al aangemeld.
Nicky en ik hielden ons nu ook aan het trainingsschema van de Via Vierdaagse. Dat betekende dat we flink wat meer tijd moesten gaan steken in het wandelen. Niet alleen moesten we elk weekend gaan lopen, maar ook elke dinsdag en donderdag werden we geacht te gaan trainen.
De wandelingen door de week waren tempotrainingen om conditie op te bouwen. Waren die tochtjes aanvankelijk een uur, het duurde niet lang of we moesten steeds anderhalf uur lopen. Dat viel niet altijd mee, zeker niet na een dag hard werken of als er weer eens een hoop sneeuw en ijs op de weg lag. In Weert bezochten we medio februari een workshop waar ons de fijne kneepjes van het lange afstandslopen werden bijgebracht. Ook vulden we trouw ons digitale logboek op de website in. Het trainen werd steeds serieuzer. Geen wandeling sloegen we over en al snel waren afstanden tot 25 kilometer geen enkel probleem meer voor ons.
Bij voorkeur zochten we voor de weekendwandelingen een georganiseerde tocht uit. Omdat we met onze deelname aan de Via Vierdaagse ook meteen lid waren van de KNBLO (de grootste wandelsportvereniging van Nederland) hadden we hun wandelprogramma in een handzaam boekje gekregen en was het uitzoeken van een passende wandeling geen enkel probleem. Zo liepen we georganiseerde tochten in o.a. Helenaveen, Emmen, Heilige Landstichting, Saarbrücken enz. enz.
Een hele mooie wandeling was de bloesemtocht vanuit Geldermalsen door de Betuwe op 20 april. Hoewel er door de aanhoudende winter nauwelijks bloesem te zien was, was de omgeving toch zo mooi dat de wandeling een groot succes was. Het was ook onze eerste ervaring met lopen in een groot gezelschap. Maar liefst 21.000 wandelaars liepen deze bloesemtocht met ons.
Alle wandelingen verliepen aanvankelijk redelijk probleemloos. Af en toe was er sprake van een blaar maar veel meer niet. Ron had wel steeds meer last van pijn in de scheen van zijn linkerbeen. Na veel geëxperimenteer bleek de oorzaak te liggen in het te hard beginnen aan een wandeling. Zodra een tocht rustig werd ingezet, viel het met de pijn in die scheen wel mee. Nicky worstelde lang met haar loopschoenen. Zeker vijf paar werden uitgeprobeerd en steeds niet goed genoeg bevonden. Een paar schoenen die ze als verjaardagscadeautje mocht uitzoeken in een gespecialiseerde winkel in Weert waren uiteindelijk wel goed genoeg.
Als niet-sporters ineens teveel gaan bewegen dan is de kans op blessures groot. Dat ondervond Ron tijdens een wandeling in Luxemburg medio mei. Op internet hadden we een wandeling van zo'n 30 kilometer gevonden rondom een meer. De betreffende zondag was het prachtig weer maar al gauw hadden we in de gaten dat we niet over een fatsoenlijk pad konden lopen, maar dat de tocht voerde over hele smalle bospaadjes die ons steil omhoog of omlaag voerden. Het was daar dat Ron voor het eerst serieus last kreeg van z'n linkerscheenbeen. Rustig lopen hielp niet meer en 's avonds in het hotel was de scheen dik, warm en rood en deed vreselijk veel pijn. Die pijn ging niet over en de dagen daarna kon Ron alleen maar strompelen. Vanuit Luxemburg werd de huisarts gebeld en, eenmaal weer terug in Nederland, constateerde de arts een scheenbeenvliesontsteking. Dat was een flinke tegenvaller want de enige remedie tegen zo'n ontsteking is rust en rusten was geen optie. Gelukkig hielpen aanvankelijk de Diclofenacpillen, maar uiteindelijk zou Ron een aantal weken niet trainen om de ontsteking rust te gunnen.
Nicky wandelde ondertussen onverstoorbaar door. Ook de wandelingen op dinsdag en donderdag werden trouw gelopen. Deze werden wel wat saai omdat we elk pad in de wijde omgeving al eens hadden gezien en belopen. We zagen het op een gegeven moment als een "moetje".
Omdat de ontsteking bleef wendde Ron zich uiteindelijk tot een podoloog in Helmond voor shockwave therapie. Hoewel dit de symptomen bestreed moest toch de oorzaak worden opgespoord. Die werd na onderzoek gevonden. Ron z'n linkeronderbeen bleek iets korter dan z'n rechter waardoor de linkervoet niet netjes werd afgewikkeld. Tape en steunzolen zouden de oplossing zijn. Met de voet ingetapet ging het wandelen weer goed en konden de trainingen weer worden opgepakt. Inmiddels zaten we met onze weekendwandelingen al op 40 kilometer.
In de buurt van Arnhem liepen we de Falcon Walk, onze eerste 40-er die helemaal niet tegen viel. Een volgende wandeling een week later ging echter helemaal niet soepel. We waren er kennelijk nog steeds niet helemaal klaar voor. Ook het beroemde Rondje Helmond was geen sinecure. Hier waren blaren de oorzaak van de moeilijkheden. Inmiddels waren de speciaal vervaardigde steunzolen voor Ron klaar en met deze hulpmiddelen ging het wandelen gelukkig weer een stuk beter. Zo liepen we begin juli bij wijze van generale repetitie het Rondje Someren. Het was snikheet maar allebei liepen we deze mooie tocht fluitend uit. Eindelijk hadden we het gevoel klaar te zijn voor de vierdaagse van Nijmegen.
