Fryslân; stad en wad
Ondanks dat Nederland maar een klein
landje is zijn er toch bestemmingen waar je niet zo snel komt. Puur
vanwege de afstand. Friesland is zo'n bestemming. Ron woonde er een
jaar en weet hoe mooi deze provincie is. Nicky was er nog maar een
keer of twee in haar hele leven geweest. Toen we vonden dat het hoog
tijd was voor weer een weekendje weg, kwam Friesland als bestemming
boven drijven en toen we op het internet ook nog een leuk hotelletje
in Leeuwarden vonden, was het weekendje snel geboekt.
Al vroeg vertrokken we vanuit Helmond
want het is een hele rit. Gelukkig was het op deze zaterdag niet druk
op de weg. Het weer zat niet zo mee. Ondanks een weersvoorspelling
die droog weer aan gaf, leek het alsof we een regenwolk aan onze auto
hadden hangen. We bleven van tijd tot tijd in de regen rijden terwijl
de lucht voor ons steeds blauw was. Gelukkig raakten we de regenwolk
ergens bij Zwolle kwijt en kwam de zon tevoorschijn.
In Wolvega dronken we een bak koffie en
aten we een stuk vlaai bij wijze van lunch. Daarna was het nog maar
een kilometer of dertig naar Leeuwarden. Dankzij onze TomTom hoefden
we niet te zoeken en reden we recht op ons doel af; hotel Oranje
recht tegenover het centraal station van de Friese hoofdstad. Ondanks
dat het nog geen inchecktijd was, konden we toch terecht op een
ruime, moderne kamer. Niet dat we daar lang bleven. We hadden een
zogenaamd “Stad en Wad” arrangement geboekt wat een aantal
extra's inhield. Naast een infopakket, kaartjes voor een overtocht
naar een Waddeneiland en een diner in het restaurant van het hotel,
zat er ook een ontvangst met koffie met suikerbrood bij. Daarom zaten
we al snel in het restaurant aan een straffe bak koffie met dat
suikerbrood. Niet te lang want Leeuwarden wachtte.
Voorzien van een wandelroute gingen we
op pad. De zon was door het wolkendek gebroken waardoor het prima
wandelweer was geworden. Voordat we de eigenlijke wandeling gingen
lopen, bezochten we een winkeltje waar men veel blikken speelgoed
verkocht. Ron had het zaakje in een boekje over Leeuwarden zien
staan. Natuurlijk moest ie kijken voor blikken politieauto's en die
stonden er. Helaas wist de eigenaar de waarde van die auto's, maar ze
waren zo leuk dat we er toch drie kochten. Daarna begonnen we aan de
wandeling die begon bij het Raadhuis en ons al snel langs de
grachtjes van de stad voerde. Eerlijk is eerlijk; Leeuwarden viel ons
helemaal niks tegen. Het zonnetje deed er natuurlijk goed aan, maar
het waren ook de vele leuke pandjes in de stad en de vele terrasjes
die het een gezellige boel maakten. We hingen echt de toerist uit en
fotografeerden alles wat los en vast zat. Dankzij de wandeling uit
het boekje kwamen we op plaatsen die we anders nooit gevonden hadden
en kregen we ook het hele centrum te zien. Van de foto's bij dit
stukje krijg je een beetje een indruk.
In een paviljoen in de Prinsentuin
dronken we nog wat om daarna de wandeling af te maken. Al met al waren we
er zo'n drie uur mee bezig. Het viel ons op dat Leeuwarden net zo
groot is als Helmond, maar wel veel meer stad is dan onze woonplaats.
's Avonds genoten we van een heerlijk
diner in het restaurant van het hotel. Het restaurant “Van Buren”
is beroemd in de stad en niet voor niets. Alles wat we voorgeschoteld
kregen smaakte heerlijk. Terug op de kamer waren we nog even druk met
voorbereidingen voor de volgende dag, maar redelijk op tijd lagen we
in het brede, zachte hotelbed.
Op zondag ging de wekker wel heel
vroeg, al om zeven uur. Dat kwam omdat we op tijd in Holwerd wilden
zijn voor het “Wad-deel” van ons arrangement. Deze dag stond een
bezoek aan Ameland op het programma en daarvoor moesten we met een
ferry over. Omdat het nog geen hoogseizoen is, vertrekt die ferry
maar één keer per twee uur. We hadden besloten dat we de ferry van
half tien zouden pakken om zodoende zoveel mogelijk van het eiland te
kunnen zien. Daarom zaten we dan ook als eersten aan het ontbijt in
het hotel. In een half uurtje reden we van Leeuwarden naar Holwerd en
we waren ruim op tijd voor de boot. Sterker, die was pas halverwege
z'n overtocht en we moesten een klein uurtje wachten voordat we op de
boot konden stappen. Omdat de zon scheen besloten we boven op het dek
te blijven, maar door een straffe wind was het daar behoorlijk
frisjes. Toch bleven we er de hele overtocht die drie kwartier
duurde. Eenmaal op Ameland huurden we een paar fietsen zodat we toch
wat van het eiland konden zien. Ondanks dat er best wel veel mensen
op de boot hadden gezeten, fietsten we in no time als enigen tegen de
wind in. Waar waren al die anderen gebleven? Waarschijnlijk bleven
die in Nes, maar wij hadden besloten om eerst de andere plaatsjes te
bekijken en dat betekende kilometers tegen een straffe wind in
fietsen.
