Een weekend in Delft

Ter ere van Nicky’s verjaardag hadden we een arrangement met twee nachtjes in een hotel in Delft geboekt. We waren al eens eerder in Delft maar dat was inmiddels 7 jaar geleden, dus een bezoek aan deze historische- en studentenstad kon weer wel een keertje. Toen we op vrijdag naar Delft reden was het erg druk op de weg. We waren kennelijk niet de enigen die het idee hadden opgevat  om te gaan rijden. Het was gruwelijk druk op de snelweg, voornamelijk met Duitsers, en bij Breda stonden we zelfs een tijdje stil als gevolg van die drukte. Daardoor duurde de rit wat langer dan we hadden gewild maar iets voor één uur konden we de auto bij het Westcord hotel in Delft parkeren.
Er was nog geen kamer vrij voor ons maar we kregen al wel de documenten en de vouchers die bij het arrangement hoorden. Voordat we de stad in gingen, controleerden we even wat we allemaal hadden gekregen en dat was maar goed ook. Twee vouchers ontbraken namelijk. Dat gemis werd echter snel goed gemaakt waarna we naar het centrum van de stad liepen. Ons hotel ligt pal aan de snelweg en dus een eindje uit het centrum maar Delft is niet zo groot en lang hoefden we niet te lopen voordat we bij de Oostpoort aankwamen, de enige over gebleven stadspoort uit 1400. We namen wat foto’s en liepen via het Oosteinde naar de Beestenmarkt in het centrum.
In het Belgisch bier café Belvedère lunchten we. Geen bier voor ons maar een gezonde salade en een broodje, weggespoeld met een cappuccino. Met onze magen gevuld was het tijd om de stad eens te gaan bekijken. Het weer werkte even niet mee en af en toe vielen er wat druppels regen maar niks om ons zorgen over te maken want er waren ook periodes met zon. Op de Burgwal bezochten we eerst de Maria van Jessekerk, een neogotische kerk uit de 19e eeuw. Het interieur was aardig maar niet bijzonder behalve dan de preekstoel die voorzien was van een mooi geschilderd baldakijn. Via wat straatjes kwamen we op de Markt uit. Het meest opvallende gebouw hier is het stadhuis waarvan de eerste bouw uit 1200 stamt. Het huidige gebouw stamt uit 1620. Helaas konden we het stadhuis niet bezoeken omdat het dicht was. Het andere opvallende gebouw op de Markt is de Nieuwe Kerk waar sinds een paar eeuwen de Nederlandse vorsten begraven liggen. Een bezoekje aan deze kerk moest even wachten vanwege een buitje. We schuilden in een souvenirswinkel waar Nicky de toerist uithing een kleine klompjes kocht.
Voor het bezoek aan de Nieuwe Kerk hadden we kaartjes omdat die bij het door ons geboekte arrangement zaten. We bekeken het praalgraf van Willem van Oranje en stonden een tijdje te kijken bij een maquette van de grafkelder waar inmiddels aardig wat Oranjes liggen te liggen. Nog even en men zal de kelder verder moeten uitdiepen. Nadat we de kerk wel hadden gezien kochten we een kaartje om de toren te kunnen beklimmen. Het was nog een hele toer om boven te geraken. Er was maar één smal trapje waar we constant tegenliggers hadden. Passeren was nauwelijks mogelijk en we moesten 350 traptreden omhoog voordat we op een hoogte van 80 meter op een uitkijkpunt kwamen. Tegen die tijd waren we dol van het draaien op die trap. Het uitzicht over Delft was echter prachtig, zeker nu de zon lekker scheen.
Vanuit de Nieuwe Kerk liepen we naar de Oude Kerk. Ook hier hadden we kaartjes voor. In deze kerk vonden we de graven van o.a. Vermeer, Maarten Tromp en Piet Hein. Op het Sint Agathaplein bezochten we het parkje met het beeld van Willem de Zwijger en een mooie bank van Delfts blauw voordat we aan het einde van de middag weer naar het hotel liepen.