In de aanloop naar de vierdaagse hadden we al veel geregeld. Neef Tim en zijn vriendin Cindy, die in Nijmegen wonen, waren bereid om ons onderdak te verschaffen en zij regelden zelfs fietsen voor ons. Ook hadden we de chip binnen die, eenmaal bevestigd op onze schoenen, onze positie zou doorgeven zodat geïnteresseerden ons konden volgen. Zus José en haar man hadden ons uitgebreid voorgelicht zodat we goed voorbereid waren.
Op maandag 15 juli reden we met onze auto helemaal volgepakt naar Nijmegen om onze intrek te nemen in het huis van neef Tim. Toen de luchtbedjes opgepompt waren en verder alles geïnstalleerd was, fietsten we de drie kilometer naar de Wedren in het centrum van Nijmegen om daar ons startbewijs op te halen. Ten teken dat we waren aangemeld kregen we ieder een witte polsband om met daarop QR-codes die dagelijks bij de start en de finish gescand zouden worden. Eenmaal voorzien van ons startbewijs mengden we ons in het feest dat in het centrum van Nijmegen werd gehouden. Overal in het centrum waren podia opgericht en speelden er bandjes. Door de straten slenterden ook dweilorkestjes. Het was er een drukte van belang met wandelaars en mensen die alleen voor de feesten kwamen maar het was er beregezellig. Door het prachtige weer zaten alle terrassen overvol. Toch vonden we op een terras nabij de Grote Markt nog een plek en daar hebben we met z'n vieren lekker zitten genieten van een koel pilsje. Nu kon het nog. Van de feesten verderop deze week zouden we weinig meekrijgen. Gemiddeld zouden we 8 uur per dag lopen. De rest van de tijd was nodig voor herstel, eten en slapen. Die avond lagen we vroeg in bed. De wekker zou immers om 04.00 uur al aflopen, maar geen van allen konden we de slaap vatten. Kennelijk hadden we toch wat zenuwen en ook moesten we wennen aan die smalle luchtbedjes.
De mensen die 40 kilometer per dag lopen worden in twee delen gestart. Dat is om de menigte enigszins in toom te kunnen houden. Zus José en haar man hadden de eerste loopdag de vroege start om 05.15 uur. Toen hun wekker afging waren Nicky en ik ook wakker. Wij mochten pas een uur later starten zodat we het wat rustiger aan konden doen. Toen wij omstreeks 05.15 uur op onze leenfietsen stapten begon het al licht te worden. We waren toch wel wat zenuwachtig omdat we niet wisten wat ons te wachten stond. Hoe zou het zijn om tussen 42.000 andere wandelaars te lopen en zouden onze lichamen een beetje meewerken? Ook waren we benieuwd naar de effecten van het weer. Het zou immers erg warm worden deze eerste loopdag.
Op de Wedren was het een drukte van belang maar omdat we vroeg waren, stonden we toch vrij vooraan bij de start. Zodra het 06.15 uur was begon het gedrang om je polsband gescand te krijgen waarna het wandelen kon beginnen. Nicky en ik begonnen lekker rustig aan deze "Dag van Elst". We hadden met elkaar afgesproken dat we ieder ons eigen tempo zouden lopen, maar de eerste kilometers liepen we gezamenlijk. Zo passeerden we samen de Waalbrug terwijl de zon op kwam.
Overal langs de route stonden studenten, de meeste erg dronken, maar zonder uitzondering enthousiast en vriendelijk, de wandelaars uit te zwaaien. Bijna in het dorpje Lent besloot Ron z'n eigen tempo aan te houden waardoor hij voor kwam te lopen op Nicky. Leuk om te zien was dat in Lent, hoewel het nog geen zeven uur 's morgens was, al veel mensen langs de kant van de weg stonden om de wandelaars aan te moedigen. Verschillende mensen waren al (of nog) aan het bier. Het was er in ieder geval erg gezellig. Ook in Bemmel was het een gezellige boel met diverse orkestjes langs de route naast vele duizenden mensen die de wandelaars op allerlei manieren een hart onder de riem staken. Zo is wandelen erg leuk! Tussen Bemmel en Elst begon het rechterscheenbeen van Ron zeer te doen. Dat was vreemd omdat deze scheen zich eerder nog nooit geroerd had. Gelukkig was het maar een zeurend pijntje waardoor Ron toch door kon lopen. Wel was het hopen dat e.e.a. niet erger werd.
In Elst was het een groot feest. Inmiddels was het al wat later waardoor iedereen wakker was en kennelijk had de gehele bevolking van dit dorp besloten om de wandelaars aan te moedigen. Naast live muziek was er ook veel mechanische muziek te horen en overval stonden kinderen langs de route met schalen met daarin stukjes komkommer, spekjes of iets anders te eten. Anderen stonden klaar met bekertjes water. De stemming was uitgelaten en lopen ging op deze manier vanzelf. Voordat we er erg in hadden, hadden we 25 kilometer afgelegd en was het tijd voor een pauze. Omdat we lid waren van de KNBLO hadden we toegang tot een speciale rustplaats met diverse voorzieningen. Nadat een kom soep was weggewerkt, liet Ron zich masseren aan z'n zere scheenbeen. Hoewel de massage lekker was, hielp die helaas niet om de pijn weg te krijgen.
