Op weg naar Clervaux


Dagelijks krijgen we veel reclamemailtjes in de mailbox. Meestal gaan die ongezien de digitale prullenbak in. Een paar maandjes geleden viel er eentje echter op door een foto van een hotel met fleurige bloemen in Luxemburg. De prijs die voor drie nachtjes half pensioen zou moeten worden betaald viel reuze mee en omdat we weer toe waren aan een paar daagjes weg, lazen we deze mail wel en al snel hadden we weer een uitje in onze agenda staan; drie nachten in hotel Des Nations in het Luxemburgse stadje Clervaux.
Op de dag dat we naar Clervaux reden scheen de zon lekker aan de hemel en merkten we dat een heleboel andere mensen ook het idee hadden opgevat om via de A2 richting het zuiden te rijden. Gek was dat niet, de meivakantie was begonnen en dat verklaarde de eindeloze rij van auto’s met daarachter de obligate sleurhut.
Nadat we de wegwerkzaamheden ter hoogte van Maastricht voorbij waren, werd het op de Belgische snelwegen wat rustiger en konden we lekker doorrijden. We hadden besloten om niet meteen naar onze eindbestemming door te rijden. We zouden daar te vroeg aan komen. Inchecken kon immers pas vanaf drie uur en daarom hadden we besloten om te stoppen in het Belgische stadje Malmedy. We wisten allebei niet goed wat we daar konden verwachten, maar we namen de gok. Dat we een levendige tussenstop hadden uitgekozen bleek toen we het stadje binnenreden. Veel mensen, veel auto’s en het was zoeken naar de parkeerplaats. We vonden er eentje bij een grote supermarkt iets buiten het centrum. Dat betekende wel een eindje lopen, maar de auto stond er tenminste gratis geparkeerd.
Op het centrale plein van het stadje waren diverse terrassen en aangezien de zon z’n uiterste best deed, zaten die terrassen behoorlijk vol. Het was inmiddels tijd geworden voor een lunch en we vonden gelukkig nog een vrij tafeltje bij een Italiaans restaurant. Niet veel later zaten we allebei aan een heerlijke pizza quattro stagioni. De pizza vulde onze magen goed en voldaan bekeken we daarna het centrum van Malmedy. In de kerk konden we niet vanwege een trouwerij dus bekeken we die alleen van de buitenkant evenals het plaatselijke museum en de neogotische villa’s.
Toen we weer terug bij de auto waren, restte ons nog een korte rit tot aan Clervaux. Helaas hadden we de snelweg verlaten en zaten we op een bochtige tweebaansweg achter een Nederlandse auto met, jawel, een sleurhut. De bestuurder durfde niet harder dan vijftig en er had zich dan ook een flinke rij auto’s achter de caravan verzameld. In één van die auto’s zaten wij. Gelukkig raakten we onze kwelgeest kwijt toen we de grens van België met Luxemburg passeerden en de man meteen goedkope benzine ging tanken.
Rond een uur of drie reden we Clervaux binnen en zagen meteen het door ons geboekte hotel liggen. De verrassing was groot toen bleek dat men in het hotel gewoon Nederlands sprak. De eigenaresse voorzag ons meteen met de nodige wandelroutes waarna we onze spullen even dropten op onze kamer. Die was niet bijster groot, maar alles was aanwezig, zelfs wifi.
Het hotel ligt zo’n 800 meter van het centrum van het stadje af en voorzien van een wandelroute, liepen we met een omweg naar dat centrum. Op deze zaterdagmiddag waren de meeste winkeltjes al gesloten maar gelukkig waren de terrassen voor de café’s wel open. Eerst bekeken we echter het stadje en namen we een kijkje in het kasteel dat pal in het centrum ligt. Het interieur van het kasteel was geheel verwijderd om plaats te maken voor een tentoonstelling van maquettes van Luxemburgse kastelen. Hoewel mooi gemaakt, hadden we liever oude meubels, harnassen en wapentuig gezien.
Lekker in de schaduw van een grote parasol dronken we daarna wat voordat we de plaatselijke kerk gingen bekijken. Om daar te geraken moesten we wat klimmen, maar het was de moeite. Vooral de kleurrijke glas in loodramen waren prachtig. Om bij de abdij te komen moesten we nog meer klimmen. Eenmaal daar aan gekomen konden we alleen de kerk en een tentoonstelling van het leven in de abdij bekijken. De rest van de abdij bleef voor ons gesloten.
Uiteraard waren we netjes voor het diner terug in het hotel. Dat diner viel helemaal niks tegen en ook hier sprak iedereen Nederlands. Dat was maar goed ook want alle gasten die wij hadden kunnen horen, bleken Nederlanders te zijn. Kennelijk was die aanbieding via e-mail een hele goeie geweest en hadden meer mensen die geboekt.
Met volle magen zaten we na het diner nog wat op onze kamer maar we besloten om vroeg te gaan slapen omdat we morgen 30 kilometer zouden gaan wandelen. En dan kun je maar beter uitgerust zijn.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23