’s Avonds dineerden we in het hotel omdat dat ook een deel was van het arrangement. Het eten was lekker en het was gezellig maar we zaten al met al wel twee en een half uur aan tafel. Daarom  deden we na het eten niet zoveel meer dan uitbuiken op de kamer die helemaal was ingericht met spullen van de buurman, Ikea.

Dag twee in Delft begon relaxt. We hadden geen haast en sliepen eerst uit om daarna op het gemak een flink ontbijt naar binnen te werken. De weersvooruitzichten voor deze dag waren goed maar als we naar buiten keken zagen we een zwaar bewolkte hemel. We lieten ons daardoor echter niet ontmoedigen en liepen vanuit het hotel de stad in. Ons eerste doel was de botanische tuin van de Technische Universiteit. Toen we daar de kaartjes kochten bleek dat we de eerste klanten van de dag waren. Hoewel er na ons ook nog wat mensen kwamen, was het erg rustig in de tuin. In tal van perken stonden allerlei plantensoorten, keurig voorzien van een label. Ons viel het op dat er zo weinig in bloei stond hoewel we toch al een heel eind in de lente zaten. Dat was jammer want daardoor vonden we het wat saai. Wel weer leuk was een uitkijktoren midden in de tuin waar vandaan we een mooi uitzicht hadden over hetgeen de TU studenten allemaal hadden gezaaid en geplant. In de tuin stonden ook een paar kassen met daarin tropische gewassen. Het was leuk hierin rond te lopen maar we hadden wel last van het feit dat onze brillen en cameralenzen steeds besloegen door de hitte in die kassen.
Als onderdeel van het door ons geboekte arrangement hadden we kaartjes voor een aardewerkfabriek waar men het wereldberoemde Delfts blauw maakt. De fabriek "Porceleyne Fles"  van Royal Delft was vlakbij de botanische tuin dus liepen we op ons gemak daar naartoe. Delfts blauw aardewerk is over de hele wereld beroemd en een paar eeuwen geleden waren er in Delft tientallen fabrieken waar dat spul werd gemaakt. Nu is er nog slechts één fabriek over. Het aardewerk wordt nog steeds met de hand gemaakt en beschilderd. Hoe dat beschilderen in z’n werk gaat, konden we al meteen bij de aanvang van onze route door de fabriek zien. Eén van de ambachtslieden zat daar met een paar dunne penseeltjes tegels te beschilderen met een grijze vloeistof. Na het bakken van het aardewerk komt het dan blauw uit de oven. De fabriek is in het bezit van een binnentuin waarin ook diverse keramieken elementen stonden. Inmiddels was de zon dan toch gaan schijnen en het was goed toeven in die tuin. We vervolgden onze tocht weer binnen en zagen dat de fabriek een warme band heeft met het Koningshuis want van elk lid stonden er wel borden van tentoongesteld. 
Dat de ambachtslieden van de Porceleyne Fles ware kunstenaars zijn merkten we toen we een tegeltableau zagen waarop de Nachtwacht van Rembrandt in een kleine 400 tegels was geschilderd. Ook andere schilderijen van Nederlandse schilders waren gereproduceerd op tegels. Opvallend was ook een hele grote vitrine met daarin de verzameling Delfts aardewerk van Koning Willem III. Die verzameling heeft de koning geschonken aan de fabriek zodat de voorwerpen bestudeerd konden worden. In de kast stonden prachtige stukken aardewerk. Ook mooi vonden we de afdeling met zogenaamd bouwkeramiek. Dat waren veelal tegels en zuilen waarmee gebouwd werd.