Het venijn van deze eerste etappe zat hem in de staart. Met een zon die stevig brandde aan een wolkeloze hemel moesten alle wandelaars de lange en saaie Waaldijk over om weer in Nijmegen uit te komen. Gelukkig werd ons genoeg water aangeboden en inmiddels hadden ook diverse mensen een douche gemaakt of stonden ze klaar met een tuinslang voor de broodnodige verkoeling, maar het duurde lang voordat de Waalbrug werd bereikt. Na ruim 8 uur meldde Ron zich om 14.30 uur af op de Wedren. Nicky volgde een half uur later. De eerste wandeldag zat erop en die was zeker niet tegen gevallen. Jammer van de pijn in de scheen, maar wat een feest was het onderweg geweest!
Nadat we op onze fietsjes weer naar het huis van neef Tim waren gereden, werd daar gedoucht en kon het sterke verhalen vertellen beginnen. Ook werden er nog diverse lichaamsdelen met tape afgeplakt. Voorzien van een koel drankje zaten we tot 21.00 uur gezellig buiten en gingen toen slapen. Morgen hadden wij de vroege start en de wekker werd op 04.00 uur gezet.
Allebei sliepen we die nacht heerlijk totdat de wekker ging. Nog voor 05.00 uur stonden we weer op de Wedren, klaar voor dag twee; de "Dag van Wijchen". Traditioneel is dit de dag met de meeste uitvallers. Wij waren niet van plan om uit te vallen. Nicky had nog bijna nergens last van en Ron onderdrukte de pijn aan z'n scheenbeen met Diclofenac. Op z'n geschaafde billen zat tape, dus dat kon ook geen probleem meer zijn. Het beloofde een erg warme dag te worden, maar zo vroeg op de morgen was het heerlijk wandelen. Dit keer liepen we in de richting van het zuiden door de Nijmeegse wijk Hatert naar het plaatsje Alverna en door naar Wijchen. We liepen weer ieder ons eigen tempo zodat we apart van elkaar liepen. Dat lijkt saai maar onderweg was zoveel te beleven dat we ons geen moment verveelden. De sfeer onder de wandelaars was geweldig en je had aanspraak genoeg. De mensen aan de kant van de weg waren geweldig en het was weer compleet feest, de hele route door. In Wijchen was het feest helemaal compleet. Langs de hele route die dwars door het dorp liep stonden de mensen rijen dik aan de kant. De wandelaars kregen zoveel te eten en te drinken aangeboden dat we op een gegeven moment bommetje vol zaten.
Vanuit Wijchen ging de route omhoog naar Beuningen waar het ook volop feest was. Daarna was het een kwestie van teruglopen naar Nijmegen. Het was erg warm deze dag en we hadden allebei moeite om voldoende te drinken. Drinken en lopen gaat niet zo goed samen. Ook in Nijmegen was het één groot feest, zeker in de binnenstad op het Faberplein waar familie ons opwachtten. Ron had een fantastische loopdag zonder een centje pijn en was al voor enen binnen. Nicky had het wat moeilijker, vooral dankzij pijn aan haar achillespezen en door de warmte. Een paar drankjes op het Faberplein met de familie deden echter wonderen. 's Avonds aten we met de familie in een leuk restaurant niet ver van het huis van neef Tim vandaan.
Dag drie is de "Dag van Groesbeek" en bevat de beruchte Zevenheuvelenweg. Deze dag hadden we weer de late start en konden we pas om 06.15 uur beginnen met onze wandeling. De route voerde weer naar het zuiden naar Malden en Mook. Net zoals de eerste twee dagen was het prima weer en niets leek een lekkere wandeldag in de weg te staan. We waren ook al weer op de helft en het leek erop dat we zonder veel problemen de vierdaagse zouden kunnen voltooien. Nicky liep haar eigen, langzame, maar constante tempo en Ron liep wat vlotter door. De eerste 25 kilometer gingen voor hem vlotjes maar vlak voor Groesbeek werd de route heuvelachtig en moest er geklommen worden. Dat was het moment dat de scheenbeenvliesontsteking erger werd en echt pijn begon te doen. Dit ondanks Diclofenac. Normaal lopen ging bijna niet meer en het tempo van Ron zakte terug naar 3 à 4 kilometer per uur maximaal. Terwijl Nicky langzaam maar lekker doorliep, was Ron blij toen hij in Groesbeek de rustplaats van de KNBLO bereikte. Hier ging een nieuwe Diclofenac naar binnen naast een hoop drinken. De pijn ging echter niet meer weg en het was nog 15 kilometer naar de finish op de Wedren in Nijmegen. Daar zat dan ook nog die Zevenheuvelenweg tussen.
Toch liet Ron zich niet alle plezier verpesten en zo goed en zo kwaad als het ging slenterde hij voort. De Zevenheuvelenweg viel veel mee. Om te beginnen waren het geen zeven heuvels maar slechts vijf en er was veel afleiding van de toeschouwers die massaal waren gekomen om te supporteren dat het wandelen wel ging. Alleen de afdalingen waren pijnlijk. Via Berg en Dal bereikte de lange stoet van wandelaars Nijmegen weer en na acht uur lopen zat het er voor Ron weer op. Deze dag kwam Nicky ruim een uur later binnen. Dat gaf Ron de tijd om op de Wedren bij te komen van de wandeling die toch wel veel van hem gevergd had. Meerdere keren spookte het hem door z'n hoofd of hij de laatste dag wel nog uit zou kunnen wandelen. Gelukkig is neef Tim arts en hij gaf aan dat een cocktail van Diclofenac en Paracetamol beslist moest helpen. Dat was op z'n minst het proberen waard. 's Avonds zaten we weer lekker buiten en genoten van de pastamaaltijd die onze gastheer en -vrouw hadden gemaakt. Eigenlijk best wel jammer dat we zo vroeg moesten gaan slapen, maar we stonden op een fatsoenlijke nachtrust en als je wekker om 04.00 uur afgaat, kun je die alleen krijgen als je ook vroeg naar bed gaat. Om 21.00 uur lagen we er daarom ook al weer in.
