De Kop van Overijssel

Zo'n negen jaar geleden beleefden we met een bevriend stel een hele prettige dag in Giethoorn. We hadden een zogenaamd fluisterbootje gehuurd en onder een heerlijk zonnetje voeren we de hele dag door de kanaaltjes en over het Molengat, een ondiepe plas, bij het Venetië van Nederland. Destijds spraken we met elkaar af dat we dit nog eens moesten doen. Tijdens een barbecue met datzelfde bevriende stel kwam op een gegeven moment Giethoorn weer ter sprake en daarmee die oude afspraak. Nu het bevriende stel twee koters rijker was, moesten we die afspraak maar weer eens gestand doen. En zo spraken we af om op maandag 5 augustus elkaar in Giethoorn te ontmoeten voor weer een dagje bootje varen.
De afstand Helmond - Giethoorn bedraagt 195 kilometer en dat is best ver voor een dagje op en neer. We besloten daarom om er een dagje aan vooraf te plakken. Via internet zochten we naar een niet al te duur hotelletje voor één nacht en vonden die in de bossen van Steenwijk. En zo kwam het dat we op een zeer zonnige zondagmorgen naar de kop van Overijssel reden. Inchecken in het hotel kon pas om 15.00 uur en daarom hadden we thuis in de boeken gezocht naar leuke uitstapjes in die omgeving. We hadden een route langs allerlei leuke stadjes en dorpjes samengesteld en begonnen in Hasselt, een klein oud handelsstadje aan het Zwarte Water. 
We begonnen onze wandeltocht in het kleine haventje. Hier lagen nu alleen jachten in plaats van platte goederenschuiten. Veel activiteit was er in ieder geval niet. Het was sowieso nog stilletjes in de smalle straatjes. Mooi was het er wel. We liepen langs veel historische huisjes. Met name de Brouwersgracht en de Heerengracht zagen er pittoresk uit door al die huisjes. Een andere bezienswaardigheid in Hasselt zijn de kalkovens die je hier kunt vinden. Thans zijn de kalkovens onderdeel van een museum en dat was dicht zodat we het lieten met het maken van wat foto's. Het mooiste gebouw van Hasselt is ongetwijfeld het oude stadhuis. Het statige gebouw vol gevelversieringen dateert van 1499 en is nog in erg goede staat mede dankzij een omvangrijke restauratie aan het begin van de 20e eeuw. Het pleintje naast het stadhuis was één groot terras waar het goed toeven was. Wij hadden daar echter geen tijd voor want er wachtten ons nog diverse andere plaatsjes.
Volgende bestemming was Zwartsluis. Net als Hasselt was het een doorvoerhaven maar bevolken thans alleen plezierbootjes de havens van het plaatsje. In Zwartsluis hebben veel joodse mensen gewoond hetgeen was af te leiden aan een synagoge en een heuse joodse begraafplaats. Het kleine centrum zag er wel leuk uit maar het was al middag geweest en we kregen langzaamaan honger. Dat was de reden dat we de bezichtiging van het plaatsje wat inkortte en plaats namen op een terras onder een grote parasol voor een lunch.
Met een enigszins gevulde buik reden we daarna door naar het kleine plaatsje Belt Schutsloot. We hadden allebei nog nooit van dit plaatsje gehoord maar het boekje, dat wij ter voorbereiding hadden geraadpleegd, verhaalde er vol enthousiasme over. Belt Schutsloot zou thans nog zijn wat Giethoorn vroeg was, een dorp zonder wegen maar met kanaaltjes en zonder de toeristen die Giethoorn op mooie dagen overspoelen. Dat wilden wij natuurlijk met eigen ogen gaan zien. Dat met die toeristen viel wat tegen want het stikte er van de dagjesmensen. Waarom die naar Belt Schutsloot kwamen konden we echter wel snappen. Aan de diverse kanaaltjes lagen mooie boerderijen en een smal fietspad was de enige manier om van de ene naar het andere eind van het dorp te komen als je tenminste de weg buiten het dorp niet meetelde. Enige dissonant in het dorp was een grote camping midden in het dorp maar verder zag het er erg leuk uit. Vooral aan het haventje was het goed toeven. Daar lag een oude kroeg met een mooi groot terras en genietend van een koel drankje keken we naar de bootjes en de bootjesmensen. Die hadden er een geweldige speelplek aan natuurgebied de Wieden.
Vollenhove werd onze volgende bestemming. Ook hier heeft men een leuk haventje maar mooier vonden wij één van de vele kerken en een aantal historische pandjes in het centrum. We slenterden door de straatjes die opvallend rustig waren op deze zondagmiddag. Wellicht lag dat aan de hitte. Het was ook veel beter zitten op een terras onder een parasol dan plaatsjes bekijken. Toch hielden we stug vol en kwamen zo uit bij ruïne Toutenburg. Van het oorspronkelijke gebouw was niet veel meer over. Wel was het goed zitten op een bankje in het park waar de ruïne lag.
Het leukste plaatsje van de dag vonden wij Blokzijl dat we als laatste bezochten. Al in de 15e eeuw had je hier een bloeiende gemeenschap en het kleine dorpje heeft dan ook tal van monumenten uit die tijd. Blokzijl telt maar liefst 58 rijksmonumenten waarvan de statige huizen aan de haven er een aantal van zijn. De hervormde kerk uit 1609 valt goed op. De horeca in Blokzijl deed goede zaken op deze warme dag. Er waren veel terrassen en die zaten allemaal ramvol. Wij namen geen tijd voor een terras en waren druk met foto's maken van al dat moois.