Ballum was het eerste plaatsje waar we
belandden. Met 350 inwoners stelt het allemaal niet zoveel voor, maar
de eeuwenoude commandeurshuisjes hadden toch wel wat. Ook het kerkje
met de losse toren mocht er zijn. Omdat de grote hordes toeristen nog
moeten komen dit jaar, was het er heerlijk rustig en konden we alles
op ons dooie gemakkie bekijken.
Een paar kilometer verderop ligt
Hollum, de grootste plaats op Ameland. Hier had je meer terrasjes en
ook diverse winkeltjes. Omdat het zondag was, waren die allemaal
dicht. Nadat we ook hier op ons gemak hadden rond gekeken, zochten we
een terras op voor een hapje en een drankje. Vol in de zon was het
heerlijk op het terras. We zaten er dan ook een hele tijd. Daarna
bezochten we nog de opvallende rood-witte vuurtoren bij Hollum. Het
ding met 236 treden was te beklimmen, maar het tegen de wind in
fietsen leverde ons genoeg lichaamsbeweging op, zodat we lekker met
beiden benen op de grond bleven.
De weg terug naar Nes was een stuk
eenvoudiger omdat we de wind nu in de rug hadden. Ook reden we nu op
het fietspad aan de noordkant van het eiland en reden we meer
beschut. Natuurlijk namen we een kijkje op het strand, maar daar was
het, ondanks een lekker zonnetje, niet echt aangenaam vanwege de
wind. In Nes op het terras was het wel erg aangenaam. Nadat we het
plaatsje hadden bekeken, verdeden we daar wat tijd met een heerlijk
drankje totdat het tijd was om de boot van half vijf terug naar
Holwerd te pakken.
Weer terug op het vasteland reden we
terug naar ons hotel in Leeuwarden. Ron had op het internet zich suf
gezocht naar goeie restaurants in de Friese hoofdstad, maar op weg
naar een aantal leuke eettentjes, liepen we voorbij aan een ordinaire
McDonalds. Nicky kreeg ineens zin in een hamburger met als gevolg dat
we even later met een Big Mac en een cola voor onze neus zaten in
plaats van een heerlijk mals stuk vlees of vis een een goed glas
wijn.
Door dit eenvoudig diner waren we op
tijd weer terug op de kamer waar we op een pijnlijke manier er achter
kwamen dat we allebei verbrand waren.
De maandag begon lekker rustig. Lekker
uitslapen en een goed ontbijt in het hotel. We wilden deze dag niet
meteen naar huis rijden en we hadden besloten om nog wat Friese
stadjes te bezoeken. Sneek was als eerste aan de beurt. We bezochten
er de Martinikerk, het raadhuis en natuurlijk de beroemde waterpoort.
Jammer dat het weer niet zo meewerkte. De zon zat verstopt achter een
dikke laag bewolking. Ook het feit dat het maandagmorgen was en alle
winkels nog dicht waren en er nauwelijks mensen in Sneek rondliepen,
maakte dat de stad er niet op z' mooist bij lag. Toch heeft Sneek
iets aantrekkelijks. Er zijn leuke grachtjes en genoeg mooie pandjes
om er een paar uur rond te dwalen. Wij waren er slechts een uurtje
voordat we naar Bolsward reden. Hier eigenlijk hetzelfde verhaal.
Een leuk stadje maar geen sfeer op deze maandagmorgen.
Leuker was het in Workum. De zon was
tevoorschijn gekomen en er was wat meer leven in de brouwerij. We
bezochten er eerst het Jopie Huisman museum. Deze autodidact heeft
hele mooie werkjes achter gelaten en we genoten dan ook van de
tentoonstelling, net als 2 miljoen mensen voor ons. In een brasserie
aten we wat voordat we de rest van het plaatsje bekeken. Met z'n oude
waag, raadhuis en kerk met belachelijk dikke toren in de steigers had
het plaatsje wel wat. Ook bezochten we er een scheepswerf waar nog op
een traditionele manier schepen worden gebouwd.
Het laatste plaatsje wat we bezochten
was het prachtige Sloten. Dit vestingstadje is nog nagenoeg helemaal
authentiek en we vonden dit het leukste stadje van de dag.
Daarna hadden we nog een dikke 200
kilometers voor de boeg om weer thuis te komen. Gelukkig hadden we
geen files en parkeerden we tegen zessen de auto in de garage en zat
dit weekendje er weer op. We hebben genoten van Friesland en de
Friezen. Je verstaat ze voor geen meter maar ze waren zonder
uitzondering erg vriendelijk en behulpzaam. De stadjes die we
bezochten smaken naar meer en daarom gaan we gewoon nog een keer
terug naar het noorden om er bijvoorbeeld de elfstedenroute te
rijden. Met de auto dan wel te verstaan want het moet wel leuk
blijven.
Reacties