Dag vier wordt de "Dag van Cuijk" genoemd. Omdat we deze laatste loopdag weer een vroege start hadden, waren we al voor vijven weer op de Wedren. Daar heerste een opgewekte sfeer. De wandelaars die nu nog aan de start verschenen zouden de vierdaagse zeer waarschijnlijk uit lopen. Wij gingen langzaam van start. Nicky omdat het gewoon haar tempo is. Ron omdat de cocktail van medicijnen nog moest gaan werken. De temperatuur zo 's morgens vroeg was heerlijk en ondanks het lagere tempo schoten we lekker op. We liepen in zuidelijke richting Nijmegen uit, een heel stuk op precies dezelfde route als die van dag 2. Nu ging het echter niet richting Wijchen maar naar Overasselt. Daar was het al vroeg op de morgen een groot feest. Vervolgens kregen we weer een dijk voor onze kiezen. Dit keer liep die langs de Maas en doordat de dijk nogal slingerde, kon je heel goed de kilometerslange rij wandelaars zien. Een prachtig gezicht op deze zonovergoten dag. Al wandelend kwamen we in Brabant uit en door de plaatsjes Linden en Beers. Ook hier was het één groot feest en overal stonden mensen langs de kant met schalen met hapjes en drinken. Het grootste feest was echter in Cuijk. Cuijk is een flinke plaats en langs de gehele route stonden de mensen rijendik. In het centrum was het helemaal te dol. Overal was muziek en de wandelaars werden luid toegejuicht. Op deze manier loop je als vanzelf.
De genie had in Cuijk een pontonbrug over de Maas aangelegd en toen we eenmaal daar overheen waren gelopen, hoefden we alleen nog maar Mook, Molenhoek naar Malden en Nijmegen te wandelen. In Molenhoek kregen we onze eerste gladiolen aangereikt van jongetjes langs de kant van de weg. Deze dag duurde het erg lang voordat we bij de rustpost van de KNBLO aankwamen. Die stond namelijk op 8 kilometer van de finish in Malden. We hadden afgesproken dat we elkaar bij deze rustpost weer zouden ontmoeten zodat we deze laatste dag gezamenlijk over de finish konden lopen. Ook bij het verlaten van de rustpost kregen we ieder weer een gladiool die, samen met de anderen, in de rugzak van Ron werden gestoken. De laatste 8 kilometers gingen als vanzelf. De pillencocktail van Ron werkte prima en door het enthousiaste publiek vergat ook Nicky haar pijntjes. Iedereen was erg uitgelaten en pelotons soldaten, maar ook Engelse bobby's, gingen helemaal los op de rotondes die door hen meerdere keren werden genomen. Elke wandelaar wist nu dat hij of zij het zou gaan halen dus het was één grote blije bende die in een laag tempo richting de Via Gladiola trok. Vlak voor Nijmegen namen we afscheid van de militairen en andere groepen. Die gingen zich op een speciaal hiervoor ingericht terrein opknappen om daarna aan het defilé te kunnen beginnen. De individuele wandelaars werden in Nijmegen onthaald op een gigantisch feest.
De brede St. Annastraat was omgedoopt tot Via Gladiola en hoewel de straat kilometers lang is, stonden er over de gehele lengte rijen dik mensen te juichen en te klappen. Dat is nog eens binnenkomen! Wij werden verwelkomt door Cindy, onze gastvrouw en de ouders van Nicky. Van hen kregen nog meer gladiolen en met onze handen vol liepen we daarna verder richting de finish op de Wedren. Vol van adrenaline en daarom helemaal niet moe finishten we omstreeks 14.15 uur en mochten we ons eerste vierdaagsekruisje in ontvangst nemen. We waren erg trots op onszelf en dronken op de Wedren op ons succes. Daar namen we ook al de beslissing om volgend jaar weer mee te doen aan dit geweldige evenement.
Bij neef Tim dronken we ook nog wat op ons succes voordat we alle spullen weer in de auto laadden en door het drukke verkeer Nijmegen uit probeerden te komen. Dat viel nog niet mee omdat we onder andere de Via Gladiola moesten oversteken, maar uiteindelijk geraakten we Nijmegen uit en waren we daarna zo weer in Helmond.
De dagen na de vierdaagse hebben we nog wel wat afgezien. Nicky had een paar hardnekkige blaren opgelopen en heeft nog dagen als een oud omaatje rondgestrompeld. Ron kreeg de rekening van het negeren van z'n scheenbeenvliesontsteking gepresenteerd. Z'n rechterscheenbeen was nog lang dik, warm en rood waardoor we de geplande herstelwandelingen niet hebben kunnen doen.
In het afgelopen half jaar zijn er meerdere momenten geweest dat we ons serieus afvroegen waar we mee bezig waren. Behalve dat er erg veel tijd in het wandelen ging zitten, kregen we ook te maken met allerlei pijntjes en blessures. Toch zijn we erg blij dat we hebben doorgezet en dat we de vierdaagse in Nijmegen hebben mogen meemaken. Volgend jaar hoeven we niet te loten en gaan we een ander trainingsschema hanteren waardoor we hopen op minder blessures. We kijken nu al uit naar de 98e vierdaagse die van 15 t/m 18 juli 2014 wordt gehouden. Voorlopig gaan we genieten van onze vrije tijd alhoewel we wel hebben afgesproken dat we met enige regelmaat langere wandelingen blijven lopen om in conditie te blijven. Het wandelvirus heeft ons dus toch besmet.