Toen we weer in onze auto zaten en richting ons hotel reden waren we goed moe. Het valt niet mee om de toerist uit te hangen, zeker niet met ons tempo. Ons hotel lag prachtig weggestopt in een eeuwenoud loofbos nabij het buurtschap De Eese bij Steenwijk. Het hotel zelf voldeed maar was niet bijzonder. Toen we wilden inchecken moesten we eerst op zoek naar een receptioniste. Die was even eten, maar eenmaal weer op haar plek wel erg vriendelijk. De kamer was klein maar schoon en omdat we hier alleen maar zouden slapen vonden we dan prima. Na een korte verkenning van het hotel belandden we al snel op een heerlijk schaduwrijk terras met een sapje voor Nicky en natuurlijk een wijntje voor Ron. We zaten zo lekker te zitten en te nippen dat we besloten om buiten te dineren. En zo geschiedde. Het eten was heerlijk en omdat de ergste hitte met het zakken van de zon af nam, hadden we een erg leuke avond daar op het terras.
Die nacht sliepen we prima en na een ontbijt dat het niveau van een driesterrenhotel niet overschreed, checkten we uit en reden naar Giethoorn. Daar op een parkeerplaats bij een supermarkt ontmoetten we het bevriende stel met hun twee koters. Als we omhoog keken zagen we een strakblauwe hemel met een heerlijk schijnend zonnetje. Het beloofde weer een prachtige zomerdag te worden. Eerst werden er door de dames wat boodschappen in de supermarkt gedaan zodat we wat te eten en te drinken hadden als we met de boot op pad gingen. Die boot moest nog geregeld worden. We hadden niks gereserveerd en het ging hard met de verhuur. We waren dan ook blij dat er nog eentje voor ons over was. Onderhandelen over de prijs was er echter niet bij. Het was "take it or leave it". De prijzen waren stevig. Voor vijf uur boothuur moesten we 100 euro afrekenen. We hadden dan wel de beschikking over een fluisterboot met een heus stuurwiel.
Negen jaar geleden was het ook een prachtige zomerdag maar was het niet half zo druk als dat het nu was. Toen we bij het centrale kanaal in Giethoorn kwamen bleek dat we voorlopig file moesten gaan varen. Tientallen huurbootjes met evenzoveel onervaren schippers voeren meer dan stapvoets door het kanaal. Met enige regelmaat kwam zo'n boot dwars te liggen waardoor er niemand meer door kon en het schoot allemaal niet op. Wij namen dan ook de eerste beste afslag naar het Molengat, de grote plas nabij Giethoorn. Ook hier was veel scheepvaart, maar je had er tenminste veel meer ruimte. We voeren recht op een eilandje in de plas af en legden daar aan. Op het eilandje was het ook een drukte van belang maar we vonden toch nog een rustig hoekje voor een snelle picknick. Wij hadden nog niet zo'n honger en voelden meer voor een zwempartij. Ron en de kids lagen al gauw in het water, maar echt zwemmen was er niet bij. Het water was erg ondiep en kwam bij Ron niet eens tot aan z'n middel. Het water was wel heerlijk verkoelend en er werd heel wat afgesmeten met de kids. Die vlogen met enige regelmaat door de lucht om vervolgens in het water te plonsen.
Weer wat afgekoeld voeren we met ons bootje een route door wat kanaaltjes. Veel viel er niet te zien maar het was wel lekker zo in de zon. Meestentijds voeren we op het Molengat en 's middags legden we opnieuw aan bij een strandje om weer te gaan zwemmen of wat daar voor door moest gaan. Uiteindelijk moesten we nog flink doorvaren om onze boot weer op tijd bij de verhuurder af te leveren. Dat lukte net niet maar de verhuurder deed er niet zo moeilijk over. Die had ook geld genoeg aan ons verdiend vandaag.
Omdat we vanuit de boot de mooie boerderijen in Giethoorn niet goed hadden kunnen zien liepen we nog een keer op ons gemak door het dorp. Het was al wat later in de middag en het werd gelukkig iets minder druk in het dorp zodat we op ons gemak nog wat foto's konden maken. We hadden besloten om nog te eten in Giethoorn voordat we naar huis zouden rijden. Het vervelende van veel keus is dat je moeilijker een keus kunt maken. Dat hadden we hier ook. Het stikte er van de restaurantjes maar het duurde even voordat we een leuk terras vonden voor het diner. Toch lukte dat uiteindelijk en we hadden het gezellig op het terras. Voor Nicky was er schnitzel en Ron at een pan mosselen leeg.
Het was al tegen achten toen we, rozig van het teveel aan zon, in onze auto stapten en de reis naar huis aanvaardden. Nicky moest rijden omdat Ron iets teveel wijn naar binnen had gewerkt om nog te mogen sturen. Vanwege de afstand waren we pas na tienen thuis. Onderweg hadden we nog een pittige bui regen gehad maar dat mocht de pret van dit uitje niet drukken. Als het lekker weer is, is het in Nederland erg goed toeven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23