Via allerlei ruimtes kwamen we uit bij de eigenlijke fabriek. Helaas werd er op zaterdag niet gewerkt maar we zagen wel de werkplekken waar de draaischijf nog gewoon met de voeten moest worden aangedreven. Ook zagen we veel mallen waarin keramiek werd gegoten. Ondanks dat er deze dag niet gewerkt werd kregen we toch een goed beeld van het productieproces. Het volgende traject van ons bezoek was de winkel waar veel kostbaar aardewerk te koop werd aangeboden. We zagen er tulpenvazen staan die bijna 14.000 euro moesten kosten. Zelfs een modern stukje aardewerk van bijvoorbeeld Nijntje, kostte er al 160 euro! Aan ons was dat allemaal niet besteed hoewel we wel gecharmeerd waren van de modernere versie van het Delfts blauw op servies waar het heel minimalistisch was gebruikt maar ook dat was onbetaalbaar.
We eindigden ons bezoek in het cafeetje van de fabriek waar we een paar cappuccino’s dronken voordat we naar het centrum van de stad slenterden. We waren in het bezit van een boekje met daarin diverse wandelroutes door de stad en iets ten zuiden van het centrum pikten we onze eerste wandeling op. Die voerde ons langs het voormalige legermuseum en een paar leuke grachtjes naar de Oude Kerk. Wellicht door het mooie weer en het feit dat we in het paasweekend daar waren, maar het was erg druk in de stad. In het centrum kon je bijna over de koppen lopen. Het was er wel gezellig vanwege een paar evenementen waaronder een slingermarkt. De halve binnenstad stond vol met kraampjes met allerlei oude en minder oude spullen.
Door diverse wandelingen uit het boekje te combineren doorliepen we de hele binnenstad en waren druk met kijken en fotograferen. Op een terrasje aan de Markt aten we een broodje voordat we weer verder gingen met onze ontdekkingstocht door de stad. Aan het einde van de middag hadden we het gevoel dat we Delft wel gezien hadden en gingen tegen zessen op zoek naar een leuk restaurant voor het diner. Dat vonden we op de Markt bij De Waag. Het gebouw waarin de Waag gevestigd zit stamt uit 1570 en was vroeger een waag. Nu was het een heel gezellig café/restaurant. Nicky bestelde er een bord vol met asperges en Ron hield het bij een grote biefstuk. Voldaan slenterden we daarna terug naar het hotel. Voordat we naar onze kamer gingen brachten we nog een bezoekje aan de grote Ikea die naast het hotel ligt. In recordtijd maakten we de gang door de winkel om met slechts een catalogus en wat ziplockzakjes naar buiten te komen. Daarna gingen we naar onze kamer om daar de rest van de avond bezig te zijn met de vele foto’s die we hadden gemaakt.

Onze laatste dag in Delft was een sportieve. We zouden gaan deelnemen aan een georganiseerde wandeltocht door Delft. Eerst echter een uitgebreid ontbijt in het hotel. Voordat we naar de start- lokatie liepen checkten we uit. Onze tassen verdwenen in de kofferbak van de auto die we bij het hotel lieten staan. Met het weer hadden we weer veel geluk. Het was weer een stralende dag en perfect wandelweer. We besloten om niet al te lang te gaan lopen en kozen voor een tocht van slechts 15 kilometer. Die voerde ons eerst door wat woonwijken maar al snel liepen we weer door het centrum van de stad. Daar hadden we het wel gezien en er werden dan ook maar weinig foto’s gemaakt door ons. Even later liepen we dan weer door leuke buitenwijken waar we zo zouden willen wonen als Delft in Brabant had gelegen. Als wandelend kregen we een groot deel van Delft te zien en liepen ook een eind buiten de stad in een mooi groen gebied. Het was heerlijk lopen in het zonnetje en tegen enen waren we weer terug bij het startbureau. Daar kregen we een heerlijk kitscherige medaille voor onze inspanningen en dronken er nog wat voordat we naar onze auto terug liepen. In het hotel hadden we nog een drankje tegoed dat we in de lobby opdronken. Daarna reden we door het drukke paasverkeer weer naar huis. Tegen vieren reden we onze auto de garage in om thuis nog lekker na te genieten van een heerlijk weekendje weg.

Gedurende het weekendje is Ron niet alleen druk geweest met kijken en foto's maken, maar ook met filmen. Die beelden zijn door hem gemonteerd tot een leuk filmpje dat je hier kunt zien.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23