Nu wandelden we wel vaker en afstanden tot zo'n 15 kilometer waren voor ons geen enkel probleem, echter de vierdaagse van Nijmegen verlangt een wandeltocht van 40 kilometer per dag van je en dat dan vier keer achter elkaar! Da's andere koek en daar is toch de nodige training voor nodig.
In de herfst van 2012 vonden we op het internet een mooie wandeling van zo'n 23 kilometer in en rondom Geldrop; een mooi begin om onze conditie op te bouwen. We liepen deze tocht op een zonnige zondagmiddag. We genoten van het wandelen maar waren toch allebei erg blij toen we aan het einde van die middag weer bij onze auto terug waren en eindelijk weer konden gaan zitten. Onze voeten lieten duidelijk merken nog niet gewend te zijn aan dergelijke afstanden. Tijdens enkele weekeinden daarna maakten we nog een aantal keren een wandeltocht van boven de 20 kilometer per uur en merkten dat het steeds beter ging. Tijdens de ellenlange winter van 2012/2013 namen we voor het eerst deel aan georganiseerde wandeltochten.
Wandelvereniging OLAT organiseerde de zogenaamde Winterserie. Die georganiseerde wandelingen van zo'n 15 à 25 kilometer lang bevielen ons erg goed. Behalve dat de routes mooi waren en prima waren uitgepijld, was de sfeer onder de honderden wandelaars erg goed. Ook de verzorging onderweg was nieuw voor ons. Het is erg fijn als je halverwege de tocht kunt genieten van een lekker warme beker koffie of soep. Het wandelvirus kreeg ons steeds meer te pakken.
Ons plan om deel te nemen aan de Nijmeegse vierdaags kende echter nog één obstakel. Vanwege het grote aantal inschrijvingen vindt er jaarlijks een loting plaats onder de mensen die voor het eerst aan dit evenement willen gaan deelnemen. Elk jaar vallen zo'n kleine 5000 mensen hierdoor buiten de boot. Wij wilden zo snel als mogelijk zeker zijn van een startbewijs zodat we niet voor niets aan het trainen waren. Wachten op een gunstige loting was voor ons geen optie. Die vond immers pas in april plaats.
Van de zus van Ron die een ervaren vierdaagse loopster is, hoorden we van het bestaan van de Via Vierdaagse; een trainingsprogramma voor mensen die nog nooit aan de vierdaagse hebben deelgenomen. Het mooie van deelnemen aan dit programma is het gegarandeerde startbewijs voor de vierdaagse. Voor 1500 mensen is er jaarlijks plaats in dat programma. Op de website hadden we gelezen dat we vanaf 4 februari ons konden aanmelden en om zeker te zijn van deelname had Ron ons die dag 's morgens om 06.00 uur al aangemeld.
Nicky en ik hielden ons nu ook aan het trainingsschema van de Via Vierdaagse. Dat betekende dat we flink wat meer tijd moesten gaan steken in het wandelen. Niet alleen moesten we elk weekend gaan lopen, maar ook elke dinsdag en donderdag werden we geacht te gaan trainen.
De wandelingen door de week waren tempotrainingen om conditie op te bouwen. Waren die tochtjes aanvankelijk een uur, het duurde niet lang of we moesten steeds anderhalf uur lopen. Dat viel niet altijd mee, zeker niet na een dag hard werken of als er weer eens een hoop sneeuw en ijs op de weg lag. In Weert bezochten we medio februari een workshop waar ons de fijne kneepjes van het lange afstandslopen werden bijgebracht. Ook vulden we trouw ons digitale logboek op de website in. Het trainen werd steeds serieuzer. Geen wandeling sloegen we over en al snel waren afstanden tot 25 kilometer geen enkel probleem meer voor ons.
Bij voorkeur zochten we voor de weekendwandelingen een georganiseerde tocht uit. Omdat we met onze deelname aan de Via Vierdaagse ook meteen lid waren van de KNBLO (de grootste wandelsportvereniging van Nederland) hadden we hun wandelprogramma in een handzaam boekje gekregen en was het uitzoeken van een passende wandeling geen enkel probleem. Zo liepen we georganiseerde tochten in o.a. Helenaveen, Emmen, Heilige Landstichting, Saarbrücken enz. enz.
Een hele mooie wandeling was de bloesemtocht vanuit Geldermalsen door de Betuwe op 20 april. Hoewel er door de aanhoudende winter nauwelijks bloesem te zien was, was de omgeving toch zo mooi dat de wandeling een groot succes was. Het was ook onze eerste ervaring met lopen in een groot gezelschap. Maar liefst 21.000 wandelaars liepen deze bloesemtocht met ons.
Alle wandelingen verliepen aanvankelijk redelijk probleemloos. Af en toe was er sprake van een blaar maar veel meer niet. Ron had wel steeds meer last van pijn in de scheen van zijn linkerbeen. Na veel geëxperimenteer bleek de oorzaak te liggen in het te hard beginnen aan een wandeling. Zodra een tocht rustig werd ingezet, viel het met de pijn in die scheen wel mee. Nicky worstelde lang met haar loopschoenen. Zeker vijf paar werden uitgeprobeerd en steeds niet goed genoeg bevonden. Een paar schoenen die ze als verjaardagscadeautje mocht uitzoeken in een gespecialiseerde winkel in Weert waren uiteindelijk wel goed genoeg.
Als niet-sporters ineens teveel gaan bewegen dan is de kans op blessures groot. Dat ondervond Ron tijdens een wandeling in Luxemburg medio mei. Op internet hadden we een wandeling van zo'n 30 kilometer gevonden rondom een meer. De betreffende zondag was het prachtig weer maar al gauw hadden we in de gaten dat we niet over een fatsoenlijk pad konden lopen, maar dat de tocht voerde over hele smalle bospaadjes die ons steil omhoog of omlaag voerden. Het was daar dat Ron voor het eerst serieus last kreeg van z'n linkerscheenbeen. Rustig lopen hielp niet meer en 's avonds in het hotel was de scheen dik, warm en rood en deed vreselijk veel pijn. Die pijn ging niet over en de dagen daarna kon Ron alleen maar strompelen. Vanuit Luxemburg werd de huisarts gebeld en, eenmaal weer terug in Nederland, constateerde de arts een scheenbeenvliesontsteking. Dat was een flinke tegenvaller want de enige remedie tegen zo'n ontsteking is rust en rusten was geen optie. Gelukkig hielpen aanvankelijk de Diclofenacpillen, maar uiteindelijk zou Ron een aantal weken niet trainen om de ontsteking rust te gunnen.
Nicky wandelde ondertussen onverstoorbaar door. Ook de wandelingen op dinsdag en donderdag werden trouw gelopen. Deze werden wel wat saai omdat we elk pad in de wijde omgeving al eens hadden gezien en belopen. We zagen het op een gegeven moment als een "moetje".
Omdat de ontsteking bleef wendde Ron zich uiteindelijk tot een podoloog in Helmond voor shockwave therapie. Hoewel dit de symptomen bestreed moest toch de oorzaak worden opgespoord. Die werd na onderzoek gevonden. Ron z'n linkeronderbeen bleek iets korter dan z'n rechter waardoor de linkervoet niet netjes werd afgewikkeld. Tape en steunzolen zouden de oplossing zijn. Met de voet ingetapet ging het wandelen weer goed en konden de trainingen weer worden opgepakt. Inmiddels zaten we met onze weekendwandelingen al op 40 kilometer.
In de buurt van Arnhem liepen we de Falcon Walk, onze eerste 40-er die helemaal niet tegen viel. Een volgende wandeling een week later ging echter helemaal niet soepel. We waren er kennelijk nog steeds niet helemaal klaar voor. Ook het beroemde Rondje Helmond was geen sinecure. Hier waren blaren de oorzaak van de moeilijkheden. Inmiddels waren de speciaal vervaardigde steunzolen voor Ron klaar en met deze hulpmiddelen ging het wandelen gelukkig weer een stuk beter. Zo liepen we begin juli bij wijze van generale repetitie het Rondje Someren. Het was snikheet maar allebei liepen we deze mooie tocht fluitend uit. Eindelijk hadden we het gevoel klaar te zijn voor de vierdaagse van Nijmegen.
In de aanloop naar de vierdaagse hadden we al veel geregeld. Neef Tim en zijn vriendin Cindy, die in Nijmegen wonen, waren bereid om ons onderdak te verschaffen en zij regelden zelfs fietsen voor ons. Ook hadden we de chip binnen die, eenmaal bevestigd op onze schoenen, onze positie zou doorgeven zodat geïnteresseerden ons konden volgen. Zus José en haar man hadden ons uitgebreid voorgelicht zodat we goed voorbereid waren.
Op maandag 15 juli reden we met onze auto helemaal volgepakt naar Nijmegen om onze intrek te nemen in het huis van neef Tim. Toen de luchtbedjes opgepompt waren en verder alles geïnstalleerd was, fietsten we de drie kilometer naar de Wedren in het centrum van Nijmegen om daar ons startbewijs op te halen. Ten teken dat we waren aangemeld kregen we ieder een witte polsband om met daarop QR-codes die dagelijks bij de start en de finish gescand zouden worden. Eenmaal voorzien van ons startbewijs mengden we ons in het feest dat in het centrum van Nijmegen werd gehouden. Overal in het centrum waren podia opgericht en speelden er bandjes. Door de straten slenterden ook dweilorkestjes. Het was er een drukte van belang met wandelaars en mensen die alleen voor de feesten kwamen maar het was er beregezellig. Door het prachtige weer zaten alle terrassen overvol. Toch vonden we op een terras nabij de Grote Markt nog een plek en daar hebben we met z'n vieren lekker zitten genieten van een koel pilsje. Nu kon het nog. Van de feesten verderop deze week zouden we weinig meekrijgen. Gemiddeld zouden we 8 uur per dag lopen. De rest van de tijd was nodig voor herstel, eten en slapen. Die avond lagen we vroeg in bed. De wekker zou immers om 04.00 uur al aflopen, maar geen van allen konden we de slaap vatten. Kennelijk hadden we toch wat zenuwen en ook moesten we wennen aan die smalle luchtbedjes.
De mensen die 40 kilometer per dag lopen worden in twee delen gestart. Dat is om de menigte enigszins in toom te kunnen houden. Zus José en haar man hadden de eerste loopdag de vroege start om 05.15 uur. Toen hun wekker afging waren Nicky en ik ook wakker. Wij mochten pas een uur later starten zodat we het wat rustiger aan konden doen. Toen wij omstreeks 05.15 uur op onze leenfietsen stapten begon het al licht te worden. We waren toch wel wat zenuwachtig omdat we niet wisten wat ons te wachten stond. Hoe zou het zijn om tussen 42.000 andere wandelaars te lopen en zouden onze lichamen een beetje meewerken? Ook waren we benieuwd naar de effecten van het weer. Het zou immers erg warm worden deze eerste loopdag.
Op de Wedren was het een drukte van belang maar omdat we vroeg waren, stonden we toch vrij vooraan bij de start. Zodra het 06.15 uur was begon het gedrang om je polsband gescand te krijgen waarna het wandelen kon beginnen. Nicky en ik begonnen lekker rustig aan deze "Dag van Elst". We hadden met elkaar afgesproken dat we ieder ons eigen tempo zouden lopen, maar de eerste kilometers liepen we gezamenlijk. Zo passeerden we samen de Waalbrug terwijl de zon op kwam.
Overal langs de route stonden studenten, de meeste erg dronken, maar zonder uitzondering enthousiast en vriendelijk, de wandelaars uit te zwaaien. Bijna in het dorpje Lent besloot Ron z'n eigen tempo aan te houden waardoor hij voor kwam te lopen op Nicky. Leuk om te zien was dat in Lent, hoewel het nog geen zeven uur 's morgens was, al veel mensen langs de kant van de weg stonden om de wandelaars aan te moedigen. Verschillende mensen waren al (of nog) aan het bier. Het was er in ieder geval erg gezellig. Ook in Bemmel was het een gezellige boel met diverse orkestjes langs de route naast vele duizenden mensen die de wandelaars op allerlei manieren een hart onder de riem staken. Zo is wandelen erg leuk! Tussen Bemmel en Elst begon het rechterscheenbeen van Ron zeer te doen. Dat was vreemd omdat deze scheen zich eerder nog nooit geroerd had. Gelukkig was het maar een zeurend pijntje waardoor Ron toch door kon lopen. Wel was het hopen dat e.e.a. niet erger werd.
In Elst was het een groot feest. Inmiddels was het al wat later waardoor iedereen wakker was en kennelijk had de gehele bevolking van dit dorp besloten om de wandelaars aan te moedigen. Naast live muziek was er ook veel mechanische muziek te horen en overval stonden kinderen langs de route met schalen met daarin stukjes komkommer, spekjes of iets anders te eten. Anderen stonden klaar met bekertjes water. De stemming was uitgelaten en lopen ging op deze manier vanzelf. Voordat we er erg in hadden, hadden we 25 kilometer afgelegd en was het tijd voor een pauze. Omdat we lid waren van de KNBLO hadden we toegang tot een speciale rustplaats met diverse voorzieningen. Nadat een kom soep was weggewerkt, liet Ron zich masseren aan z'n zere scheenbeen. Hoewel de massage lekker was, hielp die helaas niet om de pijn weg te krijgen.
Het venijn van deze eerste etappe zat hem in de staart. Met een zon die stevig brandde aan een wolkeloze hemel moesten alle wandelaars de lange en saaie Waaldijk over om weer in Nijmegen uit te komen. Gelukkig werd ons genoeg water aangeboden en inmiddels hadden ook diverse mensen een douche gemaakt of stonden ze klaar met een tuinslang voor de broodnodige verkoeling, maar het duurde lang voordat de Waalbrug werd bereikt. Na ruim 8 uur meldde Ron zich om 14.30 uur af op de Wedren. Nicky volgde een half uur later. De eerste wandeldag zat erop en die was zeker niet tegen gevallen. Jammer van de pijn in de scheen, maar wat een feest was het onderweg geweest!
Nadat we op onze fietsjes weer naar het huis van neef Tim waren gereden, werd daar gedoucht en kon het sterke verhalen vertellen beginnen. Ook werden er nog diverse lichaamsdelen met tape afgeplakt. Voorzien van een koel drankje zaten we tot 21.00 uur gezellig buiten en gingen toen slapen. Morgen hadden wij de vroege start en de wekker werd op 04.00 uur gezet.
Allebei sliepen we die nacht heerlijk totdat de wekker ging. Nog voor 05.00 uur stonden we weer op de Wedren, klaar voor dag twee; de "Dag van Wijchen". Traditioneel is dit de dag met de meeste uitvallers. Wij waren niet van plan om uit te vallen. Nicky had nog bijna nergens last van en Ron onderdrukte de pijn aan z'n scheenbeen met Diclofenac. Op z'n geschaafde billen zat tape, dus dat kon ook geen probleem meer zijn. Het beloofde een erg warme dag te worden, maar zo vroeg op de morgen was het heerlijk wandelen. Dit keer liepen we in de richting van het zuiden door de Nijmeegse wijk Hatert naar het plaatsje Alverna en door naar Wijchen. We liepen weer ieder ons eigen tempo zodat we apart van elkaar liepen. Dat lijkt saai maar onderweg was zoveel te beleven dat we ons geen moment verveelden. De sfeer onder de wandelaars was geweldig en je had aanspraak genoeg. De mensen aan de kant van de weg waren geweldig en het was weer compleet feest, de hele route door. In Wijchen was het feest helemaal compleet. Langs de hele route die dwars door het dorp liep stonden de mensen rijen dik aan de kant. De wandelaars kregen zoveel te eten en te drinken aangeboden dat we op een gegeven moment bommetje vol zaten.
Vanuit Wijchen ging de route omhoog naar Beuningen waar het ook volop feest was. Daarna was het een kwestie van teruglopen naar Nijmegen. Het was erg warm deze dag en we hadden allebei moeite om voldoende te drinken. Drinken en lopen gaat niet zo goed samen. Ook in Nijmegen was het één groot feest, zeker in de binnenstad op het Faberplein waar familie ons opwachtten. Ron had een fantastische loopdag zonder een centje pijn en was al voor enen binnen. Nicky had het wat moeilijker, vooral dankzij pijn aan haar achillespezen en door de warmte. Een paar drankjes op het Faberplein met de familie deden echter wonderen. 's Avonds aten we met de familie in een leuk restaurant niet ver van het huis van neef Tim vandaan.
Toch liet Ron zich niet alle plezier verpesten en zo goed en zo kwaad als het ging slenterde hij voort. De Zevenheuvelenweg viel veel mee. Om te beginnen waren het geen zeven heuvels maar slechts vijf en er was veel afleiding van de toeschouwers die massaal waren gekomen om te supporteren dat het wandelen wel ging. Alleen de afdalingen waren pijnlijk. Via Berg en Dal bereikte de lange stoet van wandelaars Nijmegen weer en na acht uur lopen zat het er voor Ron weer op. Deze dag kwam Nicky ruim een uur later binnen. Dat gaf Ron de tijd om op de Wedren bij te komen van de wandeling die toch wel veel van hem gevergd had. Meerdere keren spookte het hem door z'n hoofd of hij de laatste dag wel nog uit zou kunnen wandelen. Gelukkig is neef Tim arts en hij gaf aan dat een cocktail van Diclofenac en Paracetamol beslist moest helpen. Dat was op z'n minst het proberen waard. 's Avonds zaten we weer lekker buiten en genoten van de pastamaaltijd die onze gastheer en -vrouw hadden gemaakt. Eigenlijk best wel jammer dat we zo vroeg moesten gaan slapen, maar we stonden op een fatsoenlijke nachtrust en als je wekker om 04.00 uur afgaat, kun je die alleen krijgen als je ook vroeg naar bed gaat. Om 21.00 uur lagen we er daarom ook al weer in.
Dag vier wordt de "Dag van Cuijk" genoemd. Omdat we deze laatste loopdag weer een vroege start hadden, waren we al voor vijven weer op de Wedren. Daar heerste een opgewekte sfeer. De wandelaars die nu nog aan de start verschenen zouden de vierdaagse zeer waarschijnlijk uit lopen. Wij gingen langzaam van start. Nicky omdat het gewoon haar tempo is. Ron omdat de cocktail van medicijnen nog moest gaan werken. De temperatuur zo 's morgens vroeg was heerlijk en ondanks het lagere tempo schoten we lekker op. We liepen in zuidelijke richting Nijmegen uit, een heel stuk op precies dezelfde route als die van dag 2. Nu ging het echter niet richting Wijchen maar naar Overasselt. Daar was het al vroeg op de morgen een groot feest. Vervolgens kregen we weer een dijk voor onze kiezen. Dit keer liep die langs de Maas en doordat de dijk nogal slingerde, kon je heel goed de kilometerslange rij wandelaars zien. Een prachtig gezicht op deze zonovergoten dag. Al wandelend kwamen we in Brabant uit en door de plaatsjes Linden en Beers. Ook hier was het één groot feest en overal stonden mensen langs de kant met schalen met hapjes en drinken. Het grootste feest was echter in Cuijk. Cuijk is een flinke plaats en langs de gehele route stonden de mensen rijendik. In het centrum was het helemaal te dol. Overal was muziek en de wandelaars werden luid toegejuicht. Op deze manier loop je als vanzelf.
De brede St. Annastraat was omgedoopt tot Via Gladiola en hoewel de straat kilometers lang is, stonden er over de gehele lengte rijen dik mensen te juichen en te klappen. Dat is nog eens binnenkomen! Wij werden verwelkomt door Cindy, onze gastvrouw en de ouders van Nicky. Van hen kregen nog meer gladiolen en met onze handen vol liepen we daarna verder richting de finish op de Wedren. Vol van adrenaline en daarom helemaal niet moe finishten we omstreeks 14.15 uur en mochten we ons eerste vierdaagsekruisje in ontvangst nemen. We waren erg trots op onszelf en dronken op de Wedren op ons succes. Daar namen we ook al de beslissing om volgend jaar weer mee te doen aan dit geweldige evenement.
Bij neef Tim dronken we ook nog wat op ons succes voordat we alle spullen weer in de auto laadden en door het drukke verkeer Nijmegen uit probeerden te komen. Dat viel nog niet mee omdat we onder andere de Via Gladiola moesten oversteken, maar uiteindelijk geraakten we Nijmegen uit en waren we daarna zo weer in Helmond.
De dagen na de vierdaagse hebben we nog wel wat afgezien. Nicky had een paar hardnekkige blaren opgelopen en heeft nog dagen als een oud omaatje rondgestrompeld. Ron kreeg de rekening van het negeren van z'n scheenbeenvliesontsteking gepresenteerd. Z'n rechterscheenbeen was nog lang dik, warm en rood waardoor we de geplande herstelwandelingen niet hebben kunnen doen.
In het afgelopen half jaar zijn er meerdere momenten geweest dat we ons serieus afvroegen waar we mee bezig waren. Behalve dat er erg veel tijd in het wandelen ging zitten, kregen we ook te maken met allerlei pijntjes en blessures. Toch zijn we erg blij dat we hebben doorgezet en dat we de vierdaagse in Nijmegen hebben mogen meemaken. Volgend jaar hoeven we niet te loten en gaan we een ander trainingsschema hanteren waardoor we hopen op minder blessures. We kijken nu al uit naar de 98e vierdaagse die van 15 t/m 18 juli 2014 wordt gehouden. Voorlopig gaan we genieten van onze vrije tijd alhoewel we wel hebben afgesproken dat we met enige regelmaat langere wandelingen blijven lopen om in conditie te blijven. Het wandelvirus heeft ons dus toch besmet.
Reacties